‘Worstel je met jouw biculturele identiteit? Je hóéft niet te kiezen’

28 augustus 2024
Beeld:

Rosa Tromp | Jessica Singh

Geplaatst door
Jessica Singh
Op
28 augustus 2024

Van student in de collegebanken tot medewerker aan de HvA: Jessica Singh schrijft columns over de hogeschool die ze van twee kanten heeft leren kennen. Zijzelf bestaat ook uit twee delen, vertelt ze in deze column: ‘Maar ik heb geleerd mijn biculturele identiteit te omarmen.’

Te Nederlands voor Indiërs en te Indiaas voor Nederlanders – dat is de spagaat waarin ik mijn hele leven heb gestaan. Alsof je nooit volledig ergens bij hoort en altijd een beetje in een identiteitsconflict verstrikt zit. Het onbegrip toen kinderen tijdens de gymles indianengeluiden maakten, terwijl ik toch net als hen was. En toch ook het gevoel dat ik er niet bij hoorde tijdens familiebijeenkomsten, omdat ik niet Indiaas kon spreken.

Magazine

Deze column verscheen ook in het nieuwste magazine van HvanA. Wil je het hele magazine doorbladeren? Dat kan hier. Het magazine wordt vanaf maandag 26 augustus ook verspreid over alle campussen van de HvA. 

Opgroeien met een biculturele identiteit is verre van eenvoudig. Ik heb er zelf ooit een kinderboek over geschreven, met als boodschap: je hoeft niet te kiezen, je kunt ook beide zijn. Ik schreef erover omdat ik die boodschap zelf als kind graag had gehad. Mijn generatie heeft deze wijze raad helaas gemist en dat merk je vaak genoeg. 

 

Wie ben je, wat is je identiteit? Vaak hebben we de neiging om onszelf in een hokje te plaatsen en ergens bij te willen horen. Maar wat als je bicultureel bent? Dan krijg je vaak de vraag: ‘Voel je je meer Nederlands of meer Indiaas?’ Ik heb me altijd gedwongen gevoeld een antwoord te geven op die vraag. Nadien voelde ik me dan altijd schuldig tegenover mezelf.

‘Voel je je meer Nederlands of meer Indiaas?’ Ik heb me altijd gedwongen gevoeld een antwoord te geven op die vraag

Je ziet dit innerlijke conflict vaker bij mensen die bicultureel opgroeien. Sommigen gaan zichzelf juist extreem afzetten tegen een aspect van hun identiteit, zoals de religie waarmee ze groot werden gebracht. In mijn familie heb ik deze worsteling ook meegemaakt. Toen ik ooit vroeg wie er mee wilde kijken naar het WK in een foodhall, kreeg ik als reactie: ‘Jessica, je bent echt verkaast.’ 

 

Het conflict speelt vaak binnen families, zoals Sinan Cankaya treffend beschrijft in zijn boek Mijn ontelbare identiteiten: ‘Het grote verschil tussen mij en mijn ouders is dat ik in Nederland ben geboren. De eerste generatie voelde zich ontworteld. (...) De tweede generatie ging door de pijn van het wortelen.’

 

Ik herinner me nog hoe kinderen op de basisschool opmerkingen maakten over mijn opa, die altijd een tulband droeg. Ze noemden hem ‘terrorist’. Op dat moment begreep ik nog niet goed wat dat betekende en smeekte ik mijn ouders om mijn opa mij niet meer op te laten halen. 

 

Nu heb ik meer begrip voor mijn eigen achtergrond en ervaringen. Nu realiseer ik me dat het juist belangrijk is om trots te zijn op wie we zijn en waar we vandaan komen. Juist door onze eigen, unieke identiteiten te omarmen, kunnen we anderen inspireren hetzelfde te doen, hoe complex of anders die identiteit ook mag zijn.

 

Worstel je weleens met een soortgelijk dilemma? Onthoud dan dat opgroeien met twee culturen juist iets heel moois en bijzonders is. Het leuke is dat je niet hoeft te kiezen, maar wordt verrijkt door beide. Wat je identiteit ook is, het is niet aan anderen om dat voor jou te bepalen. Jouw identiteit is een gevoel, geen vaststaand feit, hoezeer de maatschappij dat er soms ook van probeert te maken. Om af te sluiten met de woorden van Sinan Cankaya: ‘In een wereld die tegen je aanduwt en aan je trekt, is het omarmen van je ontelbare identiteiten een verzetsdaad.’