Op bezoek bij de christelijke studenten: ‘Een goed lid dient nieuwsgierig te zijn’
Hoe gaat het eraan toe bij een christelijke studentenvereniging? Redacteur Pepijn Kouwenberg, zelfverklaard atheïst, wilde het weten. Hij trok naar de Oranjekerk in de Pijp voor een lezing over de zeven zonden bij de christelijk gereformeerde vereniging C.S.F.R. ‘Ook bij ons wordt er gewoon geflirt.’
Het gaat er vandaag net wat anders aan toe dan normaal: ook de ouders van de studenten die lid zijn van Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato, de christelijke studentenvereniging waar ik vandaag te gast ben, zijn uitgenodigd. De leden van C.S.F.R., en hun ouders dus, komen vandaag samen in de Amsterdamse Oranjekerk voor een lezing over een – in eerste instantie – niet erg studentikoos onderwerp: hoofdzonden.
Nadat iedereen verwelkomd is door het bestuur, wordt er gelijk een bijbelvers opgelezen. Daarna wordt voorgesteld om samen te zingen. Mede door de akoestiek in de Oranjekerk maakt die samenzang – zelfs op een atheïst als ik – een behoorlijke indruk. Ik kom niet meer zo vaak in situaties waar er wordt gezongen in grote groepen. En hoewel de Latijnse tekst van het lied voor mij onverstaanbaar is, voel ik tegen de verwachting in kippenvel over mijn hele lichaam.
Dat gevoel is van korte duur. Na het lied volgt een gebed waarin gebeden wordt voor ‘de mensen die nog niet in U geloven’. En als een van ‘die mensen’, roept dat een minder fijn gevoel bij me op. Ook al is het goed bedoeld, haalt het mij vrij snel uit het gevoel van saamhorigheid dat ontstond tijdens de samenzang.
Toen ik het onderwerp van de lezing hoorde, de zeven hoofdzonden, was ik aanvankelijk sceptisch
De lezing wordt gegeven door gastspreker, psychiater en columnist Esther van Fenema, die zelf niet aan de vereniging verbonden is. Toen ik het onderwerp van de lezing hoorde, de zeven hoofdzonden, was ik aanvankelijk sceptisch; het frame van zondigen en zondaars klinkt als een voorbode van betutteling en schijnheiligheid. Maar mijn aannames zijn ongegrond en voorbarig, zo blijkt.
Jaloezie op Instagram
De maatschappelijke problemen die worden genoemd aan de hand van de zeven zonden zijn thema’s die herkenbaar zijn en thema's die ook veel studenten raken; van jaloezie op Instagram en het niet gunnen van andermans successen tot de drang van het kopen van spullen, welke terugkomt in de zonde van hebzucht. Het zijn allemaal thema’s met concrete voorbeelden die voor de Klarna-gebruikende-fast-fashion-jongeren onderwerpen zijn waar best eens kritisch over nagedacht mag worden.
Het is duidelijk dat de leden van de vereniging en hun christelijke ouders zoeken naar een mogelijkheid om als collectief iets te kunnen betekenen in het aanvliegen van de maatschappelijke uitdagingen waar mensen tegenaan lopen. De vragen die deze avond gesteld worden, tonen een sterke gemeenschapszin: wat kunnen wij betekenen, wat kunnen wij doen?
Na afloop van de lezing spreek ik met Gerben, een van de leden met de meeste vragen en input tijdens de lezing. Hij verzucht enigszins geërgerd: ‘Wat we net hebben besproken is voor mij als christen niet nieuw. Ik zie sociale wetenschappers eindeloos experimenteren en zoeken naar oplossingen, om er vervolgens achter te komen dat het precies zo in elkaar steekt als in de bijbel staat.’ Nadat hij dat zegt, houd ik maar even voor me dat ik doorgaans ook wel vraagtekens zet bij bijbelverzen. Zoals de pratende ezel (Bileam 22:28) of de plagen van Egypte waarin de Nijl in bloed wordt veranderd door Mozes (Exodus 7:14-25).
Sociëteit Pylades
De kerk loopt langzaam leeg en dat betekent dat het tijd is voor de borrel. Na een klein tripje van de Pijp naar de Prinsengracht, treffen de leden elkaar – zonder ouders – in Sociëteit Pylades. Waar onder het lage plafond, het eerste bier uit de tap stroomt.
Aan de bar, met mijn voor-de-helft-uit-schuim-bestaande biertje, raak ik in gesprek met Seamus, die zelf een cola heeft besteld. ‘Eerst zat ik bij een Evangelische studentenvereniging en daar werd heel moeilijk gedaan wanneer ik iets zonder alcohol bestelde. Hier kan je bestellen wat je wilt en krijg je geen rare blikken of vervelende vragen, dat is heel prettig', vertelt Seamus, die in tegenstelling tot de meeste leden van huis uit niet christelijk is opgevoed.
‘Ik studeerde een jaar in Zweden, maar het is in die cultuur lastig om aansluiting te vinden. Mensen zijn daar wat meer naar binnen gekeerd en als ‘buitenlander’ wordt je daarom niet snel opgenomen in de maatschappij. Daarna studeerde ik twee jaar in Amerika en vervolgens verhuisde ik naar Nederland. Tijdens een donkere periode in Amerika ben ik verschillende boeken gaan lezen, waarmee mijn zoektocht naar zingeving begon. Zo ben ik uiteindelijk bij het christendom beland. Daarnaast begon ik door een onprettige, overmatig competitieve sfeer tijdens mijn opleiding aan de VU tijdens het weekend huiswerk met alcohol te combineren. Na een tijdje begon ik te herkennen dat het niet gezond was en begon ik in plaats daarvan actiever te worden in mijn geloofsleven.’
Of er nog een beetje wordt geflirt? ‘Jazeker, het afgelopen jaar was een goed koppeljaar te noemen’
De sfeer in de sociëteit is ondertussen niet uitbundig, maar ook absoluut niet saai. De psalmen uit de Oranjekerk zijn hier verruild voor populaire muziek. Er wordt meegezongen. Ik vraag aan bestuurslid Marije wat er nou concreet voor nodig is om een goed lid te worden. Al snel blijkt uit dat gesprek dat de kans dat ik ooit lid zal worden niet groot is. Bij de aanmelding hoort namelijk een korte test, waarin je begrip van het protestantisme en de godsdienst in bredere zin wordt getoetst. Gezien ik niet van plan ben om mezelf op korte termijn te bekeren, is dat wel een sta-in-de-weg. ‘Om een goed lid te zijn is nieuwsgierigheid naar elkaar en naar het geloof wel een must.’
Lid en queer?
Gezien veel verenigingen inclusiviteit hoog in het vaandel hebben, informeer ik of queers die tegelijkertijd toegewijd christen zijn, ook lid kunnen worden. Hoewel groot enthousiasme ver te zoeken is, valt een medelid Marije bij. Ze zegt dat dit voor je aanmelding geen probleem hoeft te zijn. Waarvan akte.
Gezien de avond vordert, en we inmiddels flink na middernacht leven, ben ik wel benieuwd of er nog een beetje geflirt wordt onder de christenen. ‘Jazeker’, zegt lid Rosanne Everts. ‘Ook bij ons wordt er geflirt en ontstaan er koppels. Het afgelopen jaar was zelfs een goed koppeljaar te noemen. Het verschil ten opzichte van andere verenigingen is dat onder gereformeerde christenen de intentie echt moet zijn. Je dient met elkaar te eindigen en dan ook te trouwen.’
‘Natuurlijk loopt er onder onze leden ook weleens een relatie stuk’, zegt Rosanne. ‘Maar de intentie ten opzichte van andere niet-christelijke studenten is denk ik wel echt anders.’
‘Normen en waarden komen hier niet uit de lucht vallen, maar staan bij ons hoog in het vaandel’
Ik vraag haar of je studententijd niet ook bedoeld is om te experimenteren en dat het idee meteen te moeten trouwen niet een beetje heftig is. Rosanne is daar duidelijk over: ‘Experimenteren is prima en ik denk ook dat dat moet, maar daar hoef je geen tientallen bedpartners voor te hebben.’
Ze vindt bijval van Walther, die de eretitel draagt van de meest bijdehante Sjaars (Eerstejaars) van de vereniging. Hij zegt: ‘Ik denk dat het cliché dat normen en waarden onder christenen zo belangrijk zijn, niet uit de lucht komt vallen. Die staan bij ons inderdaad hoog in het vaandel.’
Wanneer hij vervolgens met een grijns vraagt hoe ik denk dat de wereld eigenlijk is ontstaan, raak ik om half 2 ’s nachts verwikkeld in een ingewikkeld gesprek. Bij mij komt het erop neer dat wanneer voor mij zaken onverklaarbaar zijn, ik vaak zeg dat ik het niet precies weet. Voor de leden van C.S.F.R. is het duidelijk: een onverklaarbare zaak is juist het bewijs van de hogere macht. Met die conclusie op zak is het tijd om de nachtbus op te zoeken.
En onthoud dat ondanks verschillen in opvattingen: heb uw naasten lief als uzelf (Mattheüs 22:37-39).
Dit artikel is ook te lezen in ons nieuwe papieren magazine, dat HvanA tijdens de introweek lanceert. Heb jij het nog niet gelezen? Je vindt het magazine hier of op alle campussen van de HvA.