Chantal Deken: ‘We moeten culturele verschillen meer op waarde schatten’
Na een jaar verlaat Chantal Deken als ambitiecoördinator Diversiteit en Inclusie de HvA. Hoe kijkt zij terug op het afgelopen jaar en in wat voor staat laat ze de hogeschool achter? ‘De belofte dat iedereen zich hier thuis moet kunnen voelen kan schuren.’
Chantal Deken is de eerste ambitiecoördinator Diversiteit en Inclusie die de HvA leerde kennen. Het was een nieuwe functie die haar op het lijf geschreven leek. Deken is oprichter van de stichting Discussiëren Kun Je Leren en stond begin dit jaar te springen om de rol als verbinder op zich te nemen. Maar na een jaar zwaait ze alweer af. De functie, die ze deelde met Mirtele Snabilie, was voor haar te beleidsmatig. ‘Ik wil dingen doen die mensen voelen en gesprekken voeren met de doelgroep’, aldus Deken.
Hoe kijk je terug op deze rol? Denk je dat de functie recht doet aan wat er moet gebeuren op de HvA als het aankomt op diversiteit?
‘Ik vind de constructie van ambitiecoördinatoren heel interessant en al helemaal als je die koppelt aan het instellingsplan waarin staat dat de hogeschool diverser moet zijn. Ik leg altijd aan studenten uit: eigenlijk heb je een coalitieakkoord en wij zijn de “wethouders” die de besluiten van de HvA samen met de faculteiten stimuleren en uitvoeren. Wat alleen ingewikkeld is, is dat je als ambitiecoördinator geen formeel mandaat hebt.’
‘Eigenlijk heb je meer mankracht nodig om deze functie goed tot zijn recht te laten komen. Niet meer hoofden, maar wel meer handen. Niet om meer beleid te maken, maar om het beleid echt uit te voeren. Dat laatste had ik graag meer willen doen en had ook beter bij mij gepast denk ik.’
‘Op de UvA hebben ze een Central Diversity Office opgezet, op een vergelijkbare manier zoals we hier Go HvA hebben. Dat is de centrale plek waar HvA’ers samenwerken aan duurzame ambities van de hogeschool. Ik zou dat de ambitiecoördinator Diversiteit en Inclusie ook gunnen. Zodat meer studenten en medewerkers weten dat deze ambitie bestaat en waarom.’
Zoals gezegd ben je oprichter van de stichting Discussiëren Kun Je Leren. Is er genoeg ruimte voor dialoog op de HvA?
‘Als je aan studenten vraagt of er in de klas wordt gesproken over beladen maatschappelijke ontwikkelingen, hoor ik vaak van niet. Docenten en medewerkers erkennen dat ook. Zij hebben behoefte aan meer kennis en vaardigheden over hoe ze onderwerpen als de oorlog tussen Israël en Hamas of de recente verkiezingsuitslag moeten bespreken tijdens de les. En sommigen willen het ook helemaal niet bespreken, omdat ze gewoon willen doceren en niet een dialoog willen faciliteren. Wat ook echt een andere rol is, ik begrijp dat wel.’
‘De HvA heeft de plicht om studenten te enthousiasmeren om ergens iets van te vinden’
‘We organiseerden dit jaar verschillende evenementen waar we studenten met elkaar in gesprek lieten gaan. Bijvoorbeeld rondom Keti Koti of in de diversity week. In die week zetten we ballenbakken neer waar studenten en medewerkers in gingen zitten om vragen te beantwoorden. Ook om even de hiërarchie te doorbreken. Veel medewerkers en studenten willen praten over de polarisatie in de samenleving en over de vraag of dat ook voelbaar is op de HvA. Die dialoog blijft ontzettend leerzaam, voor alle partijen.’
Op de UvA gaan studenten de barricades op. Bijvoorbeeld als ze vinden dat de universiteit zich moet uitspreken over de oorlog tussen Israël en Hamas. Waarom doen HvA’ers dat niet?
‘Op het moment dat het te stil blijft is dat iets zorgelijks, denk ik. We hebben als onderwijsinstelling de plicht om studenten te bevragen en te enthousiasmeren om ergens iets van te vinden. Ik denk niet dat het betekent dat HvA-studenten geen mening hebben, maar dat het te maken heeft met dat ze – en dat is bij mbo-studenten nog meer het geval – niet betrokken worden bij een besluitvormingsproces. Ze hebben te weinig het gevoel dat hun visie of idee er toe doet.’
Als er een dialoogavond wordt georganiseerd valt het op dat er toch vaak dezelfde, maatschappelijk geëngageerde studenten op afkomen.
‘Dat wordt altijd gezegd, maar ik denk dat dat niet zo erg is. Het gesprek over inclusiviteit moet je in ieder geval zien als een proces. Iemand moet wel willen. Het werkt averechts als je thema’s als diversiteit en inclusie gaat opleggen. Diversiteit is een onderwerp waar helaas nog niet iedereen wat bij voelt omdat ze denken dat het een thema is van ‘minderheidsgroepen’ en dat het niet toebehoort aan hen. Dus is het van belang dat we het ook over gelijkwaardigheid hebben. Omdat studenten dan inzien dat het over alle mogelijke verschillen gaat. Dan zijn het niet alleen thema’s van de LHBTQIA+-gemeenschap of van mensen van kleur, maar gaat het ook over armoede, neurodivergentie of mensen met een functiebeperking.’
‘Het werkt averechts als je thema’s als diversiteit en inclusie gaat opleggen’
De HvA zegt dat ze een niet-religieuze instelling is. Botst dat soms met het inclusieve karakter van de hogeschool?
‘Nee, dat denk ik niet. Volgens mij moeten we leren omgaan met (culturele) verschillen en deze meer op waarde schatten. We zijn dat verleerd en zijn steeds verder teruggetrokken in onze eigen bubbels, ook door de coronacrisis. We moeten hard aan de bak om dat weer onder de knie te krijgen.’
‘Ik praat nu met HvA’ers over inclusief ruimtegebruik op de HvA. Als het dan gaat over ruimte voor bezinning, zeggen wij als inclusieve hogeschool dat het belangrijk is om daar tijd en plek voor te maken. Het feit dat we het er over hebben en de vraag stellen: “wat wil jij?” is werken aan inclusie.’
‘Inclusief ruimtegebruik wordt pas ingewikkeld zodra je vraagt: we hebben nu een multifunctionele ruimte en dat is onze ontmoetingsruimte, gebedsruimte, kolfruimte én een ruimte voor mensen die moeten ontprikkelen in één. Gaat dat samen? Je zal doormiddel van dialoog in kaart moeten brengen wat de verschillende individuele behoeftes zijn.’
Maar dan komen er HvA’ers die gescheiden gebedsruimtes willen. Dat ligt niet in lijn met de seculiere standpunten van de HvA.
‘We hebben de maatschappelijke opdracht om ons te verhouden tot elkaar in deze superdiverse samenleving. Honderd procent inclusie is een lastige opgave. Misschien botst de uitspraak van de HvA die zegt niet-religieus te zijn dan toch een beetje met het instellingsplan, waarin staat dat iedereen zich veilig en thuis moet kunnen voelen op de HvA. Want, iemand kan zeggen dat die zich niet welkom voelt hier op de hogeschool als deze niet op een bepaalde manier is ingericht.’
Afgelopen juni werd ter ere van Pride Month een jurk tentoongesteld, gemaakt van vlaggen van landen waar homoseksualiteit verboden is. Daar kwamen ook minder enthousiaste reacties op. Hebben jullie daar het gesprek over gevoerd?
‘Ja, we zijn bij die jurk gaan staan om met studenten te praten. Ook omdat we niet goed wisten of deze expositie positief bij zou dragen aan de HvA-belofte dat iedereen zich hier welkom, veilig en thuis moet kunnen voelen. We twijfelden over het momentum. We vroegen ons af of de jurk op dát moment bij zou dragen aan de dialoog of dat je de dialoog over onderwerpen die kunnen schuren voorzichtig moet opbouwen.’
Is de functie van ambitiecoördinator eigenlijk een politieke functie?
‘Inclusiviteit, bestaanszekerheid en kansengelijkheid zijn zeker wel politieke thema’s. Maar we zijn er voor alle HvA’ers en het belangrijkste is: de hogeschool is geen plek waar we geweld verheerlijken en is geen plek voor moslimhaat, LHBTQAI+-discriminatie, antisemitisme, et cetera. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kiest bewust voor een coördinator antiracisme en -discriminatie in plaats van een diversiteitsprofessional. Misschien om het politieke er van af te halen, daar heb ik niet eerder zo over nagedacht. Antiracisme is in lijn met de grondwet en volgens mij niet iets waar je het mee oneens kan zijn.’
Eind januari draag je de functie over. Wat ga je doen?
‘Ik ben met een team bezig met het opzetten van een nieuwe stichting: Nobody is Not Welcome. In plaats van te zeggen “iedereen hoort erbij”, willen wij vooral tegen uitsluitingsmechanismen ageren. Wij willen graag het hokjesdenken doorbreken door op een creatieve manier inclusiviteit, diversiteit en gelijkwaardigheid onder de aandacht te brengen.’