Topper of loser: hoe een sterrencultus Amfi onveilig maakte

22 april 2021
Beeld:

Daniël Rommens | Modellen bij een modeshow van Amfi-studenten

Geplaatst door
Andrea Huntjens Sterre van der Hee Daniël Rommens
Op
22 april 2021

Verhalen over de grote prestatiedruk en de onveilige sfeer op mode-instituut Amfi zijn legio. Nachtenlang doorhalen en klassikaal afgebrand worden, zijn er eerder regel dan uitzondering. Hoe konden deze sterrencultuur en de uitwassen daarvan ontstaan? Een reconstructie.

Dag en nacht doorbuffelen, om vervolgens voor de hele klas belachelijk te worden gemaakt door je leraar. Voor veel Amfi-studenten is het een bekend verhaal. Studenten ervaren tijdens hun studie constant druk, zeggen zij in gesprekken met HvanA. ‘Ik was een sterk persoon toen ik op Amfi binnenkwam, en was niet meer wie ik was toen ik eruit kwam. Ze hebben mijn toekomstbeeld en zelfliefde kapotgemaakt’, zegt oud-student Laura de Wilde.

Dit ga je lezen
  • Studenten noemen mode-instituut Amfi een onveilige plek, spreken van extreme werkdagen en harde, persoonlijke feedbackmomenten.
  • (Oud-)docenten zien een relatie tussen de klachten en de transformatie van de school die eerst een modeschool was, en nu een exclusief instituut met een strenge selectie en een sterke wil om vooral getalenteerde ‘sterdesigners’ af te leveren. ‘De concurrentie is daardoor moordend’.
  • De beoordelingen op Amfi zijn volgens studenten en docenten te subjectief en de klachtenprocedure onhelder. Ze worden afgewimpeld bij de examencommissie. Hulp zoeken buiten het instituut wordt niet op prijs gesteld.
  • Studentenbond Asva kreeg inmiddels driehonderd klachtenmails binnen over de opleiding en denkt na over vervolgstappen. ‘Op dit moment verkennen we alle wegen waarmee we studenten gerechtigheid kunnen brengen.’
  • Amfi laat weten een aantal maatregelen te hebben genomen naar aanleiding van de kritiek.

 

Modeopleiding Amfi ligt flink onder vuur. Aanleiding is onder meer een artikel van Het Parool en NRC over Martijn N., alumnus van Amfi en een bekende naam in de modewereld. In de kranten beschuldigen twintig mannen hem van drogering, aanranding en verkrachting. N. is de oprichter van Moam, een collectief dat jonge talenten aan gevestigde modeontwerpers koppelt. Ook studenten van Amfi konden bij N. stagelopen, hij was geregeld als medebeoordelaar actief bij afstudeerprojecten en gaf als gastdocent twee keer les op het mode-instituut.


Het is niet de eerste keer dat Amfi in opspraak komt; zo vertelden verschillende studenten vorige zomer aan HvanA over racisme op de opleiding. Ze spraken van een ‘zwijgcultuur’ en een ‘onveilige omgeving’. Ook nu doen studenten hun verhaal.

 

Hoe konden deze uitwassen ontstaan op het gerenommeerde mode-instituut van de HvA? En wat vormde de voedingsbodem voor de moordende concurrentie en een ‘sterrencultuur’ op de opleiding?

Amfi bestaat bijna dertig jaar. Het instituut ontstaat in 1992 uit een fusie tussen twee modeacademies: de technisch-commerciële school Meester Koetsier en Charles Montaigne, een particuliere school voor couture en styling. Beide opleidingen willen modeprofessionals afleveren die in de kledingindustrie kunnen gaan werken. De opleiding is nadrukkelijk géén kunstopleiding, zoals de modeopleiding van de Hogeschool voor de Kunsten Artez in Arnhem, maar legt de focus vanaf het begin meer op commercialiteit.

 

Kort na de fusie wordt dan ook een nieuwe afdeling in het leven geroepen: Fashion & Branding. Docenten vinden het belangrijk dat studenten meer meekrijgen over merken en verkoopstrategieën, omdat dat in de kledingindustrie ook steeds belangrijker is. Amfi heet dan nog ‘Fashion Management & Design’.

‘Als je zo op sterdesigners focust, zeg je tegen de andere studenten dat ze losers zijn’

In 2002 krijgt de opleiding de naam Amfi. In het huidige ‘Amfi Manifesto’ – te vinden op de website – noemt de opleiding zichzelf een ‘toekomstgedreven instituut’ dat een omgeving biedt met ‘wederzijds respect en gedeelde kennis’. Amfi zegt nieuwsgierigheid, compassie en creativiteit aan te moedigen. ‘We learn by doing, embracing failure and achievement.’

 

Falen omarmen klinkt mooi, maar oud-docent Linnemore Nefdt, in dienst bij Charles Montaigne voor de fusie, ziet in de periode van 2004 tot 2010 hoe de aandacht van de designafdeling steeds meer komt te liggen op het afleveren van topdesigners. ‘Er kwam een soort sterrensysteem’, vertelt ze. ‘Er werd doelbewust gewerkt aan excellentie en het creëren van voorbeelden, om zo de reputatie en de kwaliteit van Amfi te verbeteren.’

Getalenteerde studenten worden opgenomen in een honoursprogramma en krijgen extra coaching van de designdocenten. Hoofddocent Peter Leferink, die in 2004 op Amfi begint, trekt die begeleiding volgens Nefdt steeds meer naar zich toe. ‘Dat ging heel geleidelijk en op een bepaald moment maakte hij in zijn eentje de dienst uit.’ Amfi laat weten dat het honoursprogramma in 2018 gestopt is. ‘De reden hiervoor is dat studenten aangaven dat het programma eerder een drempel dan een hulpmiddel was.’ Het idee van het programma was volgens het instituut om ‘ruimte de bieden aan studenten die onvoldoende mogelijkheden vonden voor hun visie en ideeen binnen bestaande programma’s.’ 

 

Studenten die willen afstuderen door een modecollectie te ontwerpen, moeten volgens Nefdt op een bepaald moment allemaal naar Leferink voor begeleiding. Hij is ook degene die de eindproducties beoordeelt. Voor die tijd begeleidden meerdere docenten afstudeertrajecten, zij coachten en beoordeelden vanuit verschillende invalshoeken. ‘Dat Leferink het alleenrecht kreeg, zorgde voor een versmalling van de blik op design’, vindt Nefdt. Amfi weerspreekt dat de begeleiding en beoordeling bij één docent lag. Het instituut zegt ‘al jaren geleden studenten meer vrijheid’ te hebben gegeven ‘om zelf docenten te kiezen binnen hun afstudeerrichting’.

 

De focus op excellentie levert volgens Nefdt bovendien een ‘moordende concurrentie’ op onder de studenten. Een docent van Amfi, die anoniem wil blijven, zegt: ‘Als je zo op sterdesigners focust, zeg je tegen de anderen dat ze losers zijn.’ Volgens de docent is dat een foute benadering van onderwijs. ‘Iedere student heeft het recht op begeleiding en het succesvol afronden van de opleiding. Docenten moeten zich daarom juist dienstbaar opstellen en zich niet zo boven de student in een machtspositie plaatsen.’

Beeld: Daniël Rommens | Studenten in de naaizaal bovenin het Amfi-gebouw

Jaarlijks biedt Amfi plaats aan zo’n 1.250 studenten, zowel Nederlanders als internationals. Daarvan zijn 430 plekken bedoeld voor eerstejaars. Voor het huidige collegejaar meldden zich meer dan 1200 aspirant-studenten voor de strenge selectieprocedure, waarvan dus ongeveer een op de drie werd toegelaten.

 

Wie een plek heeft bemachtigd, mag dus de handjes dichtknijpen. Tegelijkertijd betekent het dat je extra je best moet doen: je hebt immers velen achter je gelaten, een kans gekregen, en dat betekent dat de opleiding hoge verwachtingen van je heeft. En de modewereld is hard, zo stellen docenten, de hoge werkdruk op Amfi bereidt je daarop voor. Studenten vertellen dat ze op de eerste collegedag hun vingers moesten opsteken als ze een relatie hadden. Kijkend naar de opgestoken handen zei de docent: ‘Maak dat maar vast uit, daar heb je hier geen tijd voor.’

‘Een pauze nemen is gebruikelijk. Bijna niemand houdt het vier jaar onafgebroken vol’

Dat de druk hoog is, bevestigt onder meer student Ashley Duijveman. ‘Bijna elke student heeft last van faalangst, sommigen krijgen zelfs een burn-out’, zegt ze. Ook andere studenten spreken van overspannenheid. Vrijwel allemaal zeggen ze dat ze een pauze hebben moeten nemen van de opleiding – sommigen gingen er zelfs een jaar tussenuit. ‘Dat is gebruikelijk. Bijna niemand houdt het vier jaar onafgebroken vol’, zegt een oud-student die vanwege haar baan in de mode anoniem wil blijven.


Van alle prestatiemomenten zijn volgens de studenten de feedbackrondes het ergst. Die vinden vaak klassikaal plaats, waarbij ze één voor één feedback krijgen op hun ontwerp. Volgens de studenten gaat die kritiek vaak over de persoon áchter het werk, meer dan over het werk zelf. ‘Omdat ik een accent heb, werd door twee leraren aan mij gevraagd wat mijn ouders verdienen en of ze de opleiding wel konden betalen’, zegt Laura. ‘Aan een klasgenoot die een project maakte over seksueel geweld, werd klassikaal gevraagd of ze wel genoeg seksuele ervaring had om zoiets te maken.’

 

Ook heerst er onduidelijkheid over hoe eerlijk de feedback verloopt. Ashley vertelt dat haar afstudeerproject van een docententrio een onvoldoende kreeg, terwijl een andere docent aanvankelijk laaiend enthousiast was. Ze stapt naar de examencommissie en moet haar project drie keer overdoen. Uiteindelijk kijken er in totaal tien docenten naar – ze krijgt een 5,5.


Soms is het voor studenten onduidelijk waarop hun beoordelingen zijn gebaseerd. Ze maken immers ontwerpen; geen toetsen waarbij je een cijfer krijgt voor het aantal goede antwoorden. Criteria worden onduidelijk omschreven op het beoordelingsformulier, herinnert ook een oud-docent zich die niet bij naam wil worden genoemd. ‘Wat je cijfer werd, lag maar net aan de docent die voor de klas stond. Onderwijskundig gezien konden cijfers veel beter onderbouwd worden. Natuurlijk kun je iemand beoordelen op een ontwerp, maar dan moet je wel duidelijk formuleren wat de criteria voor een onvoldoende, matig, voldoende, ruimvoldoende of goed zijn. Dat gebeurde te weinig.’

Beeld: Daniël Rommens | Achter de schermen bij een modeshow van Amfi-studenten

Dat Amfi studenten ook voorbereidt op de commerciële wereld en hen leert hoe ze producten in de markt moeten zetten, is de kracht van het instituut, zegt Addy van den Krommenacker (71), een door de wol geverfd modeontwerper. ‘Je leert er veel dat bij andere opleidingen nauwelijks aan bod komt. Dat merk ik aan de basiskennis die sommige van mijn stagiairs hebben.’ De modewereld is hard, zegt hij, en daar moet je studenten ook op voorbereiden. ‘Modeopleidingen lijken voor jonge mensen vaak heel aantrekkelijk, omdat ze de modewereld als heel glamoreus zien. Maar ik zit niet met een glas champagne achter de tekentafel.’

 

Volgens de ontwerper is een harde benadering daarom nodig om ‘het kaf van het koren te scheiden’. ‘Natuurlijk moeten studenten er niet aan onderdoor gaan, maar toen ik begon op mijn twintigste, werkte ik van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat.’ Volgens Van den Krommenacker horen lange dagen bij het werkveld, al zijn veel studenten daar niet op voorbereid. ‘Het is een moeilijk en hard vak, waarbij je geen dagen van acht tot zes maakt. Als een van mijn werknemers nooit in de avonden of weekenden bereikbaar is, wordt dat een probleem.’

‘Buiten het instituut naar hulp zoeken wordt gezien als vreemdgaan’

Studenten en docenten die zich onveilig voelen of persoonlijke problemen hebben, kunnen zich op de HvA melden bij een vertrouwenspersoon. Ook kun je conflicten aangeven bij je mentor en decaan. Volgens verschillende studenten zijn de beschermingsprocedures bij Amfi niet voldoende. Zo zegt oud-student Sven Ponthofer:  ‘Bij de mentor hoorde ik dat ik bij de decaan moest zijn. Die zei dat ik maar achterin de rij aan moest sluiten. Iedereen heeft hier immers een burn-out, zo kreeg ik te horen.’ Een oud-docent bevestigt dat.  ‘Een klacht indienen haalde niks uit. Je werd van het kastje naar de muur gestuurd.’ Een andere docent stelt dat problemen niet serieus worden genomen.  ‘Een brief aan de examencommissie komt uiteindelijk bij Peter Leferink terecht. Als hij dan zegt: “dit herken ik niet”, is het klaar.’

Amfi laat weten dat klachten uit de examencommissie altijd ‘in gezamenlijkheid’ besproken worden tussen examencommissie en het hoofd van de afdeling. ‘Het is dus niet zo dat iemand in zijn of haar eentje bepaalt wat er met een klacht gebeurt.’

 

De docent noemt de klachtenprocedure niet helder. ‘Het was mij ook niet duidelijk hoor. Ik heb het woord vertrouwenspersoon nog nooit laten vallen bij studenten. Op Amfi heerst een cultuur van: wij kunnen dit intern wel oplossen. Studenten met klachten gaan dan op zoek naar een docent die ze wel vertrouwen.’ Buiten het instituut naar hulp zoeken – bijvoorbeeld bij de overkoepelende faculteit Digitale Media & Creatieve Industrie – werkt niet in je voordeel. ‘Dat wordt als een soort vreemdgaan gezien.’

 

‘Ik kan me voorstellen dat het op een selectieve opleiding als Amfi lastiger kan zijn om een cultuuromslag te maken’, zegt HvA-lector en onderwijskundige Louise Elffers. Volgens haar worden studenten geselecteerd omdat ze binnen de bestaande kaders passen. ‘Tegelijkertijd wordt van alle professionals – en misschien van creatieve professionals nog wel het meest – verwacht dat zij de wereld om hen heen bevragen en in beweging brengen. Daarom is het zaak te waarborgen dat er voldoende ruimte is voor afwijkende geluiden, en dat die serieus worden genomen.’


Opleidingen met selectieprocedures creëren altijd een bepaalde mal: een beeld van de ideale student, aldus Elffers. Dit om te kunnen toetsen of kandidaten passen bij een opleiding en de beroepspraktijk. ‘Het risico daarvan is dat je een bestaande cultuur keer op keer bevestigt, en dat er minder ruimte is voor verandering. Het is in de wetenschap een bekend gegeven dat mensen in selectieprocedures – voor opleidingen, voor banen – geneigd zijn de kwaliteiten van kandidaten die op henzelf lijken eerder te herkennen en te waarderen.’ Zelfs als het expliciete doel is om meer diversiteit of vernieuwing binnen te halen, komen veranderingen volgens haar daardoor vaak moeilijk van de grond.

 

Amfi plaatst in maart direct na het artikel van Het Parool en NRC een statement over Martijn N. op Instagram. Het instituut zegt ‘geschokt’ te zijn over het artikel. Amfi zou geen indicaties hebben gehad voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. ‘We hopen op een zorgvuldig en rechtvaardig verloop van het verdere proces voor alle betrokkenen. We verlenen vanzelfsprekend alle medewerking aan een strafrechtelijk onderzoek’.

Dit statement is hypocriet, vinden veel (oud-)studenten. ‘Amfi en “veilige leeromgeving voor iedereen” zijn wat mij betreft nooit echt samengegaan’, schrijft een student in de reacties.  ‘Jullie hebben gefaald om jullie studenten te beschermen,’ stelt een ander.

Over dit artikel

Dit artikel is gebaseerd op verklaringen van (oud-)studenten en -docenten van Amfi, na wekenlang onderzoek van HvanA. Naast direct betrokkenen sprak HvanA met tientallen mensen die de beschreven gebeurtenissen bevestigden. Alle namen van geïnterviewden zijn bekend bij de redactie.

Oud-student Anne Sarah Dijkhorst heeft inmiddels met studentenbond Asva het platform Time To Tell Amfi opgericht, waar ze de ervaringen van studenten verzamelt. Er kwamen in een week tijd bijna driehonderd mails binnen. Anne Sarah: ‘Het is een kip-of-ei-vraag. Is de modewereld zo hard of wordt die zo gemaakt? Als er zo veel verharde mensen van een opleiding komen, creëer je dan zelf niet juist die harde en onveilige industrie?’

 

Reactie Amfi

Dit artikel is voor publicatie voorgelegd aan de directie van Amfi. Zij laten in een reactie het volgende weten: ‘Amfi is een aantal jaar geleden begonnen met het aanpassen van het curriculum, ook om de werkdruk te verminderen. Voor de eerste twee jaar van de opleiding is dit doorgevoerd. Daarnaast vormden de negatieve berichten van oud-studenten over de sociale veiligheid bij Amfi aanleiding om direct een aantal maatregelen te nemen. Dit zijn: onderzoek naar de oorzaken van beleving van sociale onveiligheid en de mogelijkheden om dit te verandereren door een onafhankelijk onderzoeksbureau, versimpeling van de klachtenprocedure, aanpassing van de gedragscode, en de installatie van de Taskforce Ethics & Culture en een student council om met elkaar te werken een een beter werk- en leerklimaat bij Amfi. Het onderzoek is gestart.’