In Amsterdam op kamers? Dat kost je gemiddeld 630 euro per maand

5 september 2024
Beeld:

Istock

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
5 september 2024

Door de terugkeer van de basisbeurs zijn Nederlandse studenten afgelopen jaar weer iets vaker uit huis gegaan. Toch blijft de betaalbaarheid van studentenwoningen de belangrijkste sta-in-de-weg om op kamers te gaan.

Dat valt te lezen in de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, die vandaag is gepubliceerd. Kences, het kenniscentrum voor studentenhuisvesting, brengt daarin elk jaar cijfers naar buiten over de woonsituatie van studenten in Nederland. Wat staat er zoal in?

 

Op kamers of niet?

Ruim de helft van de studenten (55 procent) is nu uitwonend. Ook is het percentage eerstejaars dat meteen op kamers gaat wonen licht toegenomen, van 19 naar 22 procent. Dat is opvallend, want de afgelopen tien jaar verlieten studenten juist steeds later het ouderlijk nest.

950 euro? Zo hoog is de huur op Kamernet, maar gemiddeld betaal je minder in Amsterdam

Een belangrijke verklaring is de terugkeer van de basisbeurs, volgens Kences. De beurs, die in 2015 werd afgeschaft maar in collegejaar 2023/24 terugkeerde, heeft op kamers gaan weer een stukje toegankelijker gemaakt. ‘Door de beurs is het een groter deel van de studenten gelukt om een woonruimte te vinden’, schrijven de onderzoekers.

 

Dat neemt niet weg dat op kamers gaan (te) duur blijft voor veel studenten. Voor 44 procent is betaalbaarheid nog altijd de belangrijkste reden om niet uit huis te gaan. Aan de andere kant heeft ruim een vijfde er überhaupt geen behoefte aan, dus geld is niet altijd de reden (zie afbeelding onder). 

 

Wat kost een kamer? 

Wil je in Amsterdam, Den Haag of Rotterdam op kamers, dan betaal je de hoofdprijs. Voor een plek in de hoofdstad betaal je gemiddeld 630 euro, voor een eigen studio met meerdere kamers ben je er al gauw achthonderd euro in de maand kwijt.

Beeld: Kences (uit: LMS 2024) | Waarom blijven studenten in het hoger onderwijs liever thuis wonen?

De afgelopen maanden ging het veel over de bedragen op Kamernet. Amsterdamse kamers worden daar voor gemiddeld 950 euro per maand aangeboden. Maar zo hoog is de gemiddelde prijs in Amsterdam dus niet. Het verschil met kleinere steden is wel groot: zo betaal je in studentenstad Wageningen gemiddeld 420 euro voor een plek.

 

Overall zijn studenten in Nederland ongeveer evenveel geld kwijt aan hun kamer als vorig jaar, namelijk 565 euro per maand. Wel hebben uitwonende studenten iets meer te besteden en houden ze wat meer geld over, ook omdat de basisbeurs dus is teruggekeerd.

Groeit het kamertekort?

Het feit dat op kamers gaan voor velen onbetaalbaar was geworden, leidde in afgelopen jaren tot verschillende (studenten)protesten. Twee jaar geleden kwam er een heus actieplan van het kabinet: in 2030 moeten er 60.000 studentenwoningen bij zijn gebouwd.

 

Dat beleid werpt zijn eerste vruchten af, denken ze bij Kences. Er liggen nu bouwplannen voor 20.000 tot 30.000 studentenwoningen. ‘Waar het tekort voor 2030 twee jaar geleden nog op 57 duizend werd geschat, wordt het tekort voor 2032 nu op 42 duizend geschat.’

 

Het tekort loopt dus nog wel altijd op. Nederland komt op dit moment 23.000 studentenkamers tekort in de twintig grootste steden, ongeveer evenveel als vorig jaar. ‘De groep thuiswonende studenten die uitwonend wenst te zijn blijft groot’, constateert Kences (zie kader). 

Waarom loopt het kamertekort op?

Op dit moment kampt Nederland met een kamertekort van 23.000 studentenwoningen. Dat betekent grofweg dat er evenveel studenten op zoek zijn naar een (betaalbare) kamer. Kences voorspelt dat het tekort in 2032 oploopt, tussen de 26.000 (ondergrens) en 42.000 studentenwoningen (bovengrens).

 

Hoe die voorspelling tot stand komt? Kences gaat uit van prognoses van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW) over het aantal studenten en denkt dat de vraag naar kamers de komende jaren toeneemt door herinvoering van de basisbeurs.

Hbo’ers blijven thuis 

Opvallend blijft tenslotte het verschil tussen studenten van de hbo en universiteit. Hbo’ers blijven namelijk veel vaker thuis wonen: 60 procent woont nog bij de ouders, bij uni-studenten ligt dat met 27 procent veel lager. Van de HvA zijn nog geen specifieke cijfers bekend; afgelopen jaar woonde twee op de drie nog bij de ouders.

 

Deels ligt dat aan het verschil in leeftijd, volgens Kences, al spelen andere factoren mogelijk ook een rol. Hbo-studenten zijn gemiddeld net iets jonger (22,1 jaar oud) dan wo-studenten (22,8) en het overgrote deel van de zeventienjarigen die starten gaat nog niet uit huis. Mbo’ers wonen het vaakst thuis: slechts een op de vijf woont op zichzelf.