Minder personeel en ‘scherpere’ keuzes: de nieuwe begroting van de HvA
De HvA moet de komende tijd de broekriem gaan aanhalen. Teruglopende studentaantallen en hogere kosten maken dat de hogeschool ‘scherper’ moet kijken waar het geld naartoe gaat. ‘Dat is niet altijd even makkelijk en doet op sommige plekken echt pijn.’
Dat schrijft het College van Bestuur in de begroting voor 2024, die afgelopen week unaniem door de centrale medezeggenschapsraad (CMR) is ingestemd en in handen is van HvanA.
In 2024 moet de HvA kritischer kijken naar wat er financieel mogelijk is. De grootste financiële tegenvaller is dat veel studenten zich na de zomer niet opnieuw hebben ingeschreven voor hun opleiding. ‘Het wegblijven van her-inschrijvers is een trend die we in het hele land zien, maar die zich bij ons wel bovengemiddeld voordoet’, meldt het CvB daarover.
Dat kost faculteiten veel geld. Neem daarbij de gestegen kosten voor energie, panden en het stoppen van de ‘coronaspaarpot’ van afgelopen jaren en eindstand is dat de HvA de komende jaren meer de zeilen bij moet zetten.
Zes miljoen euro
Wat valt er op in de begroting? Ten eerste dat drie faculteiten (FDMCI, FBE en FMR) niet in staat blijken om al hun plannen uit te voeren zonder extra steun van de HvA. Het CvB heeft daarom besloten om maximaal zes miljoen euro uit de eigen spaarpot te halen en met dit geld deze faculteiten komend jaar te ondersteunen.
In 2028 zullen naar verwachting vijfhonderd voltijdsbanen zijn verdwenen
FDMCI heeft bijvoorbeeld geld nodig om de vernieuwing van de opleidingen Communicatie en Creative Business (CO+CB) en AMFI in goede banen te leiden, FMR om ervoor te zorgen dat studenten in algemene zin minder uitvallen. Zes miljoen uit de reserves kan de HvA overigens wel lijden, want de hogeschool is financieel gezond. Ook blijft er in 2023 naar verwachting vijf tot tien miljoen euro over.
‘Dubbele ombuiging’
Maar dat de vette coronajaren voorbij zijn, is wel duidelijk. Afgelopen jaren kreeg de HvA liefst 27 miljoen euro als extra spaarpot van het Rijk om wat aan de leerachterstanden en het welzijn van studenten te doen. Straks moet de HvA echter weer terug naar ‘normaal’.
Tel dat op bij de teruglopende studentaantallen en je krijgt een soort ‘dubbele ombuiging’, zoals het CvB het in het voorwoord van de begroting noemt. Gevolgen? Met name dat er over een paar jaar een stuk minder medewerkers op de HvA zullen rondlopen.
Deels was dat voorzien, want bij het aangestelde ‘coronapersoneel’ ging het in principe om tijdelijke hulptroepen. Maar over de komende vijf jaar zet de trend door. De HvA mikt erop dat er tussen 2023 en 2028 zo’n vijfhonderd voltijdsbanen zullen zijn verdwenen, vast personeel en freelancers bij elkaar opgeteld (zie grafiek). Vooral in het aantal docenten wordt gesnoeid.
‘Studeerbaar onderwijs’
De centrale medezeggenschapsraad heeft de voorstellen afgelopen week besproken met het CvB en ermee ingestemd. We vroegen docent Kees Post, als lid van de CMR actief bezig met de financiën van de HvA, om een korte reactie. Hij stelt dat hij de begroting ‘evenwichtig’ vindt. Belangrijkste financiële uitdaging, volgens Post? Dat de HvA de komende tijd zorgt voor ‘studeerbaar onderwijs’, zodat de uitstroom van studenten kan worden beperkt.
De begroting is pas definitief zodra ook de Raad van Toezicht van de HvA akkoord is. Dat akkoord wordt deze week verwacht. Tegelijkertijd kan er voor de HvA komend jaar natuurlijk nog veel veranderen: hoeveel studenten zich zullen inschrijven in 2024, is bijvoorbeeld nog maar de vraag. Verwacht wordt dat zich de komende jaren steeds minder studenten zullen inschrijven in het hbo. Samen met alle decanen bespreekt het CvB daarom momenteel hoe en waar de komende jaren nog meer bezuinigd kan worden.