‘Het belonen van studenten met lef is in ons onderwijs niet eenvoudig’
Jacob Eikelboom is naast overtuigd twijfelaar ook docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column voor HvanA over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze week staat hij op voor de student die níét zijn voorbeeld volgt.
Ik moet bekennen dat ik een voorkeur heb voor bepaalde studenten. En ja, ik denk dat het onbewust mijn vermogen om hen te beoordelen beïnvloedt. Het goede nieuws: iedereen kan doordringen tot die voorkeursgroep. Het enige dat je hoeft te doen is een non-conformist zijn, een dwarsdenker, een voorloper, een baanbreker.
Ik heb het dan over de student die als enige vraagtekens plaatst bij voorgeschreven literatuur, die geen genoegen neemt met één uitleg, die als enige nee zegt als iedereen ja zegt, die zélf met een verrassende en onderbouwde visie komt, die vooruit wil en gaat en mij zo uitdaagt tot kritisch denken en creatief onderwijs.
In het onderwijs zien een hoop mensen erop toe of docenten en studenten niet teveel buiten de lijntjes kleuren
Deze studenten hebben mijn voorkeur omdat ze een onbewandeld en daarom ongemakkelijk pad bewandelen. En omdat ze, zonder het te beseffen, vaak tot een voorhoede behoren en op lange termijn een blijvende bijdrage leveren aan de samenleving. Studenten die hun tijd vooruit zijn in denken en doen. Niet als helderziende, maar weloverwogen en doordacht. En dat verdient waardering en beloning.
Het belonen van studenten met lef en moed is echter geen eenvoudige opgave in het onderwijs. Dwarsdenken en vooruitlopen gaan moeizaam samen met vastgelegde leerdoelen en beoordelingscriteria gevat in toetsmatrijzen en rubrics. De route naar het voorafbepaalde eindniveau is vastgesteld en een hoop commissies en richtlijnen zien toe of opleidingen, docenten en studenten niet teveel buiten die lijntjes kleuren: de Inspectie van het Onderwijs, curriculumcommissies, toetscommissies, examencommissies en als heilige graal de OER, de onderwijs- en examenregeling.
Het lullige van non-conformist zijn, is dat het vaak tientallen jaren duurt voor de conformisten inzien dat het zo gek niet was wat je dacht, zei of deed. Tot die tijd is het vaak een eenzame strijd waarin je weggezet wordt als niet serieus te nemen dorpsgek of als risico voor de stabiliteit. De heldin van mijn jonge jaren is er zo één, Sinead O’Connor. Pas toen ik recent een documentaire over haar leven zag, besefte ik wat voor voorloper ze was.
O’Connor streed tegen seksueel misbruik in de katholieke kerk, twintig jaar voor de eerste priesters werden aangeklaagd. Ze weigerde zich in een man-vrouwhokje te laten stoppen, twintig jaar voor de term non-binair werd gebruikt om ruimte te bieden aan meer dan twee genders. Ze eiste zelfbeschikkingsrecht voor haar Ierse landgenoten, twintig jaar voor het recht op abortus in de wet werd vastgelegd. En ze sprak zich uit tegen politiegeweld in de VS tegen zwarte mannen, dertig jaar na Martin Luther King, maar twintig jaar voor de Black Lives Matter-beweging in brede kring gesteund werd. Ze confronteerde Europeanen met doorwerkende koloniale structuren, ver voor het begrip dekoloniseren doordrong tot instituten. Sinead was al wakker voor woke de betekenis kreeg die het nu heeft.
Woke is nu officieel kleinburgerlijk: daar heeft een non-conformist niets te zoeken
Toch zou ze anno nu haar kont tegen de woke-krib gooien. Woke is namelijk omarmd door overheidsinstanties en bedrijven als Coca Cola en dus officieel kleinburgerlijk. Daar heeft een non-conformist niets te zoeken. Die ontworstelt zich juist constant aan bemoei- en regelzucht. Dat is precies wat ik zou willen belonen bij studenten: het nooit stilstaan, maar dynamisch dwarsliggen, met een goed werkend moreel kompas en een hoop kennis en zelfkennis en maatschappijspot als navigatie.
Mijn heldin Sinead stond nooit stil en was niet voor één gat of opvatting te vangen. Niet lang nadat ze live in de bestbekeken talkshow van de VS een foto van de paus verscheurde en de kerk verketterde, ging ze voor in gebed tijdens een concert dat ik bezocht. Ze vroeg God, Jezus en Maria bloedserieus om een zegen voor de avond, tot verwarring en verbijstering van veel aanwezigen. Inmiddels is Sinead moslim. Toen ze als trofee door medegelovigen werd binnengehaald, verscheen ze in regenbooghoofddoek om aandacht te vragen voor de positie van lhbt’ers in de moslimgemeenschap. Het wachten is op een volgende ongemakkelijke stap.
Mijn studenten hoeven echt geen Sineads te zijn; iemand kopiëren is sowieso niet heel tegendraads. Maar ze mogen best Sinead doen. Of Rosa Parks, of Andy Warhol. Of dichter bij huis: Aletta Jacobs of Benno Premsela. Ik zou deze dwarsdenkers en voorlopers graag inzetten als rubric. De score wordt bepaald op grond van indicatoren als lef, dapper, daadkracht, creatief, kritisch, fris, vooruitstrevend en oprecht. Met die rubric verantwoord ik de voorkeursbehandeling die ik aan dwarsdenkers, voorlopers, baanbrekers, en alle non-conformisten in mijn lessen geef.