‘Het wemelt op de HvA van de bullshitbanen’
Naast overtuigd twijfelaar is Jacob Eikelboom docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze week vraagt hij zich af: investeert de HvA wel in de juiste mensen?
Volgens antropoloog David Graeber heeft meer dan twintig procent van de werkende mensen een baan die er niet toe doet. Bullshitbanen noemt hij dat, onzinbanen. Hij voegt er aan toe dat die mensen best hard werken. Des te tragisch. Graeber noemt ook een oorzaak van de hoeveelheid van dit soort banen, namelijk de toename van regelzucht en bureaucratie. Door zelfgecreëerde of niet-bestaande problemen heb je vervolgens mensen nodig om die problemen weer op te lossen.
Bij de HvA kom ik ze ook tegen, deze bullshitbanen. Banen die soms zo ver van het onderwijs af staan, dat een student of docent niets zou merken als die baan niet meer zou bestaan. Vaak zijn het zinvolle functies als je er één of twee van hebt per faculteit.
Banen die er minder toe doen gaan ten koste van docenten, mensen die hun zinvolle baan dreigen te verliezen
Maar helaas, het wemelt op de HvA van de projectleiders, projectmanagers, projectmedewerkers, communicatiemedewerkers, communicatiespecialisten, communicatiemanagers, hr-managers, hr-medewerkers, onderwijsadviseurs, -specialisten en -ontwikkelaars, begeleiders, secretarissen, uitvoerders en natuurlijk coaches, verdeeld over een stuk of drie management- en bestuurslagen. En elke week nemen deze functies in aantal toe, als ik naar de vacature-overzichten van de HvA kijk. De functieomschrijvingen voor banen waarin je daadwerkelijk onderwijs verzorgt lijken een stuk beperkter, namelijk twee: docent en docent-onderzoeker.
Er zijn vast HvA’ers die gelukkig zijn met een bullshitbaan. Blijkbaar hebben ze het gevoel een bijdrage te leveren aan goed onderwijs of aan het eenvoudiger en zinvoller maken van het studentenbestaan. Het probleem is echter dat banen die er minder toe doen ten koste gaan van banen die er meer toe doen: onderwijsbanen, docentfuncties. En achter die onderwijsbanen en docentfuncties gaan mensen schuil, onmisbare mensen die ik koester, mijn directe collega’s. En sommigen van hen dreigen hun zinvolle baan te verliezen.
Het zit zo. Op mijn maatschappelijk noodzakelijke en prachtige opleiding kregen we een tijdje terug door het management uitgelegd dat het geld op is. Eén volle klas met alle daarbij behorende lessen kost één volledige docentbaan. Minder klassen betekent dus minder docenten. Gezien de langdurige daling van het aantal studenten op mijn opleiding vliegen er binnenkort dus collega’s van mij uit. Mensen die elke dag tientallen studenten voorbereiden op een toekomst en hun eigen kennis en ervaring delen met nieuwe generaties. Mensen die ervoor zorgen dat de stad Amsterdam niet alleen blijft draaien, maar zich ook ontwikkelt. Die mensen vliegen er dus uit.
Als het geld op is, is het op. Maar dat is juist het probleem. Het kan anders. Het is een kwestie van kiezen. Zo’n 38 procent van de 4500 medewerkers op de HvA geeft geen onderwijs. Opvallend veel voor een onderwijsinstelling. Natuurlijk zijn er onder die meer dan 1700 niet-docenten een hoop nuttige banen (roosteraars, toetsregelaars, it-, sis- en testvisionprobleemoplossers, koffiemakers, borrelorganisatoren, studentdecanen, gebouwenbeheerders, schoonmakers, om er maar wat te noemen), maar ook een hoop niet.
Wat als jouw baan niet meer bestaat, kan een student zijn of haar studie dan ongestoord voortzetten?
Niet alleen de HvA, maar ook overheidsinstellingen en bedrijven besteden steeds vaker hun geld aan bullshitbanen. In het geval van de HvA is dat een kwalijke keuze, omdat die keuze ten koste gaat van de essentie van een onderwijsinstelling: onderwijs en onderzoek. De klassen worden voller, het aantal contacturen beperkter en ontwikkeluren voor onderwijsprogramma’s minder.
Het is gezond om jezelf niet al te serieus te nemen, af en toe twijfelen aan je professionele bestaan kan ook geen kwaad. Neem je baan dus eens onder de loep. Vraag jezelf eens af wat er gebeurt als jouw baan of functie niet meer bestaat. Kan een student zijn of haar studie ongestoord en succesvol voortzetten? Kan een docent of onderzoeker zijn of haar werk nog doen?
Mocht je beseffen dat je tot die twintig procent bullshitbanen behoort, geen probleem. Zeg je baan op, zorg ervoor dat je geen vervanger krijgt, word docent, deel je nuttige kennis en ervaring en vertel een nieuwe generatie hoe ze wel gelukkig kunnen worden in hun werk.