Stage in de zorg of het onderwijs: ‘Ik ben bang dat ik een patiënt heb besmet’
In de zorg en het onderwijs is menselijk contact vrijwel onvermijdelijk. Hoe is het om daar stage te lopen tijdens de coronacrisis? Studenten Joost en Dominique vertellen hun verhaal: ‘Het is onmogelijk om afstand te houden als ik een patiënt moet helpen aankleden.’
‘Afstand houden in een bomvolle schoolgang gaat niet’
Joost Grooteman (20) is derdejaarsstudent Leraar Scheikunde. Hij loopt twee dagen per week stage op een middelbare school in een derde klas.
‘Als docent is het haast niet te doen om anderhalve meter afstand te houden tot de leerlingen. Ik wissel als scheikundedocent continu tussen het lab en andere lokalen. Wanneer aan het einde van de les de bel gaat, stroomt de hele gang vol met leerlingen. Zie daar maar eens doorheen te komen met genoeg afstand.’
‘Mijn stageschool doet zoveel mogelijk op locatie. Alleen als er een coronamelding in een klas is, zijn de lessen digitaal. Gelukkig heb ik dit nog niet meegemaakt. Op school gelden een aantal belangrijke regels. Alle ramen en deuren staan continu open en de leerlingen moeten in de pauze beneden in het gebouw blijven. Deze regels worden goed nageleefd. Het gaat mis bij het afstand houden, ook tijdens de lessen.’
‘Voorin de lokalen is een lijn afgeplakt met zwart-geel gekleurd tape, waar de leerlingen tijdens de les netjes achter moeten blijven. Als ze een vraag hebben, mogen ze naar mijn bureau toekomen. Dit zorgt alleen voor één grote chaos als meerdere leerlingen tegelijk van hun plaats komen. Ik heb dus geen andere keus dan af en toe toch de klas in te lopen. Als docent denk je normaal gesproken na over welke stof je moet behandelen. Nu zit er constant in mijn hoofd dat ik afstand moet houden.’
‘Soms druppelen er maar tien leerlingen het lokaal binnen’
‘Het gekste is dat ik af een toe lesgeef aan hele kleine klassen. Soms druppelen er tien leerlingen het lokaal binnen en vraag ik: “Waar is de rest?”. “Dit is iedereen”, luidt het antwoord dan. Bij klachten moeten we thuisblijven. Nu het najaar voor de deur staat en veel mensen verkouden zijn, blijven veel leerlingen daarom thuis. Wanneer ze weer op school komen, ben ik eerst bezig met het bijspijkeren van de gemiste stof. Dit werkt niet effectief. Toch leer ik ook van de hele situatie. We werken nu bijvoorbeeld veel meer met digitale vaardigheden, zoals online opdrachten.’
‘Soms vind ik het wel lastig dat de regels niet goed worden nageleefd op mijn stage. De school kan meer doen om de regels te handhaven. Vooral docenten moeten onderling meer afstand houden. Veel van hen denken er gewoon niet aan. Zelf ben ik er wel heel streng op dat ik me aan de regels hou, omdat mijn moeder in de risicogroep valt. Buiten mijn stage kom ik dan ook niet veel buiten. Vooral nu het aantal besmettingen weer flink stijgt, vind ik het spannend wat er gaat gebeuren. Als het niet meer veilig voelt om naar mijn stageschool te gaan, zal ik dit bespreken. Misschien kan ik dan meer digitaal lesgeven of moet ik mijn stage aan het einde van het schooljaar afmaken.’
‘Ik probeer goed op te letten, maar ben toch besmet geraakt’
Dominique van Huis (22) is derdejaarsstudent Verpleegkunde. Ze loopt stage op de afdeling Orthopedie bij het Amsterdam UMC, locatie AMC.
‘De week voordat mijn stage begon, raakten een baliemedewerkster en twee verpleegkundigen op de afdeling besmet met het coronavirus. De patiënten die met hen in contact waren geweest, lagen preventief in isolatie. Ik mocht alleen helemaal ingepakt de kamer in: pak aan, schort om, handschoenen aan, mondkapje voor en een spatbril op. Diegene die ik moest verzorgen, zag niet eens wie er voor hem stond. Het was een heel gek begin van mijn stage.’
‘Op de afdeling orthopedie komen mensen terecht die problemen hebben met bewegen en hiervoor geopereerd moeten worden. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het krijgen van een nieuwe heup of het ondergaan van een beenamputatie. Ik verzorg de patiënten na hun operatie. Laatst was er een mevrouw die aan beide schouders was geopereerd. Ik moest toen alles voor haar doen: wassen en aankleden, helpen met eten en drinken, de medicatie geven en haar wonden verzorgen.’
‘Op zo’n moment is het onmogelijk om anderhalve meter afstand te bewaren. Soms moet ik de verzorging samen met een collega doen, dus dan staan ook wij te dicht op elkaar. Vervelend vind ik dit niet. Iedereen is heel voorzichtig. Bij klachten blijven collega’s thuis en als iemand in contact is geweest met een besmet persoon, laat diegene zich gelijk testen. Voortdurend onze handen desinfecteren deden we ook al voordat corona kwam. Als mensen geen afstand houden terwijl dit wel kan, probeer ik dit zelf op te lossen door een stap achteruit te doen. Ik vind het lastig om er iets van te zeggen, vooral tegen mensen die ouder zijn dan ik.’
‘Buiten mijn stage probeer ik ook goed op de regels te letten. Ik voel me toch extra verantwoordelijk omdat ik in de zorg werk. Ik spreek bijvoorbeeld alleen met hetzelfde kleine groepje vrienden af. Toch ben ik helaas besmet geraakt, via een patiënt die ik verzorg voor mijn bijbaan. Omdat ik me via het AMC kon laten testen, kreeg ik snel de uitslag.’
‘Ik zit nu twee weken thuis in quarantaine. Gelukkig voel ik me niet extreem beroerd, maar mijn stage staat wel stil. Van de uren die ik mis, moet ik er straks zoveel mogelijk inhalen. Dat worden dus lange dagen als ik weer aan de slag mag. Maar dat is niet waar ik me het meeste zorgen om maak. Ik ben vooral bang dat ik een patiënt besmet heb.’