Cultuurcentrum CREA komt fors geld tekort, ‘andere afspraak met HvA is nodig’
HvanA | Het CREA-gebouw op Roeterseiland
800.000 euro extra per jaar. Dat heeft het culturele studentencentrum CREA nodig om financieel gezond te blijven. ‘We zitten in zwaar weer’, vertelt directeur Dennis van Galen, die in onderhandeling is met de HvA over nieuwe (financiële) afspraken.
Financieel gezien gaat het leven even niet over rozen bij CREA. Het culturele centrum, dat studenten in Amsterdam sinds de jaren zestig workshops biedt in kunst, muziek, theater en cultuur, zit volgens directeur Dennis van Galen ‘al sinds de coronacrisis in zwaar weer’.
HvanA belde hem om te vragen hoe de vlag erbij hangt. CREA komt nu jaarlijks maar liefst 800.000 euro tekort, zegt Van Galen. Dat komt volgens hem vooral omdat de kosten van huur, personeel en energie ‘door het dak zijn gegaan’.
Ondertussen zijn de subsidies van de UvA en HvA even hoog gebleven. ‘Sterker nog, eigenlijk is er al sinds de jaren negentig geen verandering gekomen in de financiële afspraken. Dit gaat zo niet langer.’
Subsidies
Stichting CREA stimuleert kunst en creativiteit onder studenten en ontvangt daarvoor een bijdrage van de UvA en HvA. Het is nu vooral afhankelijk van subsidie van de universiteit: de UvA maakt elk jaar anderhalf miljoen euro over. CREA huurt het pand op Roeterseiland van de UvA en betaalt de universiteit ook voor facilitaire diensten.
‘Het is eigenlijk absurd dat de afspraken met de UvA en HvA nooit zijn herzien’
De HvA betaalt veel minder dan de UvA. In plaats van een vaste bijdrage betaalt de HvA per student die deelneemt aan een cursus. Maar dat tikt niet echt aan; jaarlijks maakt slechts een paar honderd HvA’ers gebruik van CREA. Bovendien gaat het volgens Van Galen om nog geen 200 euro per student. ‘De meeste jaren ligt de factuur die we naar de HvA sturen rond de 100.000 euro.’
Van Galen is niet blij met die regeling. ‘Nee, het is natuurlijk absurd dat die afspraken nooit zijn herzien. Tijdens de pandemie haalden we bijvoorbeeld helemaal geen studenten binnen en hoefde de HvA amper bij te dragen. Bovendien vind ik ook dat deze klant-leverancier-relatie niet juist is. De HvA zou veel meer een partner moeten zijn. De gesprekken lopen en de HvA heeft ons al gezegd dat ze inzien dat er een vastere, structurele bijdrage nodig is.’
Langzaam
De vraag die Van Galen zich ook moet stellen, is hoe je HvA-studenten betrokken krijgt bij CREA. Studenten van de UvA maken immers gretig gebruik van CREA. Van het aantal studenten dat bij CREA een cursus volgt komt negentig procent van de UvA, tegenover tien procent van de HvA.
Van Galen zegt al veel langer dat hij graag meer hbo’ers zou willen zien bij CREA. ‘Het klopt dat het langzaam gaat.’ Zo is het doel nog steeds om CREA-workshops naar de HvA-campus te krijgen, zoals hij eind 2022 al aan lezers van HvanA beloofde. Waarom komt het daar maar niet van?
‘We komen mankracht tekort om dit voor elkaar te krijgen. Maar we hebben al wel stappen gezet in de samenwerking met Floor. Ik heb er vertrouwen in dat die workshops op de Amstelcampus er nog gaan komen.’
Dat de HvA nu zelf ook een periode van bezuiniging tegemoet gaat, helpt niet. ‘Tien jaar geleden was dit gesprek makkelijker geweest,’ erkent Van Galen. ‘Maar CREA op de hogeschool blijft een van onze pijlers: mijn drive om ons stevig binnen de HvA-community te verankeren, is niet minder geworden. Het mooiste scenario voor CREA zou een mengeling van UvA’ers, hbo-studenten én mbo-studenten zijn.’
