‘Overal waar ik kijk op de HvA zie ik het politieke gekonkel’

24 januari 2024
Beeld:

Rosa Tromp | Jessica Singh

Geplaatst door
Jessica Singh
Op
24 januari 2024

Eerst zat ze er zelf in de collegebanken, nu is ze medewerker en docent aan de HvA. Jessica Singh schrijft columns voor HvanA over de hogeschool die ze van twee kanten heeft leren kennen. Haar werkplek heeft eigenlijk best wat weg van politiek Den Haag, aldus Jessica. 

Wanneer ik terugkijk op mijn begin bij de HvA verschijnt er automatisch een glimlach op mijn gezicht. De overgang van student naar medewerker bracht een drastische verandering in mijn perspectief op de instelling teweeg. Een collega die ik net had leren kennen, maakte toen vaak de grap: ‘Let maar op, Jessica, de HvA is nog erger dan de Tweede Kamer in Den Haag.’

 

Destijds dacht ik, waar heeft ze het over? We zijn toch gewoon een onderwijsinstelling? Drie jaar later begint het kwartje eindelijk te vallen. De HvA vertoont inderdaad parallellen met de Tweede Kamer: faculteiten als politieke partijen en de koffiecorners als broeinesten.

 

Als je mee wilt dingen op de HvA gaat het democratisch. We hebben immers een medezeggenschapsraad waarvoor gekozen wordt. Maar hoe jammer het ook is, bijna niemand lijkt er interesse in te hebben. Het is dan ook niet voor niks dat je herhaaldelijk leest dat leden van de medezeggenschapsraad zich niet gehoord voelen.

Vriendjespolitiek lijkt onvermijdelijk in een grote organisatie als de HvA

Wat wel werkt? Lobby’en. Als je wat gedaan wilt krijgen in de hogeschool, werkt de HvA net als de politiek van Den Haag. Om te lobbyen heb je vrienden nodig, contacten binnen de hogeschool. De HvA is namelijk geen eenvoudige machine. Onder het College van Toezicht bevinden zich het College van Bestuur, de Raad van Advies en de medezeggenschap. Daaronder vallen zeven faculteiten en zeven afdelingen die centraal worden aangestuurd.

 

Elke faculteit heeft zijn eigen budget en worstelt het hele jaar door met complexe financiële vraagstukken. Elke faculteit is als een politieke partij, met het gezamenlijke doel van het bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, maar tegelijkertijd gericht op het levendig houden en ontwikkelen van hun eigen identiteit. Vergaderingen onder de decanen zijn debatten waar elke faculteit constant de eigen belangen vertegenwoordigt.

 

De medezeggenschap is natuurlijk een optie. Maar volgens mij heb je vooral vrienden nodig. Mijn bewondering gaat altijd uit naar een collega die mijn grootste mentor is geworden in het slim en efficiënt netwerken binnen de HvA. Als er iets opgelost moet worden, gebeurt dat nog dezelfde dag dankzij haar netwerk, terwijl de officiële route van de HvA anders weken in beslag zou nemen. Ze heeft met iedereen een goede band, van huismeesters tot ICT-services. Op elke afdeling heeft ze iemand die ze kent, de gemiddelde politicus zou er nog wat van kunnen leren.

 

Je zou kunnen constateren dat binnen de HvA enkele trekjes van vriendjespolitiek te bespeuren zijn, iets wat eigenlijk onvermijdelijk lijkt in veel grote organisaties. Het is een bekend verschijnsel dat geleidelijk insluipt. Waarom lijken zaken toch altijd zo te versnellen als je bekenden hebt binnen de HvA?

 

Waarom kan opeens wél een factuur binnen twee weken worden betaald, in plaats van binnen de gebruikelijke dertig dagen? Waarom kun je opeens wel gebruik maken van alle communicatieschermen in de HvA? En waarom kan je opeens wel een winkel openen in de centrale hal van het Wibauthuis of een samenwerking beginnen met een extern merk?

 

Ben je net begonnen en wil je je een weg banen in de politieke arena van de HvA, of zelfs een zetel aan de tafel veroveren, dan is het van cruciaal belang om te begrijpen wie je van welke afdeling moet kennen. Je wordt bijna gedwongen om deel te nemen aan het spel.

 

Elke ochtend haal ik een koffie bij de koffiebar in het Wibauthuis en dan kijk ik glimlachend toe. Overal zie je het politieke gekonkel, bij de koffiebar en aan de tafeltjes. Wat kan jij voor mij betekenen en ik voor jou binnen de HvA? Hoe je het ook wendt of keert, het begint altijd met: ‘zullen we eens een kop koffiedrinken?’