Steun aan Oekraïne, geen woord over Iran: waarom neemt de HvA wel of geen stelling?
Waarom spreekt de HvA steun uit voor de slachtoffers in Oekraïne, maar blijft het stil over de slachtoffers in Iran? Het onderscheid zorgt voor onbegrip bij studenten met hart voor de Iraanse zaak. Zij willen op de campus meer aandacht voor Iran, voor de HvA is dat minder eenvoudig.
Moet de Hogeschool van Amsterdam zich bemoeien met een oorlog die uitbreekt, een ramp die plaatsvindt of mensenrechtenschendingen? Of kan een onderwijsinstelling als de HvA zich beter op de vlakte houden, onder het mom van politieke neutraliteit?
Voor een groep studenten van de Faculteit Gezondheid is het geen ingewikkelde keuze. Zij vinden het onbegrijpelijk dat de HvA niet met een publiekelijk statement komt over wat er momenteel gebeurt in Iran. De studenten willen dat er op de campus aandacht komt voor hun land- en leeftijdgenoten die in Iran strijden voor vrijheid en vrouwenrechten. Die aandacht besteedde de HvA immers ook aan de inval van Rusland in Oekraïne (zie kader).
In maart vorig jaar bracht de HvA een statement naar buiten over Oekraïne. De hogeschool schreef daarin ‘diep geraakt’ te zijn door de inval en alle studenten een luisterend oor en advies te bieden. Er werd gewezen op doneeracties en een posteractie om je solidair met Oekraïne te tonen. De samenwerking met (Wit-)Russische universiteiten werd verbroken.
Begin februari van dit jaar volgde een vergelijkbaar statement over de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië. ‘We leven met iedereen mee en staan voor je klaar’. Net als bij Oekraïne werd in het statement doorverwezen naar de inzamelingsacties van studenten.
Spil van de groep is verpleegkundestudent Amjad Almatni (22), die veel met zijn hoofd bij Iran is sinds de protesten er in september uitbraken. De Syrische student vindt het belangrijk dat HvA’ers begrijpen dat er mensenrechtenschendingen plaatsvinden in Iran en daarom hing hij posters op (zie video onder).
‘Of je steunt ons allemaal als HvA, of je steunt niemand’, is Amjads standpunt. Niet alleen solidair met Oekraïne zijn dus, vindt hij, ook met Iran. Zo redeneerden ook zijn medestudenten, die getergde reacties achterlieten op een steunbetuiging van de HvA aan de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië.
Toch lijkt die afweging voor de HvA niet zo eenvoudig. Voorzitter Jopie Nooren van het College van Bestuur signaleert de onvrede van de studenten ook. Welk kompas houdt de HvA er volgens haar op na in dit soort kwesties?
Nooren ziet het zo: ‘We treden vaker naar buiten als een actualiteit impact heeft op onze rol als kennisinstelling of wanneer het onze studenten en medewerkers direct raakt. Maar het blijft wel zoeken, omdat iedere situatie anders is.’ Wat is de afweging dan bij de situatie in Iran? Is de impact op de studenten niet duidelijk genoeg?
‘Het was intern wel degelijk onderwerp van gesprek, binnen de afdeling Studentzaken en de faculteit waar dit speelde’, aldus Nooren. ‘Achteraf gezien hadden we dit eerder HvA-breed op moeten pakken. Maar voor ons blijkt dat nog een zoektocht: wanneer spreek je je als hogeschool uit, wanneer wacht je tot er om een reactie wordt gevraagd?’
‘Achteraf gezien hadden we de situatie in Iran eerder HvA-breed moeten oppakken’
Student Henk van den Bosch (23) is als lid van de centrale medezeggenschapsraad (CMR) stelliger. Volgens hem had de hogeschool allang met een statement over de wantoestanden in Iran kunnen komen. ‘Waarom? Omdat de Iraanse jongeren die hier studeren zich daar ontzettend gesteund door zouden voelen’, volgens Henk.
Is dat dan een taak van de hogeschool? ‘Ja, want een hogeschool is er ook juist om je thuis te voelen. Deze studenten maken zich zorgen over wat er in hun land gebeurt, maar de HvA erkent die zorgen niet publiekelijk. Eerlijk gezegd begrijp ik niet goed waarom. Volgens mij gaat dit voorbij politiek: dit gaat over mensenrechten, over laten zien waar je voor staat.’
‘Dit gaat over mensenrechten, over laten zien waar je voor staat’
Over Iran wil het College van Bestuur desgevraagd best reageren. Nooren schrijft in reactie aan HvanA: ‘Wij vinden dat alle jongeren gelijke rechten moeten hebben. Daarnaast veroordelen we alle vormen van geweld, waar dan ook ter wereld. Iedere situatie in de wereld waar geen ruimte is voor een eigen mening en scholing, is zorgelijk.’
Zaak voor de HvA om onbegrip en onduidelijkheid daarover zoveel mogelijk te voorkomen. Hoe? De komende tijd moet aan een duidelijker ‘afwegingskader’ worden gewerkt, aldus Nooren. Daarmee moet helder worden waar de HvA zich wel en niet over uitspreekt. ‘De komende maanden willen we het gesprek aangaan over dat afwegingskader, samen met studenten.’