Hoe temmen we de werkdruk, het ‘veelkoppige monster’ van ons onderwijs?
Als er één probleem is dat al jaren op de to-dolijst van het hbo staat, dan is het wel de werkdruk. Toch lijkt het aantal medewerkers dat er last van heeft alleen maar toe te nemen. Hoe komt dat en waarom is de werkdruk zo lastig te temmen? ‘Te veel medewerkers in het hbo voelen zich een radertje in een grote, draaiende machine.’
Of hij zelf de werkdruk heeft zien toenemen, de afgelopen jaren? Docent-onderzoeker Joop Zinsmeister, al ruim dertig jaar werkzaam bij de opleiding Human Resource Management, hoeft er geen seconde over na te denken. ‘Het wordt almaar erger’, is zijn stellige overtuiging.
Vier jaar geleden ging Zinsmeister al in protest tegen de werkdruk. Samen met zijn collega’s trok hij naar het Malieveld om zich uit te spreken. ‘Lesgeven is fabriekswerk geworden’, klonk het in Den Haag. Maar ondanks de plannen van hogescholen om wat aan die werkdruk te doen, is de situatie er volgens Zinsmeister geen haar beter op geworden.
‘Als docenten krijgen we steeds minder uren voor wat we doen, terwijl we er steeds meer taken bij krijgen,’ aldus Zinsmeister. ‘Het is niet erg om het druk te hebben. Maar als docent wil je ook eigenaar zijn van je werk: waar besteed ik mijn tijd aan? Dat is ons steeds meer afgenomen, de afgelopen decennia.’
Van taak naar taak
Zinsmeister staat niet alleen. Ruim zeventig procent van de managers en docenten in het hbo ervaart momenteel (zeer) veel werkdruk. Een op de drie docenten komt zelfs vaak ‘volledig vermoeid’ thuis. Dat zijn cijfers van Zestor, het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds voor het hbo (zie tabel).
Ondanks dat er docenten bijkwamen, nam de werkdruk dus toch weer toe, ziet Zestor, dat eens in de drie jaar een monitor uitbrengt. Het is niet zo dat iedere docent, medewerker of manager het vliegen van taak naar taak als last ervaart; volgens de cijfers van Zestor zijn de meeste medewerkers in het hbo tevreden over hun baan (88 procent).
‘Om de paar jaar komt er een grote vernieuwing voorbij: zo krijg je geen rust op de werkvloer’
Maar de ‘problematische werkdruk’ is hoog, vooral onder docenten. En overwerken zou niet de standaard moeten zijn, maar dat is het in het hbo wel. Dat kan leiden tot overbelasting en verzuim. En ja: wie staat er dan voor de klas?
‘Veelkoppig monster’
‘We mogen dit probleem daarom niet bagatelliseren’, vindt Hafid Ballafkih, lector Arbeid en Human Capital in Transitie en onderzoeker bij The Work Lab van de HvA. Hoe beziet hij de kwestie? ‘We weten dat als mensen werkdruk ervaren, ze over het algemeen minder plezier hebben in hun werk. In het hbo gaat dat om een grote groep mensen.’
Vaak wordt werkdruk een ‘veelkoppig monster’ genoemd: er is niet zomaar een oplossing voor. ‘Omdat er ook niet een oorzaak van werkdruk is; dat kan per opleiding verschillen. Maatwerk is dus nodig. Op de HvA starten we daarom binnenkort met een experiment waarbij managers en docenten samen nagaan waar de werkdruk binnen hun opleiding vandaan komt, zodat ze aan gerichte oplossingen kunnen werken.’
Tegelijkertijd moet er ook hbo-breed iets veranderen, vindt Ballafkih. ‘Als je het mij vraagt, speelt de vernieuwingsdrift van hogescholen een grote rol bij het in stand houden van de werkdruk. Dat zorgt voor onrust, want bij elke vernieuwing aan het onderwijs komen er links en rechts vaak toch weer taken voor docenten en medewerkers bij.’
Hij wijst op opleidingen aan de HvA en de veranderende rol van de docent. ‘Als docent kom je niet meer alleen om les te geven, je bent nu ook nog eens coach van de student. Om de zoveel jaar komt er zo’n grote vernieuwing voorbij. Zijn we niet een beetje veranderziek in het hbo? De ene verandering is nog niet klaar of een andere wordt alweer aangekondigd. Zo krijg je geen rust op de vloer.’
Onderwijsvernieuwingen
Roostermaker Remco Kamlag herkent het verhaal dat Ballafkih schetst. Kamlag zit al sinds 2014 in de Deelraad van de Faculteit Maatschappij en Recht en praat al jaren over de werkdruk mee. Hij ziet ook dat onderwijsvernieuwingen een rol spelen.
‘Ga in gesprek met je medewerkers: nu voelen mensen zich te vaak een radertje in een grote draaiende machine’
‘Een aantal opleidingen van onze faculteit werkt nu met “taakverantwoordelijke teams”, van meerdere docenten. Je draagt als docent in zo’n team niet alleen meer verantwoordelijkheid voor je eigen lessen, er komen ook allerlei randwerkzaamheden bij. Juist in die teams is het verzuim nu het hoogst.’
Niet dat zo’n verandering an sich per se slecht is, volgens Kamlag. Het schort juist vooral aan de begeleiding van medewerkers, vindt hij. ‘Er is altijd een groep mensen die een verandering aan hun werk niet prettig vindt. Deze mensen voelen zich wat geleefd en kunnen hun ei te vaak niet kwijt. Dat tart aan hun gevoel van autonomie en dat is slecht voor hun plezier. Hoe lager je plezier, hoe hoger je de werkdruk ervaart.’
Afgelopen mei waarschuwde vakbond CNV Onderwijs dat veel werknemers in het hbo het plezier in hun werk aan het verliezen waren. Waarom? Weinig autonomie, te weinig ruimte voor eigen inbreng en ondertussen wel heel hard aan de bak moeten.
Volgens CNV Onderwijs voelen docenten en medewerkers zich steeds vaker gepasseerd bij de totstandkoming van werkteams en ook bij recente veranderingen aan het onderwijs. Dat zou blijken uit een enquête die de vakbond standaard onder hbo-personeel uitzet.
Quick wins
In 2019, het jaar dat Zinsmeister en zijn collega's naar het Malieveld trokken, vond 78 procent van de docenten van de HvA de werkdruk te hoog. En nu? Dit najaar doet de afdeling Institutional Research weer onderzoek naar de werkbeleving van HvA'ers. Wat we al wel weten, is dat het verzuimpercentage afgelopen jaar naar recordhoogte steeg.
Kamlag ziet enige verbetering. ‘Op onze faculteit hebben we al een paar quick wins gemaakt, onder meer via de ‘‘werkgroep werkplezier’’. We hebben nu een mindfulnessprogramma en proberen socialisering op het werk te bevorderen. Ja, klopt, het zijn enigszins lapmiddelen; je neemt de problemen zelf nog niet weg.’
Stoppen met het vernieuwen van onderwijs is evengoed geen optie. Opleidingen moeten ook mee met ontwikkelingen in het werkveld. Ballafkih: ‘Maar het hbo moet zich wel afvragen in welk tempo en hoe fundamenteel. En of het onderwijs zélf beter wordt van grote aanpassingen. Voor veel opleidingen veranderen de basiskennis en -vakken amper. Terwijl elke verandering, hoe klein ook, om aanpassingsvermogen van je medewerkers vraagt.’
Radicaal
De slotsom: wat kun je nu vooral doen als HvA? Kamlag pleit voor meer aandacht voor het welbevinden van medewerkers. ‘Zeker wanneer grote veranderingen plaatsvinden. Soms hoor ik dat mensen al drie jaar geen jaargesprek hebben gehad. Dat is júíst belangrijk. Als medewerkers zich erkend en gehoord voelen, sterkt dat hen in hun autonomie. Nu voelen mensen zich te vaak een radertje in een grote draaiende machine.’
En Zinsmeister? Hij is radicaler. 'Wat we nodig hebben, is een volledige omkering van de macht. Toen ik begon, dertig jaar geleden, hadden docenten het voor het zeggen. Voor elke honderd docenten had je pakweg twee conciërges, twee schoonmakers, twee kantinedames, een roostermaker, twee managers, twee secretaresses en een directeur. Nu bepalen mensen die nooit docent zijn geweest hoe ik lesgeef. Ja, ik kan het bevestigen: werkdruk wordt pas werkdruk als je minder plezier in je werk beleeft.'
Zelf ervaring met hoge werkdruk in het hbo? Of andere ideeën over wat hogescholen kunnen doen om de werkdruk te beteugelen? Deel je verhaal met HvanA (info@hvana.nl).