Week van de Toegankelijkheid: Lotte heeft chronische pijn

4 oktober 2018
Beeld:

Daniël Rommens | Lotte van der Meer (op de voorgrond). Daarachter van links naar rechts: Jeroen Eek, Jeffrey Meijer en Eveline Roemer.

Geplaatst door
Nina Rijnierse
Op
4 oktober 2018

Het is de Week van de Toegankelijkheid. Ook voor studenten met een beperking op de HvA is zomaar een studie volgen niet vanzelfsprekend. HvanA sprak deze zomer met vier van hen. Vandaag: Lotte van der Meer (21), derdejaarsstudent sociaal pedagogische hulpverlening. Ze heeft chronische pijn.

‘Als ik in de lift van het Wibauthuis stap en op het knopje van de tweede verdieping druk, kijken mensen me veroordelend aan. Na drie jaar is dat nog steeds hetzelfde. Door mijn chronische pijn is het niet fijn om met de trap te gaan, maar ik voel me altijd bezwaard en ongemakkelijk om met de lift te gaan als ik op de eerste of tweede verdieping les heb.’

 

‘Ik heb nu acht jaar chronische pijn. Het is lastig om uit te leggen wat ik precies voel. Het is een zeurende pijn van heup tot voet, als het slecht gaat steken in mijn knie, soms zak ik in elkaar. Wat de pijn precies veroorzaakt, is niet duidelijk. Het gaat de hele dag door en ook ’s nachts. De pijn maakt me vermoeid. Ik kan niet lang staan of lopen en ook niet rennen.’

Beeld: Beeld: Daniël Rommens | Lotte van der Meer

‘Mensen zien aan de buitenkant niks aan mij. Niet al mijn medestudenten weten van mijn functiebeperking. “Huh, loop je dit jaar geen stage?”, zeggen ze. Dan leg ik uit dat ik bewust de keuze heb gemaakt om langer over mijn studie te doen. Gelukkig heb ik altijd superlieve projectgroepen gehad. Ook de docenten zijn begripvol. Tijdens het vak sport & spel zeiden ze dat ik gewoon moest kijken wat ik kon doen.’

 

Cool down

‘Als ik na mijn college vier en half uur moet wachten tot mijn volgende les heeft naar huis gaan geen zin, daarvoor woon ik te ver weg. Voor mij is deze vier en half uur wachten op nog dertig minuten les best pittig, het kost mij veel energie. Gelukkig krijg ik ook veel energie van even gezellig kletsen met mijn klasgenoten.’

 

‘Ik zou in zo’n tussenuur naar de rustruimte op de tweede verdieping van het Wibauthuis kunnen gaan, maar daar zou ik persoonlijk niet naar binnen gaan: voor mij is het te klein, grijs en grauw. Die plek is denk ik niet speciaal voor mensen met een functiebeperking gemaakt, maar eerder voor mensen die gewoon willen rusten als ze bijvoorbeeld meedoen aan de ramadan of nadat ze een tentamen hebben gemaakt.’

‘Wat wel zou helpen? Eén leuk ingericht lokaal in elk gebouw, met de mogelijkheid om bijvoorbeeld posters op te hangen. Misschien niet alleen voor mensen met een functiebeperking – dan sluit je je een beetje af. Gewoon voor mensen die zich prettig willen voelen en behoefte hebben aan een cool down. Zoals de common room, maar dan stiller.’ 

 

‘Voor het maken van mijn toetsen krijg ik extra tijd omdat ik een dyslexieverklaring heb. Dat klinkt misschien een beetje gek, maar ik heb ook echt dyslexie. Ik red het niet qua lezen, maar heb ook moeite om me te concentreren als het onrustig is in een tentamenzaal. Dat ik mijn toets dan in een kleine ruimte mag maken, geeft rust.’  

 

Anderhalf uur

‘Ik woon bij mijn ouders in Mijdrecht. Voorlopig ga ik niet op mezelf wonen. De combinatie van zelf het huis schoonhouden en naar school gaan is nu te veel. Thuis wonen en naar de HvA reizen is daarom nu beter.’

‘Ik krijg energie van even gezellig kletsen met mijn klasgenoten’

‘Wel werk ik sinds een tijdje naast mijn studie in de gehandicaptenzorg. Na mijn stage vorig jaar mocht ik er blijven werken. Door de onregelmatige tijden is het pittig werk, maar mijn lijf moet daar ook aan wennen.’

 

‘Mijn ervaringen klinken gelijk zo negatief, dat vind ik lastig. Ik wil de HvA niet de schuld geven. Maar het is voor mij zoals het is. Sommige dingen veranderen ook niet: de HvA kan niet veranderen dat ik anderhalf uur onderweg ben naar school met het openbaar vervoer.’

 

‘Met decanen, docenten en studiebegeleiders heb ik goed contact, maar met het management van mijn opleiding lange tijd totaal niet. Daarom heb ik bij de opleiding ook gestreden voor mensen met een functiebeperking, want ik vond het gewoon niet oké hoe het ging. Ieder jaar krijg je een nieuwe studieloopbaanbegeleider. Ik had juist behoefte aan een casemanager, iemand die vier jaar lang bij mij zou blijven.’

‘Toen ik pas na een half jaar eindelijk een gesprek had, werd ik niet op de hoogte gehouden over vervolgstappen. Na een tijdje kreeg ik wel de naam van de casemanager te horen: toen ben ik zelf achter haar aangegaan.’

 

Groot proces

‘Daardoor heb ik nu eindelijk een casemanager. Zij kent de “weggetjes” binnen de HvA en helpt mij met het maken van een studieplan. Het is fijn dat zij er is en gewoon bij mij blijft. Natuurlijk moet ik elke keer opnieuw mijn verhaal vertellen, maar als iemand mijn verhaal al kent, is dat makkelijker.’

‘Je hoort veel over internationale studenten, maar over een functiebeperking hoor je eigenlijk niks’

‘Deze gebeurtenissen zorgden ervoor dat ik in 2017 samen met de afdeling studentenzaken en andere studenten Limitless oprichtte, een HvA-platform voor mensen met een functiebeperking. Dat doe ik niet voor mezelf, maar vooral voor de mensen die na mij komen. Ik zou het zonde vinden als de volgende student misschien precies tegen dezelfde deuren aanloopt als ik. Dat gun ik andere mensen niet.’

 

‘De HvA zit denk ik nog midden in een groot proces als het gaat om de omgang met mensen met een functiebeperking. Het staat niet op de voorgrond. Je hoort veel over internationale studenten en wat daarvoor nodig is, maar over een functiebeperking hoor je eigenlijk niks. Mijn quote bij Limitless was dan ook: niet zichtbaar, maar wel aanwezig. Want dat is bij veel mensen met een functiebeperking het geval.’

‘In deze maatschappij drukt dat woord meteen een stempel op je’

‘Op het woord “functiebeperking” heerst nu nog een taboe, denk ik. Iemand met dyslexie, ADHD of een angststoornis zegt niet meteen: “Ik heb een functiebeperking.” In deze maatschappij drukt dat woord meteen een stempel op je. De drempel is voor sommige mensen heel erg hoog om er iets over te zeggen.’

 

‘Ik heb dat taboe eigenlijk al op de middelbare school doorbroken. Ik weet mijn boontjes wel te doppen. Voordat ik begon met mijn studie ging ik al naar de decaan met mijn verhaal. Als je weet dat het niet loopt zoals wilt dat het loopt, moet je transparant zijn over je situatie. Inmiddels durf ik hulp te vragen, want ik kan het niet alleen.’

 

Herken je je in dit verhaal? Dan kun je contact opnemen met Limitless, een platform voor en door HvA-studenten met een functiebeperking, of de studentendecaan van jouw opleiding.


Dit artikel is samengesteld uit geschreven ervaringen van de student en een interview met HvanA.