Amsterdams Studenten Cabaret Festival: geslaagd, niet heel ‘student’

14 mei 2024
Beeld:

Pepijn Kouwenberg | Winnaar Albert Meijer won zowel de publieks- als de juryprijs

Geplaatst door
Pepijn Kouwenberg
Op
14 mei 2024

Het Amsterdams Studenten Cabaret Festival (ASCF) van zaterdag 11 mei noemde cabaretier en presentator Stefan Pop ‘de beste tot nu toe’. Wel opvallend was het geringe aantal studenten in de zaal. Doet het studentenfestival met zo weinig studenten zijn naam wel eer aan? 

 

De drie finalisten dit jaar waren Aren Scholte, Albert Meijer en Ben Kütterer. Mannen van rond de dertig en alle drie al enige tijd geen student meer. Opvallend zijn de zware thema’s die benoemd worden door de jonge cabaretiers. Thema’s als rouw, gezondheid en ziekte komen aan bod.

 

Naast de zwaardere thema’s is er gelukkig ook genoeg te lachen. Met name Albert Meijer, die eerst als duo optrad maar zijn cabaretpartner Tim verloor aan een hersenbloeding, komt dikwijls snoeihard uit de hoek. De uitbundige lach hierop, wordt gevolgd door een gegeneerd ‘ohhh’ wat de kracht van humor in het blootleggen van pijn en ongemak mooi laat zien.

 

‘Rouw is als een capibara’, vertelt Meijer, ‘het is een groot harig knaagdier dat er altijd is’. Daarnaast weet Meijer queerthema’s zo te brengen dat je ook humor over dit onderwerp begrijpt als je er niet in thuis bent.  Het publiek lacht smakelijk om zijn beschrijving van queerslang, woorden die in de scene vaak gebruikt worden:de twink’ (een jonge slanke man zonder lichaamsbeharing), ‘de twunk’ (zelfde principe maar dan afgetrainder) en tot slot de Twingo (met een fijne compacte laadruimte oftewel een lekker kontje).

 

Kimberly

Aren Scholte opent zijn stuk met rap en met meer intieme thema’s, zoals onzekerheid en jezelf kunnen zijn. Hij benoemt in zijn grappen het indirecte taalgebruik van studenten. Zoals een gesprek openen met de tekst ‘dat kan alleen mij overkomen’. Studenten zeggen dit vaak, ook al kan iedereen het overkomen. Hij noemt zijn typische student Kimberly: ‘jullie hebben nu allemaal een beeld in je hoofd van een Kimberly, ik kan jullie vertellen dat dat beeld klopt.’

Beeld: Pepijn Kouwenberg | Aren Scholte tijdens de slotzin van zijn rap

Ben Kütterer grapt over zijn unieke Duitse achternaam die als een overtreffende trap gezien kan worden: ‘kut-kutter-kütterer’, zijn jeugdliefde die hij Bambi noemde vanwege haar mooie donkere ogen en omdat hij graag had gezien dat haar moeder net als in de Disneyfilm werd omgelegd. Zijn superkracht, zegt hij, is dat hij op elke plek ongemerkt kan masturberen, iets wat hij vervolgens in een ongemakkelijk gesprek met iemand op de eerste rij demonstreert.

Beeld: Pepijn Kouwenberg | Ben Kütterer tijdens zijn optreden.

Na de drie optredens is het pauze en wordt er gestemd voor de publieksprijs. Voordat die bekend wordt gemaakt samen met de juryprijs, is het tijd voor de slotact van Dolf Jansen. Zoals te verwachten van een ervaren cabaretier is Dolf scherp en technisch uitstekend maar herhaalt hij de grappen die bekend zijn onder hen die al eerder werk van hem gezien hebben. Grappen over zijn oude cabaretgenoot Hans Sibbel (Lebbis), of het falen van de formatie zijn komisch maar hebben weinig met studentenlevens te maken. Het zou waarschijnlijk minder geschater opgeleverd hebben wanneer de zaal meer studenten zou bevatten. Toch ligt de zaal in een deuk. 

Beeld: Pepijn Kouwenberg | Dolf Jansen had de lachers van de zaal op zijn hand

Zowel de publieks- als de juryprijs ging naar Albert Meijer die volgens de jury het meest samenhangende verhaal vertelde waar de andere kandidaten soms meer losstaande thema’s benoemde. Dat presentator Stefan Pop de naam van de winnaar was vergeten, mag de pret niet drukken.

 

‘Toch voelt het winnen van het festival wel dubbel’, vertelt Meijer de maandag na het festival. ‘Ik ben natuurlijk hartstikke blij, maar ik had dit het liefst met mijn cabaretpartner Tim bereikt. Pas sinds kort voelt het alsof ik dit ook echt serieus kan nemen omdat Tim en ik het altijd een beetje als hobby hebben gedaan. We zijn ook niet begonnen als cabaretduo maar als muzikanten, ik heb zelf muziekwetenschappen en Europese Studies gestudeerd dus vanuit mijn opleiding ben ik er niet vanuit gegaan dat dit ooit mijn vak zou worden. Eigenlijk was het omdat Tim zo grappig was dat we deze kant opgegaan zijn.’

 

Tijdens zijn optreden grapte Meijer dat hij zonder Tim als blok aan zijn been nu misschien al in Carré had gestaan. ‘Dat zou natuurlijk fantastisch zijn, maar het is niet mijn officiële cabaretdroom, eigenlijk is de Kleine Komedie al echt een droom die uitkomt.’ 

 

Ook Meijer viel de afwezigheid van studenten op. ‘Student zijn is geen vereiste om mee te doen. Toch zou ik tegen studenten zeggen: ga het doen, er zijn genoeg plekken en je hoeft echt niet in een keer heel goed te zijn. Zelf voel ik me meer een cabaretier dan een stand-upcomedian maar die kant van het vak ben ik nu ook aan het oefenen. Soms valt een grap niet en moet je schakelen. Dus zoek die open mic of cabaretcursus op!’