Decaan Gerard van Haarlem overleden: ‘Een man met de blik op de toekomst’
Gerard van Haarlem (1957), decaan van de faculteit Techniek, is overleden. Van Haarlem overleed op 17 april, na een periode van ziekte sinds vorige zomer. ‘Hetzelfde soort vertrouwen dat hij in Ajax had, straalde hij ook uit naar de faculteit.’
‘Jouw succes is ook mijn succes’, dat zei Gerard van Haarlem in een formeel gesprek met lector Logistiek Dick van Damme, die vijftien jaar met hem samenwerkte. ‘Die uitspraak is illustratief voor zijn visie. Gerard realiseerde zich dat als mensen hun werk goed doen, dit voor iedereen voordelig is. Dat faciliteerde hij ook. Al was het een dure cursus: als je goed kon beargumenteren waarom jij dat nodig had, dan kreeg je binnen twee minuten akkoord.’
Van Haarlem vroeg altijd: ‘Was deze uitslag het hoogst haalbare van dit moment?’
Van Haarlem was van oorsprong socioloog en werkte zeventien jaar als decaan op de Faculteit Techniek. De hogeschool schrijft met Van Haarlem ‘een visionair leider en drijvende kracht achter de recente ontwikkelingen van de Faculteit Techniek’ te verliezen.
De decaan vormde bijvoorbeeld de opleiding Algemene Operationele Technologie om tot de opleiding Aviation. Met een stevig netwerk in het werkveld is de opleiding uitgegroeid tot de zogenoemde Aviation Academy. Die behoort inmiddels tot een van de grotere opleidingen binnen de HvA.
Clean mobility
Volgens docent Gijs de Jonge is ook het ontstaan van het Clean Mobility-programma deels aan Van Haarlem te danken. Daarin ontwikkelt een groep studenten en docenten duurzame, innovatieve voertuigen zoals een waterstofauto en een boot op zonne-energie. Jaarlijks strijdt Clean Mobility met deze voertuigen mee in internationale wedstrijden.
‘Om een project als dit op te starten met onderwijsgeld moet je normaal enorm lobbyen. In 2008 zag Gerard de toegevoegde waarde en heeft zo goed als meteen akkoord gegeven en budget vrijgemaakt. Je moest niet met een onzinverhaal bij hem aankomen, maar als je een goed idee had dat binnen de kaders van het curriculum paste, dan had hij niet lang nodig voor een go.’
De Jonge noemt die besluitvaardigheid een bijzonder talent. ‘Aan het einde van het Clean Mobility-seizoen bezochten we hem om de prestaties van het jaar te bespreken. Dan vroeg hij: “Was deze uitslag het hoogst haalbare van dit moment?” Hij zag in dat we op de HvA, anders dan op universiteiten, geen studenten hadden die drie jaar aan hetzelfde project werken, maar dat we te maken hebben met elk jaar nieuwe gezichten en omstandigheden.’
Ajax
Van Haarlem was ook Ajacied, en met zijn seizoenskaart een vast gezicht op de tribune. ‘Een echte Amsterdammer die met Amsterdams zelfvertrouwen over zijn club kon praten’, vertelt Van Damme. ‘Zo van: natuurlijk is Ajax de beste, natuurlijk hebben gewonnen. Dat zelfvertrouwen straalde hij ook uit naar de faculteit. Niet dat hij het letterlijk zo verwoordde, maar dat gevoel kreeg je er wel van.’
In zijn laatste jaren gaf Van Haarlem leiding aan het meerjarige ontwikkelprogramma ‘Moving Forward’, dat zich richt op technologie die nog ontwikkeld moet worden. De decaan keek daarnaast uit naar de opening van nieuwe Conradhuis, waar zijn visie volgens de HvA tot uiting zou zijn gekomen: een toekomstbestendig gebouw waar onderwijs en onderzoek in een open setting zouden samenkomen. ‘Een man van vertrouwen’, aldus Van Damme, ‘met een blik op de toekomst.’