Wormenhotel niet beter voor het milieu, wel voor de buurt

17 juni 2020
Beeld:

Daniël Rommens | HvA-onderzoeker Maarten Mulder bij een wormenhotel in Amsterdam-Zuid

Geplaatst door
Heleen Gorris
Op
17 juni 2020

Wormen die je eierschalen composteren of bier brouwen met aardappelschillen. Stedelingen scheiden (en hergebruiken) steeds vaker hun gft-afval, want beter voor het milieu, toch? Dat valt tegen, concluderen onderzoekers van de HvA.

In Amsterdam, maar ook in andere grote steden in Nederland, verdwijnen etensresten, koffieprut en eierschalen linea recta in de verbrandingsoven. In tegenstelling tot veel andere gemeentes halen zij het groente-, fruit- en etensrestenafval niet gescheiden op.

 

En dus neemt de milieubewuste stedeling het heft in eigen hand. Met duurzame initiatieven, zoals wormenhotels in Amsterdam, een bakfiets die gft-afval ophaalt in Hengelo en een boot die het afval verwerkt tot gas. Alles om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk afval hergebruikt wordt.

Onderzoek

Maarten Mulder, onderzoeker bij Urban Technology, onderzocht de impact van al die initiatieven op de uitstoot van broeikasgassen, de financiële kosten en baten, maar ook op bijvoorbeeld sociale samenhang in een buurt. Daarvoor ontwikkelde hij een tool, waarmee je voor elk initiatief kunt berekenen wat de effecten zijn, en of die gunstiger of ongunstiger zijn dan al het afval op een hoop gooien. De tool is ontwikkeld voor gemeentes, afvalverwerkers, maar ook voor milieubewuste Nederlanders.

Voor het milieu hoef je het niet te doen, maar voor het sociale aspect zeker wel

Mulder gebruikte zijn zelf ontwikkelde tool om onder andere de impact van lokale wormenhotels te onderzoeken. In een wormenhotel kunnen buurtbewoners hun groente- en fruitafval achterlaten. Wormen verwerken dat afval tot compost. Dat kan bijvoorbeeld voor planten gebruikt worden. In Amsterdam zijn momenteel ongeveer honderd wormenhotels.

 

Het gebruik van de hotels, in plaats van de verbrandingsoven, heeft niet geleid tot minder uitstoot van broeikasgassen. Per wormenhotel in Amsterdam kan nu ongeveer 15 procent van de omwonenden meedoen, maar zelfs als de hele buurt hun gft-afval aan de wormen voedt, leidt dat niet tot minder uitstoot. 

 

Volgens Mulder heeft dat er vooral mee te maken dat afvalverbranding op grote schaal warmte en energie oplevert, dat weer gebruikt kan worden om huishoudens te verwarmen en daarmee grijze stroom van kolencentrales vervangt.

Het jaarlijkse oogstfeest is goed voor de samenhang in een wijk

Oogstfeest

Voor het milieu hoef je het dus niet te doen, maar voor het sociale aspect zeker wel. Zo’n wormenhotel brengt namelijk wel wat onderhoud en verzorging met zich mee. Iets waar buurtbewoners samen verantwoordelijk voor zijn. Uit de enquête onder 78 bewoners blijkt dat ruim 60 procent nu meer weet over composteren, en zich bewuster is van duurzame afvalscheiding.

 

Mulders’ onderzoek toont daarnaast aan dat 70 procent van de buurtbewoners meer contact heeft met buren, en bijna de helft ervaart een sterkere band. Met name samen het onderhoud doen, én het tweejaarlijkse oogstfeest waarbij buren de compost krijgen, doen het goed. Wellicht is dat hoe de toekomstige burenborrel eruit zal zien?