‘De ontgroeningen bij L.A.N.X. zijn sneu, maar de reacties erop bijna net zo zielig’
Jacob Eikelboom is naast overtuigd twijfelaar ook docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze keer ergert hij zich aan de monotone reacties op L.A.N.X., de studentenvereniging die slecht in het nieuws kwam.
Afgelopen maand was er voor de zoveelste keer gedoe over een corporale studentenvereniging. Deze keer ging het om L.A.N.X.. En weer ging het over seksisme. Net als bij eerdere incidenten bij studentencorpora was ik ook nu meer verbaasd over de verontwaardigde reacties op de incidenten dan over de incidenten zelf. Burgemeester Halsema, de besturen van de UvA, VU en de HvA, de ASVA en allerlei media buitelden over elkaar heen om te laten merken hoe vre-se-lijk ze dit grensoverschrijdende gedrag vonden.
De ontgroeningsopdrachten waar de ophef over ging, zijn te sneu en misplaatst om hier te herhalen. Maar de reacties zijn bijna net zo sneu. Hoe kan je zo verbolgen doen over iets waarvan iedereen weet dat het al decennialang gaande is? Al die treurige, platte, fantasieloze verhalen over feuten, hertjes, knorren en natte tosti’s zijn zo bekend dat ze een cliché zijn. Daarnaast gok ik dat menig bestuurder, hoge ambtenaar of opiniemaker zelf ooit lid was van een corporale vereniging en dus weet hoe het er soms aan toegaat.
Ik ben altijd blij als er een student in mijn klas zit die corpslid blijkt te zijn
Het studentencorps blijkt een mooie stok om mee te slaan en een goede manier om je eigen morele blazoen op te poetsen. Het aan de kaak stellen van misstanden en het intrekken van beurzen vind ik prima, maar oproepen tot toezicht, dreigen met intrekken van vergunningen, sluiten van panden en verbieden van verenigingen zijn overtrokken reacties. Dergelijke reacties dragen bij aan een monocultuur waarin iedereen door hetzelfde morele hoepeltje moet springen.
Ik ben altijd blij als ik zo af en toe een student in mijn klas heb die corpslid blijkt te zijn. Er zijn blijkbaar nog steeds studenten die willen eindigen als Wopke Hoekstra, Neelie Kroes of Sander Schimmelpenninck. Zo’n student heeft het zwaar. Niet alleen bij het corps zelf (het hbo wordt daar immers een ‘cursus’ genoemd), maar ook als eenling in de klas.
Zodra bekend is dat iemand corpslid is, volgen namelijk allerlei ongemakkelijke vragen over drank, seks, geld, macht, familie en zwijgcultuur. De vragen staan vaak bol van vooroordelen. Vaak ben ik onder de indruk van hoe zo’n eenling zich staande houdt in een groep. Ik koester die momenten. Niet alleen als les in diversiteit, maar ook in nieuwsgierigheid, weerbaarheid en persoonlijke ontwikkeling.
Studenten zijn zelf prima in staat om grenzen te stellen en elkaar vrij te laten
Niemand kan beter uitleggen wat de waarde is van een netwerk en langdurige vriendschappen dan zo’n corpslid in je klas. Zelden ontspoort zo’n gesprek in wederzijds verwijten, laat staan in het cancelen van de ander. Studenten zijn prima in staat om naar elkaar te luisteren, ongemakkelijke vragen te stellen, verbazing uit te spreken en grenzen te stellen. En om elkaar daarna vrij te laten. Dat doen ze beter dan volwassen bestuurders, die in bovengenoemde situatie grote woorden en dreigementen nodig hebben om grenzen aan te geven.
Gelukkig hebben we naast nieuwsgierige studenten ook een wettelijk kader. Niet de dominees en moraalridders zijn de baas. Volgens het Openbaar Ministerie was er geen sprake van aanzetten tot geweld, zoals sommigen meenden bij eerdere seksistische incidenten, zoals het wegzetten van vrouwen als sperma-emmers door A.S.C.-leden. Het overschrijden van fatsoensnormen is niet strafbaar.
Zelf ben ik nooit lid geweest van een studentencorps, ook niet van een kerk of voetbalclub. Een homo met eigenwaarde heeft niets te zoeken tussen kleinen van geest. Maar ik zal altijd de vrijheid verdedigen om dat toch te doen en zijn. Nee, die krankzinnige incidenten verdedig ik niet. Maar de reacties daarop zouden niet alleen moeten gaan over grensoverschrijdend gedrag, maar ook over hoe sensitief je bent voor je omgeving, voor de ander.
Snap je wel hoe het werkt, samenleven? Weet je wanneer je een enorme lul bent? Als ik met vrienden ben, fysiek of in een appgroep, dan worden er regelmatig grenzen overschreden. Papieren grenzen van fatsoen. Homo’s onder elkaar kunnen dat als geen ander. Tegelijk worden er nooit échte grenzen overschreden. Want die voel je aan, die ken je.
Ik denk wel eens dat lhbt’ers en andere minderheidsgroepen die grenzen beter aanvoelen dan dominante meerderheidsgroepen die menen zich alles te kunnen permitteren. Als minderheidsgroep voel je haarfijn aan wat de grens is tussen interesse en oordeel, tussen grap en onbeschoftheid, tussen onwetend en vals en tussen een eikel en een enorme eikel. Die corpsleden die opdrachten verstrekten over vrouwen en migranten? Die waren onbeschoft, vals en enorme eikels.
Hoe ludiek zou het zijn als komend jaar corporale verenigingen de voorpagina’s weer domineren, maar dan met een ontgroeningsopdracht waar de empathie, betrokkenheid en fijngevoeligheid van afstraalt. Zonder dat ze door een hoepeltje moeten springen.