Weer een gastdocent in opspraak, moet de HvA beter gaan screenen?
Daniël Rommens | Archieffoto ter illustratie
Een gastdocent bij Amfi die beschuldigd wordt van verkrachting en nu een advocaat die gearresteerd is vanwege zijn hulp aan een topcrimineel. Binnen een jaar raken twee gastdocenten van de HvA in opspraak. Checkt de HvA wel wie hier les komt geven?
Studenten van de opleiding HBO-rechten verbazen zich maandagmiddag op de Amtelcampus over het nieuws dat Youssef T., gastdocent op de HvA, is opgepakt. De door een student omschreven ‘geduldige en behulpzame’ docent blijkt ook de neef en advocaat van topcrimineel Ridouan Taghi. Samen zouden ze een gewelddadig plan hebben besproken om Ridouan te bevrijden uit een zwaarbeveiligde gevangenis.
Het is niet de eerste keer dat er problemen zijn met een gastdocent van de HvA. Eerder dit jaar raakte Amfi-alumnus en gastdocent Martijn N. in opspraak. Zeker twintig mannen beschuldigden hem van onder meer verkrachting en aanranding.
Werken met verdachten
Het nieuws over gastdocent Youssef T. heeft een behoorlijke impact op de studenten: ‘Ik vind het eerlijk gezegd heel apart dat Youssef T. hier gewoon kon lesgeven’, zegt eerstejaarsstudent Robert op straat bij de Amstelcampus. ‘Wist de HvA eigenlijk dat hij een link heeft met Taghi? Want zo iemand leid je toch niet naar studenten toe?’
De vraag is of de HvA inderdaad weet had van zijn relatie met de topcrimineel. En als dat zo is, is dat dan erg? Als advocaat werk je sowieso met mensen die verdacht worden van strafbare feiten. Was het anders geweest als een willekeurige andere strafpleiter studenten zou komen begeleiden?
‘Je gaat ervan uit dat de HvA een lijn trekt met wie er wel of niet voor de klas staat’
Robert vindt van wel. Volgens hem is het Marengo-proces, waarin Taghi hoofdverdachte is, niet te vergelijken met andere zaken. Vooral vanwege de mogelijke link van de moorden op meerdere betrokkenen, zoals op de broer van de kroongetuige in het proces, advocaat Derk Wiersum en misdaadjournalist Peter R. de Vries. Bovendien maakt de familieband een verschil.
Een van de studenten die les heeft gehad van Youssef T. is vierdejaars Imane. Ze beschrijft hem als behulpzaam, een duidelijke spreker en geduldig. Ze wist niet dat hij advocaat is van Taghi, maar door zijn achternaam had zij en haar klasgenoten wel een vermoeden dat hij familie kon zijn. ‘Ik heb me daar eerlijk gezegd nooit onveilig door gevoeld. Misschien ook omdat je ervan uit gaat dat de HvA heus wel een lijn trekt met wie er wel of niet voor de klas staat.’
Geen verplichte check
De HvA zegt niet te controleren wat mogelijke gastdocenten op hun kerfstok hebben of wie hun familieleden zijn. In het hbo is het niet verplicht om het gedrag van docenten te checken en daarom gaan hogescholen heel verschillend om met de screening van hun medewerkers. Gastdocenten treden bovendien niet eens echt in dienst bij de HvA.
Sommige hogescholen vragen voor bepaalde functies wel aan hun medewerkers om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). In die verklaring staat of iemand strafbare feiten heeft gepleegd die een risico kunnen vormen voor het uitvoeren van hun werk. Zo’n verklaring is verplicht voor docenten in het basis- en het voortgezet onderwijs, maar niet op het hbo.
De HvA vraagt niet om die verklaring. Zo’n extra check zou er waarschijnlijk ook niet toe hebben geleid dat Youssef T. of Martijn N. afgewezen zouden zijn als gastdocent. De VOG zegt namelijk alleen iets over strafbare feiten waarvoor iemand veroordeeld is. ‘We huren in op basis van expertise en bevoegdheid en presteren in de praktijk’, zegt een woordvoerder. De hogeschool ziet naar aanleiding van Youssef T. en Martijn N. geen aanleiding om het beleid te veranderen. Ook koepelorganisatie Vereniging Hogescholen ziet geen reden voor een aanscherping van de regels.
‘Natuurlijk is het goed om iemand voor de klas te hebben met veel ervaring, maar als ik de HvA was geweest had ik hem niet aangenomen’, zegt tweedejaarsstudent Laila. Je weet niet waar zijn aanwezigheid toe kan leiden, vult studiegenoot Nathalie aan. ‘Wij hebben geen les van hem gehad, maar andere studenten wel. Ik hoor van veel studenten dat ze het een eng idee vinden, sommigen kunnen het niet eens geloven. Al maken ze ook grapjes hoor, zo van ‘‘gelukkig is ons niks aangedaan’’.’
De namen van de studenten zijn gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
