Op de daken van de Amstelcampus vind je wilde natuur en nieuwe bewoners

23 juni 2021
Beeld:

Marloes van de Wakker | Een bijenkast van de HvA

Geplaatst door
Marloes van de Wakker
Op
23 juni 2021

De wereld stond afgelopen jaar zo goed als stil. Maar op de daken van verschillende HvA-gebouwen was volop leven, dankzij groeiende planten en rondzwevende bijen. Hoe staat het na al die tijd met het dakterras van het Benno Premselahuis en het bijenpaviljoen van de hogeschool? 

Afgelopen jaar was het afgezien van de wegstervende stemmen, langsrijdende auto’s en piepende trams doodstil op het dak van het Benno Premselahuis. Terwijl de planten gestaag doorgroeiden, bleven de deuren van het net nieuwe dakterras gesloten. ‘In september hopen we een grote opening te houden, waarna de daktuin open zal gaan voor studenten en medewerkers’, vertelt Roy Bolding, manager huisvestiging van de faculteit FDMCI. ‘Je kunt dan in- en uitlopen wanneer je wil, zo lang het gebouw open is.’

Beeld: Marloes van de Wakker | Het uitzicht op het dakterras vanaf de zevende verdieping.

Langs het kronkelde grindpad schieten grassen en planten omhoog. Bijen zijn druk bezig met het bestuiven van de witte en paarse veldbloemen. Op de grijze natuurstenen tegels staan donkere houten bankjes, waar je aan school kunt werken of jezelf kunt opladen in de warme ochtendzon.

 

Om de paar meter duiken er twee grote vierkante bruine plantenbakken op. Deze zijn nu nog leeg, maar moeten straks dienen als proeftuintjes voor verschillende opleidingen. ‘Amfi heeft bijvoorbeeld een bak, waarin ze plantjes willen kweken om kleurstoffen te kunnen maken voor kleding’, vertelt Bolding. De studenten moeten het onderhoud van hun tuintje zelf regelen.

Beeld: Marloes van de wakker | Roy Bolding trekt nog gauw een onkruidplantje weg uit een van de plantenbakken.

Voor de rest van het onderhoud komt vier keer per jaar het groenbedrijf langs dat de tuin een jaar geleden aanlegde. ‘Het watergeven gebeurt via een automatisch druppelsysteem’, vertelt Bolding. Alleen als het tropisch warm is, gaat hij zelf extra met de gieter langs om ervoor te zorgen dat de planten niet slap gaan hangen.

 

Over een tijdje kan de HvA dus volop genieten van haar eigen aangeharkte binnenhofje met uitzicht op de stad. Maar de daktuin dient niet alleen als chillplek. Het is het eerste blauw-groene dak in de stad, een dak waarop regenwater wordt opgeslagen in een speciaal ontwikkelde bodem. Het dak van het Benno Premselahuis wordt dan ook gebruikt voor verder onderzoek naar dit systeem.

 

Buurtbewoners die ook een blauw-groen dak in hun wijk krijgen, worden bovendien uitgenodigd om een kijkje te nemen om ze enthousiast te maken. Bolding is in ieder geval verkocht. ‘Als ik bovenin het gebouw sta met uitzicht op de tuin, kan ik alleen maar denken: wat prachtig.’

Op een dak aan de overkant van de Wibautstraat gebeurt iets heel anders. Op de eerste verdieping van het Kohnstammhuis bevindt zich aan de zijkant van het gebouw een klein dakterras, gehuld onder een deken van grassen en mossen. In de hoek staan onder een afdak drie gekleurde vierkante houten kisten. Er zoemt en zweeft wat, maar verder is het er rustig.

 

Nadat er in 2018 al bijenkasten werden geplaatst bij de Leeuwenburg, staan er nu ook een aantal op het Kohnstammhuis en bij het Dr. Meurerhuis. De bijen, planten en insecten dragen niet alleen bij aan de biodiversiteit van de stad, maar studenten hebben er de afgelopen twee jaar ook veel projecten mee gedaan.

Beeld: Marloes van de Wakker | Op het dak van het Kohnstammhuis staan sinds een tijdje ook drie bijenkasten.

Uit een van de bijenkasten lopen twee zwarte draadjes. ‘De apparaatjes die hieraan verbonden zijn, meten de temperatuur, de luchtvochtigheid, het geluid en het gewicht aan stuifmeel dat er binnenkomt’, legt docent en imker Marco van Hees uit. De gegevens worden doorgegeven aan een app, waardoor je er van alles uit kunt afleiden. ‘Bijvoorbeeld hoe energiek de bijen zijn en of ze plannen hebben om uit de kast te vertrekken.’ Techniekstudenten houden zich op dit levende bijenlab bezig met het ontwikkelen van het meetsysteem en het optimaliseren van de app.

Beeld: Marloes van de Wakker | Docent Marco van Hees kijkt hoe het met de bijen gaat.

Toch is de toekomst van de bijen op de Leeuwenburg onzeker. Wanneer de faculteit Techniek volgend studiejaar naar de Amstelcampus verhuist, zullen ook de bijen moeten vertrekken. Maar meeverhuizen is nog niet zo makkelijk. ‘Ze moeten eerst twee weken op een neutrale plek staan, minstens vijf kilometer hiervandaan. Anders vliegen ze zo terug naar de oude woonplek’, zegt Van Hees.

 

Bovendien is er in het nieuwe Conradhuis nog geen plekje gereserveerd voor de bijen. ‘Als dit komend jaar niet wordt geregeld, zullen de bijen uit deze drie kasten weg moeten. Dat zou echt heel zonde zijn’, aldus Van Hees.

 

Niet alleen voor het onderwijs, maar ook voor de honingproductie. Via het initiatief Boeren & Buren, waarbij lokale ‘boeren’ hun producten aanbieden aan mensen uit de buurt, verkoopt Van Hees onder de naam van zijn imkerij de honing van de HvA-bijen. Al weet hij nooit wat de oogst brengt. ‘Door het koude voorjaar, hebben we dit jaar helaas alleen een paar potjes van de Sportcampus.’