Jordi ziet de giftige – maar ook kwetsbare – kant van Andrew Tate-aanhangers

24 mei 2023
Beeld:

Rosa Tromp | Jordi Frederiks

Geplaatst door
Jordi Frederiks
Op
24 mei 2023

Jordi (26) is net afgestudeerd als toegepast psycholoog, wat betekent dat hij gedag moet zeggen tegen de oude gewoontes van het studentenleven. Deze week bezint Jordi zich over het verband tussen mentale problemen van mannen en de positie van de man in de maatschappij. 

Deze week is het de Europese Week van de Mentale Gezondheid, een initiatief vanuit de organisatie Mental Health Europe om meer bewustzijn te creëren over onze mentale gezondheid. Goede zaak, vind ik, want er mag meer begrip komen voor elkaars mentale welzijn. Ik heb het dan vooral over het welzijn van mannen: bij deze groep ligt namelijk nog steeds een taboe op het praten over je gevoelens.

 

Afgelopen jaar deed ik mijn afstudeeronderzoek naar het hulpzoekend gedrag van mannelijke studenten met mentale problemen. Mannen plegen namelijk twee keer zo vaak zelfmoord dan vrouwen, zoeken minder snel hulp en hebben meer moeite met het omgaan met hun emoties. In mijn survey las ik de verhalen van deze mannen en waar ze mee dealden – ik heb regelmatig met een brok in mijn keel de resultaten verwerkt. Talloze kwetsbare verhalen van mannen kwamen voorbij, iets dat je maar weinig terugziet in de mainstream media of je directe omgeving.

De laatste jaren gaat het bij mannen vooral over de problemen die ze veroorzaken of in stand houden

Mannen zijn dus kwetsbaar. Maar de laatste jaren zie ik dat het in de media vooral veel gaat over de maatschappelijke problemen die ze veroorzaken of in stand houden, van de loonkloof tot de #MeToo-movement. Vooral witte, heteroseksuele mannen krijgen het voor hun kiezen – en terecht, als je het mij vraagt. Dat bedoel ik niet vijandig, maar de problemen van andere, gemarginaliseerde groepen zijn te lang genegeerd. Het is goed dat daar nu eindelijk meer gehoor aan wordt gegeven.

 

Dat kan echter voor (witte) mannen behoorlijk confronterend zijn, wat ook blijkt uit een recente peiling van EenVandaag over de plek van de man in de maatschappij. Zo ‘denken mannen het zwaarder te hebben dan vrouwen in Nederland’ en krijgen ze de indruk dat zij ‘overal de schuld van krijgen’. Een deel van de mannen juicht deze ‘veranderende tijden’ toe, maar velen hebben het er ook moeilijk mee. 

 

Voor veel witte, heteroseksuele mannen moet het een ongemakkelijke gewaarwording zijn, dat ze zo onder de loep worden gehouden. Dat de vinger op de zere plek wordt gelegd. Maar sommige mannen lijken inmiddels zó onder druk te staan dat ze de oplossing vinden in de ‘Red Pill community’, een groeiende beweging waar de spraakmakende influencer Andrew Tate de ambassadeur van lijkt te zijn. En dat is problematisch. 

Laten we de witte man niet alleen maar een spiegel voorhouden, maar ook de hand reiken

Deze beweging stimuleert jongens en mannen om ‘de beste versie van zichzelf te worden’. Ze leren niet alleen hoe ze succesvol kunnen worden, maar ook dat het belangrijk is om ‘mannelijk’ te zijn. Ze krijgen bizarre en vrouwonvriendelijke denkwijzen aangeleerd. Tate vindt bijvoorbeeld dat een vrouw het eigendom is van een man en dat jonge vrouwen aantrekkelijk zijn omdat die ‘makkelijker te beïnvloeden zijn en minder seks hebben gehad’.

 

Als ik mij in de macho-schoenen van Tate en zijn aanhangers verplaats, kan ik ergens wel begrijpen waarom zij zo’n Red Pill community aantrekkelijk vinden. De kritiek van tegenwoordig op mannen en hun aandeel bij maatschappelijke problemen moet voor veel aanhangers immers voelen als een aanval op hun ‘man-zijn’. Bovendien zijn genderrollen steeds onduidelijker en vervaagt de betekenis van ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’. Met al die onduidelijkheid zou je dan ook sneller vastklampen aan iemand die je wél duidelijkheid geeft over hoe je je als man moet gedragen - en ook nog beweert je te kunnen leren hoe je succesvol kunt worden.

 

Toch vind ik het zorgwekkend. Want dat het aantal aanhangers van iemand als Andrew Tate groeit, zie ik als een schreeuw om hulp. Ik ben groot voorstander van het creëren van bewustwording bij mannen, maar het is natuurlijk niet de bedoeling om hen in dat proces kwijt te raken aan een giftige denkwijze. Laten we de witte man dus niet alleen maar een spiegel voorhouden, maar daarbij ook een helpende hand uitsteken, in plaats van de rug toe te keren. Dat is misschien makkelijker gezegd dan gedaan, maar wat mij betreft belangrijk om met elkaar naar te streven. Je kunt ‘samenleving’ namelijk niet spellen zonder ‘samen’.