Meedoen aan de Damloop? 8 basale tips voor wie durft
Daniël Rommens | Docent-onderzoeker Martin Breedijk (rechts vooraan in zwart shirt) bij de start
Komende zondag staan ze weer aan de start op de Prins Hendrikkade: honderden hardlopers van de HvA en de Universiteit van Amsterdam (UvA) die meedoen aan de Dam tot Damloop. Ook van de partij: hoofdredacteur van HvanA Altan Erdogan. Hij put uit zijn – éénmalige – ervaring voor een paar basale tips.
Goed getrainde wedstrijdlopers of mannen en vrouwen die zondag voor de tiende keer fluitend de 16.093,4 meter afleggen naar de finish in Zaandam, kunnen dit stukje gerust overslaan. Die komen er wel. Deze tips zijn voor de recreanten zoals ik, die met veel pijn en moeite zich af en toe aan hun trainingsschema hebben gehouden, en nooit – of bijna nooit – ruim 16 kilometer hebben gelopen.
Er zijn ongetwijfeld ook jonge goden die op de zaterdag vóór de loop nog een toernooitje of twee voetballen, daarna wild beestend in het uitgaansleven de nacht van zaterdag op zondag doorbrengen, ‘s ochtends even de vinger in de keel steken en vervolgens fluitend de Dam tot Damloop volbrengen, maar die tellen we ook niet mee.
De meeste tips komen van hardlooptrainer Frank Aarts (hoofd communicatie bij Business & Economie), die de afgelopen weken weer enkele groepstrainingen gaf aan studenten en medewerkers. Sommige adviezen zijn gebaseerd op mijn ervaring van de enige keer (vanaf pagina 28) dat ik zelf meedeed, in 2016. Het meeste ligt voor de hand. Het gaat er nu om dat je het ook echt dóet.
Rustig beginnen, zet de rem erop
Eerste, en meteen belangrijkste tip: begin niet te snel. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Na de start zijn alle omstandigheden er namelijk naar om als een dwaze de pas erin te zetten: adrenaline, loskomende spanning, met duizenden tegelijk van start gaan, opzwepende muziek en enthousiaste mensen langs de weg. Het is best begrijpelijk dat de hardlopers zondag zich als lemmingen de IJtunnel in storten. Trainer Frank Aarts: ‘Echt, 75 procent gaat het toch doen, maar ik raad dat af. Je blaast jezelf op, en dan zit je al na de IJtunnel kapot, en moet je nog 14 kilometer knokken en afzien.’
Volg de hazen
Om jezelf in bedwang te houden, zeker als je geen record hoeft te halen, is het raadzaam een haas te volgen die de eindtijd gaat lopen waarop je uit wil komen. Deze hazen (getrainde lopers) zijn te herkennen aan een ballon waar de richttijd op staat. Gaat de haas te snel? Laat gaan, luister naar je lichaam en ga niet forceren.
(De tekst loopt door onder de video.)
Trainen? Dat hoeft niet meer
‘Rust goed uit de dagen voor de loop, ga niet als een dolle trainen, daar is het te laat voor,’ zegt Aarts. ‘Een avondje stappen op zaterdag helpt natuurlijk ook niet. Ontbijt op de ochtend voor de start normaal, je volstoppen met allerlei krachtvoer heeft geen zin. We gaan niet voor de triatlon op de Noordpool.’ De keer dat ik meedeed, vond ik het een ontzettende luxe dat er om de paar kilometer op het parcours water, sportdrank en sponzen worden uitgedeeld. En dat is nog niet zo makkelijk. Kijk maar naar deze video van twee jaar geleden van universiteitsmedium Folia.Folia was tot mei 2018 ook het journalistieke medium voor de HvA.
(De tekst loopt door onder de video.)
Zorg dat je spullen in orde zijn
Niets zo irritant als slecht zittende hardloopschoenen. Er is inmiddels een hele wetenschap ontstaan rond de ideale schoen, al wordt er ook veel onzin beweerd, vermomd in marketingpraatjes van de fabrikanten. Gelukkig is een van de laatste inzichten dat je schoenen vooral lekker moeten zitten.
Vergeet je app
Je tijd registeren doet de organisatie voor je, via een chip in je startnummer. Toch zijn er lopers die niet op weg kunnen zonder hun hardloopapp (Runkeeper in mijn geval). Waarschuwing: de keer dat ik meedeed, raakte de app behoorlijk in de war van de IJtunnel. Toen ik weer boven water was, klopte er niets meer van mijn gemiddelde snelheid en afstand. Wat wel aardig is voor vrienden of familie die komt kijken: op de DamtotDam-app kunnen ze onder meer jouw vorderingen volgen.
Vergeet je eigen muziek – of niet
Volgens sommigen is het af te raden om met oortjes in naar je eigen muziek te luisteren. Daarmee zou je een deel van de ‘magie’ van het evenement missen. Ik doe het toch, omdat ik mijn eigen muziek af en toe nodig heb als motivatie. En de loeiharde beats uit de speakers van dj’s langs het parcours, werken voor mij niet als oppepper.
Let op je lichaamstemperatuur, en op andere lopers
Helaas is het een paar keer dramatisch misgegaan in de historie van de Dam tot Damloop, vooral doordat lopers oververhit raakten, vaak bij de finish. Er wordt gewerkt aan preventieve maatregelen zoals capsules die je temperatuur meten tijdens het lopen. Zolang die er nog niet zijn, is het devies: voldoende drinken, verdeel je krachten en stop met hardlopen als je je raar voelt. Het lijkt zondag niet al te warm te worden, en zelfs te gaan regenen – ook in dat geval is het raadzaam toch water te drinken onderweg.
(De tekst loopt door onder de video.)
Stop of juich niet te vroeg
Het lijkt een open deur: loop de route helemaal uit. Daar is het natuurlijk ooit allemaal om begonnen, maar zo vanzelfsprekend is het niet, zegt trainer Frank Aarts. ‘Tijdens mijn eerste Damloop ben ik er ook ingetuind.’ Wat is het geval? Tijdens de laatste kilometer in Zaandam doemde (in ieder geval de laatste paar jaar) op het parcours een bouwsel op dat veel weg heeft van de finish. Wie daar met de armen in de lucht onderdoor loopt en daarna gelukzalig neerzijgt op het asfalt – ‘gehaald!’ – krijgt de schrik van zijn leven. Aarts: ‘De echte finish ligt namelijk een paar honderd meter verder, met nog een venijnig bruggetje ertussen.’
Na de Dam tot Damloop doet HvanA verslag van het evenement.
