Raúl rommelt – Ik wil een cyborg zijn
Raúl Inzaurralde is SIS-specialist op de HvA. Naast die zeer opgeruimde kantoorbaan rommelt hij wat aan in het leven en daarover schrijft hij voor HvanA. Deze week verlangt hij naar het hebben van een computerbrein.
Ik ken een oude vrouw die nog de papieren krant leest, maar wel de reflex heeft ontwikkeld om met haar vingers een inzoomgebaar te maken wanneer zij iets niet kan lezen, alsof het een touchscreen is. Als ik een boek zoek in mijn boekenkast, heb ik de neiging om met mijn vingers op een onzichtbaar toetsenbord te drukken op [Ctrl] en [F]. Als ik in mijn geheugen wil graven, probeer ik trefwoorden te gebruiken, als in een zoekmachine, maar dan blijkt mijn brein geen algoritme te hebben. Wij zijn de missing link tussen de homo sapiens en de volautomatische mens. In deze overgangsfase maken wij onhandige gebaren waar men later om zal lachen.
‘Ik wil met mijn oren kunnen shazammen, mijn per ongeluk verwijderde foto’s oproepen met een oogopslag’
Van het feit dat ik geen computer ben, raak ik in paniek. Hierdoor zal ik een heleboel dingen namelijk nooit meer kunnen terugvinden: de forens die mij wees op de zonsopkomst; de dakloze die mij vertelde dat alles goed zou komen; de professor die beweerde dat het nooit goed zou komen; de student die verwoorde wat ik altijd al dacht; de barman die per ongeluk een gedicht had voorgedragen; de Italiaanse die mij haar liefde verklaarde; de fietsenmaker die altijd de waarheid sprak en mijn lievelingsknuffel die ik als kind in de metro ben verloren.
Zo leefden de mensen vroeger dus altijd. Ze raakten de hele tijd van alles kwijt, maar als ze iets terugvonden was het gelijk een moment uit een dramafilm. Zo liep mijn oma in een verzorgingstehuis na zeventig jaar haar jeugdliefde tegen het lijf. Dit soort spektakel heeft Mark Zuckerberg ons weliswaar door de neus geboord, omdat wij nu per minuut kunnen bijhouden wat onze jeugdliefdes aan het doen zijn (als je dat wilt weten), maar wij hoeven in ieder geval niet zeventig jaar te wachten op een bijzondere ontmoeting. Daar hebben we ook helemaal geen tijd voor. Ik heb laatst uren naar iets gezocht tussen mijn rommel. Ik heb niet gevonden wat ik zocht, maar wel een heleboel andere dingen waarmee ik eerder van alles gedaan had kunnen hebben, als ik had geweten dat ik ze had. Dit is zonde en was niet gebeurd als al mijn rommel was gedigitaliseerd en opgeslagen in een computerbestand. Ik wil niet langer blijven hangen in het tijdperk van de nostalgie.
Ik wil een cyborg zijn die altijd een grap of anekdote paraat heeft in zijn interne harde schijf. Ik wil met mijn oren kunnen shazammen, mijn per ongeluk verwijderde foto’s oproepen met een oogopslag en mij alles weer herinneren wat ik heb geleerd tijdens mijn studie. Als iemand voor zijn afstudeerproject een dergelijke machine maakt, wil ik daar direct op worden aangesloten. Wat ik nodig heb is een database van de vergetelheid. Ik smeek het jullie.