‘Als je nu ergens niet op moet bezuinigen, dan zijn het wel de docenten’

22 januari 2024
Beeld:

Christa Romp | Jacob Eikelboom

Geplaatst door
Jacob Eikelboom
Op
22 januari 2024

Jacob Eikelboom, al ruim zestien jaar docent op de HvA, schrijft elke twee weken een column voor HvanA over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze keer is hij bang dat keuzes van de HvA pijnlijk zullen gaan uitpakken voor hem en zijn collega-docenten. 

Mijn schoonzus stuurt in de eerste week na de kerstvakantie een foto in de familieapp van haar werkplek: een klas vol kinderen met jassen aan en mutsen op, opeengepakt in een lokaal. Het is 7 graden in de school met enkel glas en tochtgaten, zo schrijft ze.

 

Om de kou te verdrijven, worden er wat elektrische kacheltjes gekocht bij de kringloop. Vervolgens slaan alle stoppen door. Als er vervolgens ook nog eens een gaslucht vrijkomt in de school worden alle vierhonderd leerlingen naar buiten gedreven, waar het net iets kouder is dan binnen. Ondertussen wordt al zes jaar gesteggeld over nieuwbouw, zo sluit ze het bericht af. 

 

Mijn geklaag thuis en bij collega’s over de kou op de HvA voelde totaal misplaatst toen ik haar bericht las. De 17 graden in mijn lokaal is toch echt 10 graden warmer dan op haar tochtige basisschool. De aanblik is overigens wel hetzelfde. Ook ik had afgelopen week klassen vol jassen, sjaals en mutsen. De meestgestelde vraag in de eerste lesweek ging niet over de lesinhoud, maar over de temperatuur. Waarom is het hier zo koud?

De HvA heeft te maken met keuzes die verder strekken dan een graadje meer of minder

Het antwoord op dit soort vragen ligt uiteindelijk altijd bij iemand die een keuze heeft gemaakt. De keuze om de verwarming laag te zetten, of om de nieuwbouw van een school uit te stellen. Keuzes die worden ingegeven door klimaatdoelen, financiële doelen of door onbekende doelen. Er worden ook nogal eens keuzes gemaakt in het onderwijs die niet direct ten goede komen aan leerlingen en studenten. De afstand tussen degene die de keuze maakt en degene die te maken hebben met de gevolgen ervan voelt juist dan best groot.

 

De HvA heeft op dit moment met keuzes te maken die verder strekken dan een graadje meer of minder. Er moet namelijk flink bezuinigd worden, zo las ik. De hogeschool heeft naast inflatie te maken met dalende studentenaantallen, vooral omdat veel studenten zich na het eerste studiejaar uitschrijven. De grote vraag is nu: waarop gaat de HvA bezuinigen?

 

Er werd al een tipje van de sluier opgelicht. We moeten terug naar het ‘normale’ niveau van docentinzet en ondersteuning van vóór covid, schrijft het CvB in een bericht. Normaal betekent in dit geval minder docenten, minder dan we in coronatijd hadden. Zorgelijk, want de werkdruk onder docenten was al onverminderd hoog, zo bleek uit het recente medewerkersonderzoek.

 

Voor mij en voor veel collegadocenten is het doodnormaal in de avond en in het weekend lessen voor te bereiden en werk van studenten te beoordelen. Dat doen we vaak in onze vrije tijd, omdat het werk niet afkomt in de tijd die er officieel voor staat. Minder geld naar docenten betekent meer studenten in de klas, dat betekent nog meer werk te doen, dat betekent nog meer vrije tijd besteden aan HvA-werk. Als er ergens niet op bezuinigd moet worden, dan is het op docenten.  

Vrije tijd gaat voor docenten de komende jaren nog veel abnormaler worden, ben ik bang

Natuurlijk is het ook mijn eigen keuze om in mijn eigen tijd te werken voor de HvA. Maar dat doe ik omdat ik veel van mijn studenten vraag en daarom ook van mijzelf. Als ze drie weken moeten wachten op uitgebreide feedback bij een opdracht, vind ik dat veel te lang. Het raakt mij daarom dat er gesproken wordt over ‘terug naar normale inzetniveau van docenten’. Werken in je vrije tijd is abnormaal. Maar juist vrije tijd gaat voor docenten na de aangekondigde bezuinigingen nog abnormaler worden, vrees ik.

 

Er is nog iets wat mij steekt in het bericht over de bezuinigingen. Eén van de oorzaken waarom er minder geld beschikbaar is, is de terugloop in studentenaantallen. Er zijn 1900 studenten die zich na één studiejaar niet opnieuw hebben ingeschreven. Dat zijn er veel meer dan normaal.

 

Er wordt onderzoek gedaan naar de reden, zo las ik in een eerder bericht van de HvA. Zouden recente grootschalige onderwijsvernieuwingen te maken hebben met het voortijdig stoppen van studenten? Het waren niet studenten of docenten die kozen voor dergelijke nieuwe didactische idealen. Toch lijken zij er nu de dupe van te worden. 

 

Waar en op wie bezuinigd gaat worden lijkt al te zijn besloten. Toch zou ik het mooi vinden als de HvA de bezuinigingen op onderwijzend personeel heroverweegt. Daarmee geven ze een signaal af iets te willen doen aan werkdruk en doen ze meteen iets aan de disbalans in personeel op de HvA. Zo’n 38 procent van alle banen op de HvA hebben niet direct met onderwijs te maken, het zogenaamde niet-onderwijzende personeel.

 

Ik heb geen economie gestuurd, of wiskunde, maar ik heb wel gezond verstand. En dat zegt mij dat bezuinigen over meer gaat dan alleen cijfers. Het gaat over visie, keuzes en draagvlak. Over aan wie je wel en niet geld uitgeeft. De HvA kan laten zien hoe je oog hebt voor je personeel en voor je studenten. Hoe wij omgaan met onderwijs, van basisschool tot hoger onderwijs, dat zegt iets over de mate van beschaving. Leerlingen, studenten, leraren en docenten in de kou laten staan, dat kan echt niet.