Deze studenten wonen bij hun ouders (en besparen daardoor veel geld)

28 juni 2018
Beeld:

Privéarchief Brendan van Walstijn | Brendan thuis met zijn vader

Geplaatst door
Carlijn Schepers
Op
28 juni 2018

HvanA duikt deze week in de wereld van het geld. Vandaag: Steeds meer Amsterdamse studenten zullen de komende jaren bij hun ouders blijven wonen en dat komt deels door de afschaffing van de basisbeurs. Maar is thuis wonen wel zo’n ramp? Vijf studenten vertellen over wonen bij je ouders.

Beeld: Beeld: privéarchief Lisa Fontaine | Lisa (links) met haar zusje

Lisa Fontaine (19, bestuurskunde & overheidsmanagement)
‘Ik woon nog bij mijn ouders, want dat is lekker goedkoop. Bovendien is het in Nieuw Sloten in Amsterdam, dus op kamers gaan hoeft eigenlijk niet. Het is twintig minuten met de scooter of drie kwartier fietsen, maar dat doe ik toch nooit. Eigenlijk woon ik de helft van het jaar alleen. Mijn ouders hebben namelijk een zomerhuis in Geuzeveld waar ze tussen april en september met mijn zusje heengaan. Dan heb ik het hele huis voor mezelf.’

 

‘Dat is fijn, want in de wintermaanden merk ik soms dat de irritaties hoog oplopen. Mijn ouders zijn best relaxt hoor, maar soms ben ik chagrijnig of zijn zij chagrijnig en dan wil ik liever even alleen zijn. Ook is het jammer dat ik niet altijd tot laat met mijn vrienden bij mij thuis kan zitten. Maar alleen daarvoor ga ik niet voor achthonderd euro per maand in een kamertje in Amsterdam zitten.’

 

‘Het is sowieso niet zo makkelijk aan een huis te komen hier. Ik blijf dus nog wel even thuis wonen. Dan kan ik ook sparen en hoef ik me nog geen zorgen te maken over geld.’

Samia Jahangir (21, pedagogiek)

‘Ik woon met mijn ouders en zus in Amsterdam-West. Maar ook als ik in een andere stad zou studeren, zou ik thuis blijven wonen. Dat heeft met de islamitische cultuur te maken, het is gebruikelijk om pas uit huis te gaan als je gaat trouwen. Als ik op kamers zou willen, zouden mijn ouders dus wel moeilijk gaan doen. Maar ik wil het ook niet, want ik vind het heel fijn thuis. Het eten staat altijd klaar en het is er vaak gezellig. Ik ben echt een familiemens.’

‘Ik deel een kamer met mijn zus, maar ik heb hem vaak voor mezelf. Ze is namelijk veel weg voor haar werk. Alleen soms als we ruzie hebben denk ik: had ik maar een eigen kamer. Maar we hebben het vooral leuk hoor.’

 

‘Ik mis wel het zelfstandig zijn en het gevoel van verantwoordelijkheid. Dat krijg je als je op jezelf woont. Maar thuis wonen scheelt wel een boel geld. Dat merk ik vooral aan klasgenoten met een eigen kamer. Zij moeten naast hun studie echt hard werken om hun kamer te betalen.’

Beeld: Beeld: privéarchief Brendan van Walstijn | Brendan thuis met zijn vader

Brendan van Walstijn (20, ICT)
‘Mijn ouders wonen in Amstelveen, dat is twintig minuten reizen naar de HvA. Ik vind uit huis gaan dus niet echt nodig. Ik heb het weleens overwogen. Met zes vrienden heb ik ooit een maand in een huis gewoond. Maar dat was tijdelijk, gewoon omdat we het leuk vonden. Als ik een basisbeurs had gehad was ik misschien wel op mezelf gaan wonen. Maar nu vind ik het vooral te duur. Als ik op kamers zou gaan moet ik veel meer werken. Dat is ook niet goed voor mijn studie.’

 

‘Nu betalen mijn ouders alles en is de koelkast altijd gevuld: dat is fijn. Er is voor mij en m’n zusje eigenlijk maar één regel, namelijk dat we zeggen waar we zijn. Prima dus. Verder zijn er eigenlijk weinig nadelen.’

‘Ik ga volgend jaar trouwens wel het huis uit. Dan ga ik aan de Universiteit Utrecht studeren. Maar dan kan ik het wel betalen. Ik ga namelijk samenwonen met mijn vriendin en heb een goede stage geregeld met een maandelijkse vergoeding van duizend euro.’

Beeld: Beeld: privéarchief Robin Cannon | Robin thuis met haar vader

Robin Cannon (20, media, informatie & communicatie)

‘Ik zou graag op mezelf willen wonen maar een woning vinden is heel lastig. Veel kamers zijn te duur of met te veel huisgenoten. Ik werk nu al parttime om te kunnen leven, als ik ook een kamer zou moeten betalen zou ik denk ik fulltime moeten gaan werken. Dan kom ik niet meer aan studeren toe. Ik woon daarom nog bij mijn ouders in Amsterdam: doordeweeks bij mijn moeder en in het weekend bij mijn vader. Dat is veel goedkoper en verder eigenlijk ook best prima.’

‘Er is altijd iemand om mee te praten als ik thuiskom. Ik heb ook nog een broertje en zusje. Maar ik heb ook genoeg privacy als ik dat wil. Met werk en colleges ben ik best druk. Soms zie ik mijn familie bijna een hele week niet! Het is wel jammer dat mijn ouders niet altijd rekening houden met mijn veganistische dieet.’

‘Volgens mij wil mijn moeder wel graag dat ik het huis uit ga. Ze zet er echt druk achter en zegt vaak: “Kom op Robin, ga eens op zoek!” Het grappige is dat mijn vader juist wil dat ik zo lang mogelijk thuis blijf wonen.’ 

Beeld: Beeld: privéarchief Mohamed Maalem | Mohamed (links) met zijn broertje

Mohamed Maalem (23, sociaal juridische dienstverlening)
‘Eigenlijk zou iedereen tijdens zijn studie gewoon thuis moeten blijven wonen. Het is ideaal, vooral financieel. Je hoeft niet al je vrije tijd te besteden aan een bijbaan om je vaste lasten te kunnen betalen. Dus kun je ook een beetje genieten van je studententijd. Bovendien heb ik nu de mogelijkheid om te sparen voor bijvoorbeeld een scooter, een auto of een leuke vakantie.’

 

‘Natuurlijk zitten er ook nadelen aan bij je ouders wonen. Zo kan ik niet zes uur ’s ochtends dronken thuiskomen. Dat vind ik niet netjes en past ook niet zo bij mijn Marokkaanse achtergrond. En als ik dan toch te veel drink, slaap ik wel bij vrienden.’

 

‘Voor mij is het perfect, maar ik snap wel dat niet iedere student thuis wil blijven wonen. Ik heb geluk dat ik een hele gezellige familie heb. Ik kan goed met ze praten en ze helpen me als ik problemen heb. Ook is het handig dat ze in IJburg wonen, niet ver van de HvA dus. En het fijne is: mijn ouders willen me zelf ook zo lang mogelijk thuis houden. Dus ik zit er voorlopig goed!’