Ga je hospiteren? Met deze tips krijg jij die kamer

29 augustus 2019
Beeld:

iStock

Geplaatst door
Andrea Huntjens
Op
29 augustus 2019

Je hebt honderden reacties achtergelaten op Kamernet, al je Amsterdamse vrienden laten weten dat je op zoek bent en deze tips opgevolgd. En nu mag je eindelijk hospiteren. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Redacteur en ervaringsdeskundige Andrea helpt je op weg.

Allereerst, hospiteren is verschrikkelijk. Samen met twintig wanhopige kamerzoekenden, waarvan het voor enkele waarschijnlijk de vijfde hospiteeravond op rij is, probeer je te laten zien waarom jij de perfecte huisgenoot bent. Zelf heb ik al heel wat hospiteeravonden achter de rug en heb ik ze ook mogen organiseren. Daarin wist ik vaak binnen tien minuten met welke hospitanten ik in de toekomst in ieder geval geen badkamer en keuken wilde delen. Daarom deze tien tips: hoe zorg jij ervoor dat je dat felbegeerde dak boven je hoofd krijgt?

1. Zorg ervoor dat je sociale media niet gênant zijn

Het lijkt misschien een open deur, maar natuurlijk checken de huiseigenaren jouw Facebook, Instagram en Twitter. Zorg er dus voor dat die er netjes uit zien. En nee, je hoeft niet al je feestende foto’s en gekkebekkenselfies te verwijderen, maar staan er kiekjes of statusupdates op die alleen te verantwoorden zijn met een inside joke? Zet ze dan even op privé. Niemand zit te wachten op foto’s waarop je dronken aan een paal hangt of in een baldadige bui een verkeersbord uit de grond trekt. 

 

2. Wees niet te enthousiast

Toen ik een hospiteeravond organiseerde, zochten we een nieuwe huurder voor een kamer van 7m2 voor 450 euro. Oké, ons huis lag naast het Leidseplein, maar de kamer gaf niet veel reden tot enthousiasme. Toch zijn er altijd hospitanten die over werkelijk a-l-l-e-s enthousiast zijn. ‘Wauw wat een mooi groot, raam! En de ruimte valt me heel erg mee! Ik kan zelfs nog een ladekastje kwijt! Ik heb toch een uitklapbureau! En mijn kleding leg ik wel onder het bed!’ Hier prikken de kamereigenaren zo doorheen. Wees dus niet bang om af en toe ook kritisch te zijn.

3. Bereid het gesprek voor

Van sommige vragen weet je dat ze gesteld gaan worden. Waar kom je vandaan? Wat zijn je hobby’s? Hou je van uitgaan? Bereid dit voor, want hoe graag je ook ‘leuke dingen doet met vrienden’, ‘uitgaat’ en ‘terrasjes pikt’: dat doet iedereen. Bedenk welke hobby’s en interesses jou uniek maken en doe hier je voordeel mee. Kijk je graag true crime documentaires? Brei je truien voor de honden uit de buurt? Vertel dit. Het maakt je interessanter dan alle anderen die alleen houden van ‘chillen, wijn drinken en een filmpje kijken met huisgenoten’.

 

4. Leg ook contact met je lotgenoten

De reden dat ik de eerste kamer kreeg waarvoor ik ooit hospiteerde, was omdat ik niet als een aasgier bovenop de mensen dook die het huis verhuurden. Er stonden twintig lotgenoten in de woonkamer en ik besloot ze allemaal een hand te geven en een praatje te maken. Mijn toekomstige huisgenoten vonden het zo leuk dat ik het ook met de andere hospitanten kon vinden, dat ik de kamer kreeg. Kijk dus om je heen en stel je aan iedereen voor. In het ergste geval krijg je de kamer niet, maar heb je wel een gezellige avond gehad.

'Natuurlijk wil je moeder weten waar je gaat wonen, maar neem haar niet mee'

5. Accepteer het als de woning niets voor jou is

In sommige huizen wil je simpelweg niet wonen. Zie je de afwas van drie weken geleden nog in de gootsteen staan en is de stapel uitpuilende vuilniszakken zo groot dat je het huis in moet klimmen? Dan is dat waarschijnlijk altijd zo, ook als jij er woont. Als je bovendien bij de derde hospiteeravond op rij moet verantwoorden waarom je je identificeert met de kleur geel, welk merk jij zou zijn als je een auto was en wat de kleur van je tandenborstel is, dan zijn deze mensen misschien niets voor jou. 

 

6. Neem je ouders niet mee

Het is begrijpelijk dat je moeder graag wil weten waar jij terecht komt, zo voor het eerst op kamers in Amsterdam. Maar neem haar onder geen enkele voorwaarde mee. Het is gênant, suf en ze maakt waarschijnlijk een afkeurende opmerking over de eerder genoemde stapel afwas. 

Beeld: Daniël Rommens | Andrea Huntjens

7. Bedenk wat jij kunt toevoegen aan het huis

Maak jij heerlijke pannenkoeken? Ken jij de beste kroegen in de buurt? Of heb je een pastamachine die je wekelijks inzet voor zelfgemaakte ravioli? Vertel het! Niemand gelooft de persoon die zegt echt enorm van schoonmaken te houden of een voorliefde te hebben voor het doen van de was, maar vertel over jouw kwaliteiten. Al ben je dan wel verplicht ieder weekend pannenkoeken te bakken zodra de kamer van jou is, natuurlijk.

 

8. Vermijd zelfmedelijden

Ik heb ze verschillende keren meegemaakt: wanhopige studenten die al op vijftien hospiteeravonden afgewezen zijn en binnen twee weken uit hun huis moeten. Dat is natuurlijk ontzettend vervelend, maar het helpt je niet als je dit steevast benoemt. De jongen die bij het voorstelrondje meteen roept dat hij ‘de kamer écht verdient’, omdat zijn relatie net uit is, hij een malafide huisbaas heeft en zijn ouders helemaal op Texel wonen, kan het vergeten. Niemand wil een huisgenoot die zwelgt in zelfmedelijden.

'Als jij om half één nog op de bank zit, zijn de huisgenoten je echt wel zat'

9. Blijf niet te lang hangen

Vooruit, bij een eerdere hospiteeravond ben ik tot half twee ‘s nachts blijven hangen. Ik volg mijn eigen tips dus ook niet altijd op. Verschil is wel, dat we toen met een man of vijf nog bier dronken omdat het zo gezellig was, en ik meteen vertrok toen ik merkte dat de huiseigenaren genoeg van ons hadden. Blijf vooral niet hangen omdat je denkt dat het je kansen op een kamer vergroot. Als iedereen om tien uur ’s avonds de deur uitgaat en jij nog tot half een ’s nachts in je eentje aan het opscheppen bent over de tostikoning die je bent, is de kans groot dat de verhuurders je zat zijn. Meestal kun je na ongeveer een uurtje wel weer vertrekken.

 

10. Laat je niet uit het veld slaan door een afwijzing

Ondanks alle tips in de wereld gaat het je gewoon gebeuren: je wordt afgewezen. Dat ligt absoluut niet aan jezelf, want het gebeurt iedereen. Uit een groep van twintig mensen is de kans gewoon klein dat jij de perfecte match bent met alle huisgenoten. Kijk daarom niet verdrietig terug op een afwijzing, maar vraag rustig waarom je niet gekozen bent. Misschien zochten ze iemand van een andere leeftijd, geslacht of klikte het simpelweg beter met een andere kandidaat. Laat je niet uit het veld slaan en open gewoon weer de website van Kamernet. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.