Sportkundestudent Monty terug uit de rugbytop: ‘Je moet een dikke huid hebben’
Hij werd gescout als rugbyprofessional in Frankrijk: Monty Leverstein (22) speelde voor gemiddeld achtduizend man. Een droomleven… of toch niet? Monty keerde terug naar zijn oude club in Amersfoort en studeert nu Sportkunde aan de HvA. ‘Dat sportleven is best zwaar.’
‘Het is een redelijk agressieve sport, maar het respect voor elkaar wordt er wel ingeramd. Of je nou breed en lang bent of wat kleiner en snel: iedereen kan het spelen. In het dagelijks leven ben ik chill en aardig tegen mensen. Maar als ik in het veld sta, dan gaat er een knop om en is er maar één doel: de wedstrijd winnen’, vertelt de twee meter lange ex-rugbyprofessional.
Monty ging naar een zogenoemde LOOT-school of ‘Topsport Talentschool’. Hier kan je vanuit het voortgezet onderwijs terecht als je als aankomend talent aanleg hebt om topsporter te worden. Je krijgt een aangepast lesprogramma waardoor je school en sport makkelijker kunt combineren.
Monty groeide in de rugbywereld. Hij werd regionaal talent, volgde extra trainingen, trok met het jeugdteam naar het EK rugby in Kaliningrad en werd daar gescout voor een rugbyteam in Schotland. Niet lang daarna kreeg hij via Facebook de uitnodiging om ook professioneel in de Franse rugbyclub ‘Racing Club Narbonnais’ te spelen.
‘Eigenlijk had ik nooit het idee om echt een professional te worden’, legt Monty uit. ‘Ik wilde gewoon een tussenjaar, waarin ik kon gaan rugbyen en daarna studeren. In eerste instantie vertrouwde ik het aanbod via Facebook ook niet. Later werd er meer duidelijk en accepteerde ik het. In Frankrijk leeft het rugby enorm.’
In dat jaar wilde Monty er het maximale uit halen. ‘Op een gegeven moment speelde ik met een enorm goede club. Daar proefde je al het professionalisme. Naast mij speelden gasten die ik op YouTube bewonderde.’ Twintig was hij toen hij een professioneel jeugdtopcontract kreeg. Na Narbonnais trainde hij met de clubs van Lyon en Bourg-en-Bresse. Een onvergetelijk avontuur. ‘Dat je samen een doel hebt en in tachtig minuten alles geeft en daarna met een gebroken lichaam een biertje drinkt en bijpraat: dat was heel cool.’
‘Hoe professioneler het wordt, hoe harder mensen zich gaan gedragen’
Doodmoe
Maar dan: het wordt te veel. Monty verliest het plezier in de sport en voelt zich eenzaam. Zijn liefde voor rugby verandert in werk. Na het trainen ploft hij doodmoe op de bank, zonder nog ergens puf voor te hebben.
Daarbij raakte Monty afgelopen jaar zwaar geblesseerd aan zijn schouder. ‘Ik kon niet presteren en lag er een half jaar uit. Ik kon niks meer: niet wassen, niet koken, niet lopen. Toen ik vroeg of ik naar huis mocht, kreeg ik geen akkoord. Dat zette me aan het denken. Ik was er niet meer om de reden dat ik er zou moeten zijn.’
‘Ik heb met een kikker in mijn keel gezegd dat ik weg wilde’
Het was voor Monty keihard trainen in de harde wereld van het professionele rugby. ‘Dat sportleven is best zwaar. Hoe professioneler het wordt, hoe harder mensen zich gaan gedragen. Eerst is er nog wel ruimte voor een grapje op het veld. Later gaat het alleen nog om prestaties, wedstrijden en trainen. Je moet een dikke huid hebben.’
Hij was toe aan een nieuw avontuur en zei afgelopen jaar gedag tegen zijn professionele rugbycarrière in Frankrijk. ‘Het was wel spannend. Ik had een tweejarig contract getekend en er was nog maar een jaar voorbij. Toch heb ik met een kikker in mijn keel gezegd dat ik weg wilde. Uiteindelijk ben ik blij dat ik de keuze heb gemaakt.’
Sportkunde
En zijn droombaan nu? Die heeft hij nog niet. Door in gesprek te gaan met een studiecoach en te onderzoeken welke opleiding hem het beste leek, kwam hij terecht bij de HvA. Monty studeert nu aan de opleiding Sportkunde. Sport in combinatie met ondernemen: dat leek hem wel wat.
Ondertussen brengt hij zijn kennis en ervaring over op andere rugbyers, terug bij zijn ‘oude’ club in Amersfoort. ‘Ik heb echt geleerd voor mezelf op te komen. Ik was een vrij meegaand persoon, maar ik heb ook veel dingen gedaan die ik niet leuk vind. Nu kan ik dat meer sturen.’
De liefde voor rugby is gebleven. Sterker nog, hij wil met zijn club maar wat graag landskampioen worden. En met dat doel voor ogen ziet hij een avontuurlijke toekomst tegemoet. ‘Bij Amersfoort heb ik nu een leidende rol en daar krijg ik weer energie van. Rugby blijft een heerlijke uitlaatklep.’