Kun jij door corona makkelijker aan een kamer komen?
Op zoek naar een kamer? De coronacrisis heeft de Amsterdamse kamermarkt behoorlijk opgeschud. Hoe groot is je kans om nu wel woonruimte te vinden in Amsterdam?
Hoe ziet de studentenwoningmarkt eruit?
Even terug naar pre-corona. Amsterdam kampt al tijden met een kamertekort van zo’n twaalfduizend woningen en een overspannen woningmarkt. Tot 2025 moeten jaarlijks zo’n tweeduizend studentenwoningen worden bijgebouwd.Bijvoorbeeld in Almere. Dat spraken onderwijsinstellingen in 2017 af met de gemeente en studentenhuisvesters.
Studenten, en met name internationals, kunnen lastig een woning vinden: buitenlandse studenten hebben immers geen netwerk en moeten op eigen houtje hun weg op de kamermarkt zien te vinden. Daarbij zijn kamers duur: de gemiddelde prijs op verhuurwebsite Kamernet bedraagt 611 euro.
Het nieuwe woningdeelbeleid van de gemeente, dat oorspronkelijk moest zorgen voor ontspanning van de woningmarkt, werkte juist in het nadeel van veel studenten. Vanaf dit jaar moet iedere huurder in een pand een eigen huurcontract hebben. Bovendien krijgt elke wijk en elk pand een maximaal aantal vergunningen, dat in sommige gevallen lager ligt dan het benodigde aantal voor de inwonende studenten, waardoor studenten op straat komen te staan.
Sinds 2017 is het verplicht om een vergunning te hebben bij drie of meer huurders, moet er een gemeenschappelijke ruimte van minimaal 11 vierkante meter zijn en gelden er bepaalde brandveiligheids- en geluidseisen.
Heeft de coronacrisis iets veranderd?
Ja. Dat wil zeggen: er zijn iets meer woningen. Kamers staan leeg doordat internationale studenten vanwege de crisis naar hun thuisland moesten vertrekken. Studentenhuisvester Duwo heeft in overleg met de HvA en andere onderwijsinstellingen duizend van deze gemeubileerde kamers aangeboden op verhuurwebsite Room.
‘Het ging vooral om kamers van exchange students, die slechts voor één semester komen’, zegt Gijsbert Mul van Duwo. ‘Sommigen wilden zelf weg – het online onderwijs draagt niet echt bij aan de ultieme buitenlandervaring – en anderen werden door hun thuisuniversiteit teruggehaald.’ Duwo zegt niet te zien dat Nederlandse studenten hun kamers opzeggen wegens financiële problemen. Het bedrijf verlaagt ook geen kamerprijzen: ‘Dat is niet uit te leggen aan klanten die onze woningen regulier huren.’
Hotel Casa in Amsterdam-Oost biedt ruimte aan 360 studenten (van wie 10 tot 20 procent uit het buitenland) en heeft nu ook kamers over. Rond deze tijd vertrekken normaal zo’n twintig studenten – de kamers zijn maandelijks opzegbaar – maar dit jaar waren dat er 55. ‘We hebben onze wachtlijst gemaild, maar kregen 15 kamers alsnog niet gevuld,’ zegt Richard Visser van Casa. ‘We zoeken nooit nieuwe studenten in mei, dit is een uitzonderlijke situatie.’
Normaal gesproken moeten studenten in de zomer vertrekken om plaats te maken voor hotelgasten, maar nu mogen ze er blijven. Langdurige leegstand vreest Visser niet. ‘De wachtlijsten voor september zijn lang genoeg.’
Wordt het kamerprobleem in Amsterdam nu veel kleiner?
Dat wordt duidelijk in het nieuwe collegejaar – normaal gesproken is dat hét piekmoment voor kamerverhuizingen. Tot die tijd is het koffiedik kijken, denkt stadsgeograaf Cody Hochstenbach van de Universiteit van Amsterdam. Overheidsmaatregelen kunnen veel invloed hebben: als studenten inderdaad buiten de spits moeten reizen kan de HvA minder onderwijs geven, moeten meer colleges online gegeven worden en blijven studenten wellicht vaker thuis wonen.
Hochstenbach denk dat particuliere verhuur en commerciële concepten als The Student Hotel daar last van kunnen krijgen. ‘Bij een afnemende vraag zijn lagere kamerprijzen onvermijdelijk.’ Dat kan voor studenten juist weer positief zijn.
Het kameraanbod hangt volgens Paul Tholenaars, directeur van kenniscentrum studentenhuisvesting Kences, ook af van hoeveel kamers er door onderwijsinstellingen worden gereserveerd, bijvoorbeeld voor internationale studenten. Als dat minder gebeurt, dan groeit het aanbod voor studenten uit Nederland.
Gijsbert Mul verwacht dat er op de lange termijn weinig zal veranderen. ‘Het opvullen van leegstand is een logistiek probleem, maar de wachttijd bij Studentenwoningweb is nog steeds vier jaar. Op kamers reageren nog steeds zo’n zestig mensen en dus is bijbouwen een keiharde noodzaak. Ik hoop dat de gemeente nu niet denkt dat dat niet meer nodig is.’