Docent voor een week: bij Sportkunde krijgen de studenten les van alumni
Even geen docenten voor de klas die lesgeven, maar alumni met voorbeelden uit hun dagelijkse werk. Bij Sportkunde en Sport Studies gebeurt het deze week en dus namen we een kijkje. ‘Op deze manier krijgen we meer oud-studenten op de been dan met een borrel.’
Opleidingsmanager Katelijne Boerma probeert het contact met afgestudeerden al jaren te verbeteren, vertelt ze als we haar op de sportcampus treffen. ‘We werken zoals de meeste opleidingen al met gastdocenten, maar gaan deze week een stap verder. Onder wakend oog van een docent nemen oud-studenten een hele projectweek voor hun rekening.’
Oud-studenten voor de klas, dus. Dat past bij wat de opleiding wil en bij wat studenten zelf leuk vinden, volgens Boerma. ‘Studenten vinden het interessant om te zien welke banen er zijn in het vakgebied, alumni vinden het leuk en wij houden nauw contact met wat er speelt in het bedrijfsleven.’
Na afloop van de week krijgen studenten twee studiepunten, mits ze de opdracht succesvol hebben afgerond. Boerma: ‘Een van onze docenten, Claire Powell, heeft de supervisie over dit project. Zij bepaalt de leerdoelen en checkt of het programma goed in elkaar zit. Omdat het eindproduct een presentatie is, krijgen studenten aan het eind van de week meteen hun cijfer. Dus ook voor alumni betekent dit dat ze niet nog drie weken aan het nakijken zijn.’
Alumni-ambassadeur
Wie zijn die oud-studenten en waar zijn ze terechtgekomen? Een van hen is Jabbo Smulders, twee jaar geleden aangetrokken als parttime alumni-ambassadeur voor Sportkunde en de Engelstalige variant Sport Studies. Sinds zijn komst heeft het programma een vlucht genomen.
‘Met het organiseren van sportieve bijeenkomsten, zoals golfen en binnenkort padellen, krijgen we meer oud-studenten op de been dan met het organiseren van borrels.’ Toen het plan kwam een projectweek te organiseren met alumni was het makkelijk om een diverse groep op te trommelen.
Naast Smulders vroeg de opleiding voor de hele projectweek Jessie Smeding, die in 2018 afgestudeerde en inmiddels een eigen marketingbureau heeft. Zij is nauw betrokken bij de nieuwe schaatsploeg Team Novus, een internationaal schaatscollectief dat vorig jaar is opgericht. Ze laat de studenten dan ook een mediastrategie maken voor de schaatsploeg.
Max Verstappen
In totaal nemen er zeven oud-studenten deel aan de takeover. In de middag staat bijvoorbeeld Ferdi Merks voor de klas, die al in 2012 afstudeerde. Hij werkte voor auto-app CarNext nauw samen met het team van Max Verstappen aan het populaire spel Fangineer. Hij vertelt de klas hoe zijn mediastrategie eruit zag voor het spel en waarom. De studenten stellen veel vragen: Max Verstappen is immers populair.
Een van hen wil weten wat zo’n contract met Max Verstappen nou kost. Merks antwoordt: ‘Zeseneenhalf miljoen euro per jaar. En daar kwam nog 2 miljoen bij voor een kampioenschap.’ Na de presentatie is er een halfuurtje pauze, enkele studenten grijpen dit moment aan om Merks nog wat vragen te stellen over stage- en coachingsmogelijkheden.
Merks is zelf enthousiast: ‘Ik had wel een warm hart voor mijn opleiding, maar er was na mijn afstuderen gewoon geen contact. Het is superleuk om met deze studenten te werken, ik krijg er energie van.’ Zonder dat hij het zelf wist, bleef hij overigeens een bekende naam bij Sportkunde. De meeste studenten leren, nog steeds, van zijn samenvattingen van veertien jaar terug. Ferdi Merks is een begrip.
Aanvulling
En de studenten, wat vinden zij er nou eigenlijk van? Tweedejaars Liam Ahern is enthousiast: ‘Ik vind deze projectweek interessanter dan les uit een boek. We hebben hiervoor een paar weken les gehad en dit is wel een mooie aanvulling. Oud-studenten die hun verhaal vertellen, ik vind het boeiend.’
Tosca-Ndina Simon, een student uit Namibië vult aan: ‘Het is verfrissend, niet veel opleidingen hebben dit. Ik ben fan van deze projectweek, vind het makkelijker om me te focussen.’ Of ze zelf later ook willen lesgeven aan Sportkundestudenten? Liam: ‘Misschien wel, maar er is voor mij nu nog voldoende om eerst te leren.’