‘Mode-industrie moet zichzelf heruitvinden’, welke rol is daarin voor AMFI weggelegd?

17 april 2024
Beeld:

HvanA | José Teunissen tijdens haar lectorale rede

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
17 april 2024

De milieuvervuilende mode-industrie moet zichzelf dringend ‘heruitvinden’. Dat betoogde José Teunissen, opleidingsmanager van het Amsterdam Fashion Institute (AMFI), dinsdag in haar lectorale rede. Hoe kan haar eigen opleiding aan deze vergroening bijdragen?

‘1 miljard t-shirts verbrandt het Chinese online kledingbedrijf Shein per jaar.’ 1 miljard. José Teunissen brengt het bijna terloops te berde in haar lectorale rede, dinsdag in de Gerard van Haarlemzaal van het Jakoba Mulderhuis.

 

‘Als je bij dat soort voorbeelden stilstaat, is de mode als systeem – dat het kopen van “het nieuwe” voortdurend verheerlijkt – eigenlijk volledig doorgedraaid. Onze relatie met kleding moet dringend veranderen: mode is nu te vaak alleen maar een wegwerpproduct.’

‘Kleding zou pas gemaakt moeten worden als er vraag naar is’

Het is geen nieuw verhaal dat Teunissen brengt. Zij weet het, de zaal weet het: de mode-industrie hangt aan elkaar van vervuiling, slechte arbeidsvoorwaarden en verspilling. Maar wat is ervoor nodig om die almaar doorrazende fast fashion-trein te stoppen? En is dat überhaupt mogelijk, nu dit soort bedrijven alleen maar meer winst boeken?

 

Wegwerpindustrie

Het is dé vraag die centraal staat deze middag, en een kwestie die haar al veel langer bezighoudt. Teunissen is niet alleen opleidingsmanager bij AMFI, de mode-opleiding van de HvA, maar nu ook ‘bijzonder lector’ Fashion Design and Identity. Ter gelegenheid daarvan spreekt ze haar lectorale rede uit, een speech om haar missie kracht bij te zetten.

Beeld: HvanA | José Teunissen ontvangt de bloemen van decaan Frank Kresin (l) en rector Geleyn Meijer (m)

‘De mode-industrie moet zich heruitvinden’, luidt haar belangrijkste boodschap aan de zaal. In een half uur durend verhaal vertelt Teunissen zich te fascineren over het feit dat de mode altijd op zoek is naar ‘nieuw’, altijd maar ‘nieuw’. Maar kunnen we ook naar een ander waardesysteem, vraagt ze zich af, kunnen we ook andere dingen uitdragen met kleding?

 

‘Tegenwoordig verschijnt er iedere dag iets online of in de winkel met als doel er zo veel mogelijk van te verkopen’, confronteert ze haar publiek, ‘maar dat heeft in dertig jaar tijd geleid tot een enorme overproductie en afvalberg. Dit kan zo niet langer.’ 

 

Verhalen

Nee, helaas: ook Teunissen heeft niet het gouden ei. ‘Dé oplossing heb ik niet, maar de noodzaak om die heel breed te verkennen, die is er wel.’ In het gesprek dat na afloop van de rede met AMFI-alumnus Ruben Jurriën, modeprofessional Han Bekke en mode-duo Viktor & Rolf gevoerd wordt, komen wel veel mogelijkheden voorbij.

 

Zo heeft mode nieuwe ‘waarden’ nodig, consumenten meer bewustzijn van wat ze kopen, en de industrie regels en wetten om groen en eerlijk te werk te gaan. Vooral dat laatste lijkt belangrijk, en er worden al stapjes geboekt. Zo werkt de Europese Commissie op dit moment aan een verbod op de vernietiging van kleding. Wel gaat het allemaal ‘ontzettend traag’, concludeert Bekke, die tientallen jaren in het vak zat en ‘nu vrijuit kan spreken’.

 

De rol van AMFI

Waar het dinsdag minder over gaat: welke rol heeft een mode-opleiding als AMFI hierin te spelen? Teunissen wil daar na afloop best nog even antwoord op geven.

 

Digitalisering zal een van de belangrijkste speerpunten worden, stelt zij. Dit betekent dat studenten dus ook meer achter de computer aan de slag moeten: studenten zullen eerder digitaal iets gaan ontwerpen, dan meteen met fysiek materiaal aan de slag te gaan.

‘Radicaal nee zeggen tegen bedrijven zullen we als AMFI niet snel doen, maar je trekt wel ergens een grens’

‘Zoals in de industrie ook zou moeten’, legt Teunissen uit. ‘Kleding zou pas gemaakt moeten worden als er vraag naar is.’ In plaats van zoals het nu bij fast fashion-bedrijven als Adidas, H&M of Shein gaat, waarbij grote batches aan kleding de markt op komen en vaak in een verbrandingsoven belanden.

 

Maar er komt ook een stukje pedagogiek bij kijken. ‘Sommige studenten komen hier binnen met een soort catwalk-mentaliteit: hoe word ik zo snel mogelijk de sterontwerper? Ik vind dat wij die studenten best van dat idee af mogen helpen. Wij willen ze in ieder geval wat bijbrengen over duurzame ontwikkelingsdoelen en waarden.’

 

Andere studenten komen, moet ook gezegd, al uit zichzelf met de motivatie om de industrie te veranderen, merkt Teunissen. ‘Het verschil tussen beide groepen lijkt wel groter te worden.’

 

Politieke rol

Het is de vraag of een opleiding als AMFI ook een politieke rol heeft. Moet de opleiding bijvoorbeeld ook zeggen: deze fast fashion-bedrijven zijn zo vervuilend, daar werken we niet meer mee samen?

 

Teunissen is niet per se voorstander van dat idee: ‘Radicaal nee zeggen tegen bedrijven zullen we niet zo snel doen, denk ik. De opvatting moet zijn dat als een bedrijf met onze studenten een duurzaamheidsvraagstuk wil oplossen, we daar in principe voor open staan.’

 

Wel is er een grens die je ergens moet trekken. Teunissen denkt terug aan het bedrijf waar ze in haar speech naar verwees. ‘Ik denk dat als een bedrijf als Shein bij ons komt, we dan toch nee zeggen. Ja, dat gaat dan toch een stap te ver.’