Decaan Jean Tillie verlaat na elf jaar de HvA: ‘Ik word zelf weer hbo-student’
Na elf jaar als decaan van de Faculteit Maatschappij en Recht neemt Jean Tillie aan het eind van dit studiejaar afscheid van de HvA. Wat zijn de uitdagingen voor zijn faculteit en hoe ziet hij zijn eigen toekomst? ‘Eigenlijk ben ik heel makkelijk, tot je over een grens gaat.’
Zeg je eigenlijk ‘gefeliciteerd’ als iemand zijn prepensioen aankondigt?
(Hardop lachend) ‘Jazeker! Het is een luxe dat ik dit kan doen. Blijkbaar heb ik twee en een half jaar geleden al eens gezegd dat ik rond mijn 65e een nieuwe stap wilde zetten. Ik heb het hier enorm naar mijn zin, maar stoppen voelt nog steeds als een goed idee.’
U staat bekend als een onafhankelijk denker, iemand die zich niet zomaar laat sturen en soms ook een tikkeltje recalcitrant. Herkent u zich daarin?
‘Eigenlijk ben ik heel makkelijk, tot je over een bepaalde grens gaat. Ik hecht veel waarde aan duidelijke normen en transparantie in alles wat je doet. Ook als decaan. Geheime agenda’s? Daar kan ik echt niet tegen. Ik zie mezelf als een zachte, vriendelijke Limburger met een glimlach, hoewel niet iedereen dat beeld deelt, denk ik.’
In de aankondiging van uw vertrek staat dat u de Faculteit Maatschappij en Recht op de kaart heeft gezet als een veelzijdig kenniscentrum met oog voor diverse stemmen. Beetje vaag, wat deed u precies?
‘Allereerst is het belangrijk om te zeggen dat ik dat natuurlijk niet alleen heb gedaan. Maar ik ben er trots op, absoluut. In de afgelopen tien jaar is de faculteit totaal veranderd. We zijn nu een kenniscentrum van betekenis, middenin Amsterdam, met goed onderwijs, waarbij ook veel meer samengewerkt wordt met het onderzoek.’
‘Ik maak me pas zorgen als een student zegt: ik heb op de HvA niets geleerd’
‘Elf jaar geleden vroeg Huib de Jong, toenmalig bestuursvoorzitter van de HvA, mij om te solliciteren op deze functie. Mijn collega’s bij de UvA vroegen zich destijds af waarom ik voor een ‘‘demotie’’ (teruggaan naar een lagere functie, red.) koos. Ik vind dat nog altijd grappig, want juist bij hogescholen gebeurt het echte onderzoek als het gaat om menswetenschappen, volgens mij.’
U heeft het over goed onderwijs. De resultaten van de Nationale Studenten Enquête (NSE) laten echter zien dat de scores van uw faculteit op uitdaging, inhoud en opzet de laatste twee jaar nogal zijn gedaald. Wat vindt u daarvan?
‘Dat is lastig te verklaren. Ik heb hierover gesproken met de opleidingsmanagers en het kenniscentrum. Bij officiële beoordelingen van onze opleidingen door een panel van onafhankelijke deskundigen, blijkt juist dat studenten heel tevreden zijn. En laten we eerlijk zijn: studenttevredenheid is belangrijk, maar het kan niet de enige maatstaf zijn. Een opleiding waar iedereen honderd procent tevreden is, bestaat niet. Ik zou me pas zorgen maken als een student zou zeggen: ‘‘Ik heb hier niks geleerd.’’
Laat ik de vraag dan anders stellen: wat kan er beter?
‘De roostering en communicatie met studenten moeten echt beter. Dat krijgen we ook terug uit feedback. Flexibel onderwijs aanbieden is een van onze speerpunten. Daar hoort een goed en duidelijk rooster bij. Wat goed gaat, is de uitwisseling tussen alle opleidingen en onderzoek. Die is sterk en dat moeten we vasthouden, ook in tijden van bezuinigingen. Die wisselwerking tussen vakgebieden en onderzoek komen studenten straks ook in hun werk tegen. Interdisciplinair samenwerken is onmisbaar in de maatschappij.’
Over bezuinigingen gesproken: de HvA wil volgend jaar 37 miljoen besparen. Hoe krijgen jullie dat als faculteit voor elkaar?
‘De grootste uitdaging is om de kern van wat we doen te behouden. Het is menselijk dat mensen zich terugtrekken om hun eigen werk of afdeling te beschermen. Maar het is een gezamenlijke taak: samen maken we de beste keuzes, dat is beter voor iedereen.’
U bent nu ruim tien jaar decaan, tegen de tijd dat u afscheid neemt zelfs 11,5 jaar. Is het zwaar om decaan te zijn? Wat moet je in huis hebben voor deze rol?
‘Het is een zware baan, ja. Tegelijkertijd moet je wat er gebeurt niet te veel aan jezelf koppelen. Dingen gaan fout, en dat moet je niet allemaal zelf willen oplossen. Een beetje zen-boeddhisme helpt! Ik ga er vaak vanuit dat als ik niets hoor, het wel goed gaat. Als ik wel iets hoor, kom ik in actie. Ik hoorde ooit dat om iets vast te houden, je het eerst moet loslaten. Dus als je als decaan alles wil controleren, maak je het jezelf heel moeilijk.’
Welke vaardigheden hebben studenten volgens u de komende tien jaar nodig om succesvol te zijn, zowel in hun carrière als in de maatschappij?
‘Als ik er zo over nadenk... flexibiliteit, het vermogen om te relativeren, zelfvertrouwen, en de kunst om niet alles onder controle te willen hebben.’
U beschrijft nu eigenlijk uzelf, toch?
(Lacht) ‘Ja, misschien wel, maar dat heb ik ook moeten leren. Tot mijn veertigste was ik heel anders. Ik had veel controledrang en voelde me overal verantwoordelijk voor. Maar als je deze vaardigheden beheerst, ben je zelfbewust en kun je beter met tegenslagen omgaan.’
Wat zijn uw plannen na dit studiejaar?
‘Ik ga muziek schrijven voor mijn band Nova Zembla. Daarnaast start ik een fotografieopleiding bij de Fotoacademie: ik word dus zelf weer hbo-student. En ik ga een boek schrijven. Ik weet nog niet precies waarover, maar waarschijnlijk over de Nederlandse politiek van vandaag de dag.’