Kamertekort groeit, toch stopt Amsterdam met plan voor meer studentenwoningen
Komen er de komende jaren wel genoeg kamers bij in Amsterdam? ASVA Studentenvakbond maakt zich zorgen, nu de gemeente het Convenant Studentenhuisvesting niet verlengt. Zonder een concrete afspraak is het de bond niet duidelijk hoeveel plek studenten straks krijgen in de stad.
Extra aandacht voor studenten op de Amsterdamse woningmarkt. Met die missie ging de gemeente Amsterdam samen met partners in de stad de afgelopen drie jaar aan de slag. Zo zou de gemeente 3.500 studentenwoningen regelen, gingen woningcorporaties voor betaalbare kamers zorgen en ook onderwijsinstellingen op hun beurt woonruimte creëren voor studenten.
Die afspraken stonden zwart op wit in het zogeheten Convenant Studentenhuisvesting 2019-2022. Dat is een samenwerkingsverband van de gemeente Amsterdam met woningcorporaties, onderwijsinstellingen en ASVA Studentenvakbond om studenten een eerlijke plek in de stad te bieden. Ook de HvA zette de krabbel onder dit convenant. Sommige ambities zijn waargemaakt: in 2023 verwacht de gemeente 3.500 wooneenheden voor studenten te hebben gerealiseerd.
Geen nieuw convenant
Ondanks dat succes komt er geen nieuw plan voor studentenwoningen. Plots bracht de gemeente Amsterdam in november naar buiten dat het convenant niet wordt verlengd. Een beslissing die de partners overviel. Maar wat betekent het concreet voor studenten in Amsterdam?
Amsterdam ‘blijft zich inzetten voor studentenhuisvesting’, er komt alleen geen apart plan meer voor studenten
Een woordvoerder van de gemeente Amsterdam kan studenten geruststellen. ‘Amsterdam blijft zich inzetten voor studentenhuisvesting’. Geen apart huisvestingsplan voor studenten betekent nog niet dat er geen ambities meer zijn om het kamertekort terug te dringen. ‘In januari komt de gemeente met plannen in het Woningbouwplan 2022-2028 en de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Studentenhuisvesting komt daarin ook aan bod.’
September dit jaar presenteerde het kabinet het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022 - 2030. Daarin staat dat er aan het eind van dit decennium zo'n 60.000 studentenkamers en -woningen bij moeten zijn gebouwd in Nederland.
In het plan staat dat dit betekent dat gemeenten, huisvesters en onderwijsinstellingen concrete afspraken moeten maken – ook over het aantal kamers en woningen dat erbij moet komen.
De komende jaren moet een landelijk actieplan genoeg studentenwoningen opleveren in Nederland (zie kader). Maar hoe zit het met Amsterdam, heeft het convenant zijn waarde hier niet bewezen?
‘Wij menen dat een dergelijk convenant niet meer woningen voor studenten op zou leveren, de komende jaren’, stelt de woordvoerder daarover. ‘Zo'n convenant kost ons veel capaciteit, tijd die niet direct ten goede komt aan het realiseren van meer woningen. De samenwerking met de partners ervaren we echter als zeer nuttig, dus we zullen in gesprek blijven.’
Wat is het alternatief?
Concrete doelstellingen over het aantal studentenwoningen dat erbij moet komen, kan de gemeente Amsterdam echter niet geven, volgens de woordvoerder. Juist dat stemt toch ongerust, vindt ASVA Studentenvakbond. Volgens bestuurslid Bor van Zeeland zijn concrete afspraken nodig om meer studentenwoningen in Amsterdam te blijven realiseren.
‘Met zo’n convenant stel je doelen’, legt hij zijn kant van het verhaal uit. ‘Wat wij het meest zorgelijk vinden, is dat de gemeente nu niet met een concreet en specifiek plan voor studenten komt. Het convenant loopt af, oké, maar wat wordt het alternatief?’
‘Als je geen concrete doelstellingen hebt, hoe ga je dan checken wat er van de ambities wordt waargemaakt?’
Zonder concrete doelstelling heb je straks geen ‘stok om mee te slaan’, vreest Van Zeeland. ‘In het convenant stond bijvoorbeeld dat er een bepaald aantal woningen voor studenten moest bijkomen. Als je dat op papier zet, kun je elkaar ook verantwoordelijk houden voor het gevoerde beleid. Maar als je die streefaantallen niet hebt, hoe ga je dan over een paar jaar met elkaar checken wat er van de ambities is waargemaakt?’
Concurrentie
Kan die belofte dan niet worden gedaan? Reinier van Dantzig, wethouder Woningbouw, lijkt daarop te hinten in de raadsvergadering over het gestopte convenant. ‘De situatie op de woningmarkt in Amsterdam is zo fnuikend dat elke bevolkingsgroep concurreert met elkaar’, vertelt hij aan de gemeenteraad. ‘Dat betekent dat je keuzes moet maken. Het past niet, laten we eerlijk zijn.’
Zo moet er ook ruimte worden gemaakt in de stad voor ‘cruciale’ mensen als leraren en verpleegkundigen. Bij ASVA begrijpen ze dat heus: ‘Het is natuurlijk lastig om studenten voor te trekken op de woningmarkt in Amsterdam’, geeft Van Zeeland toe. ‘Dat ga ik niet ontkennen. Maar nu wordt het kamertekort voor studenten steeds groter, en maak je steeds minder plannen. Dat klopt niet.’
Verkamering?
Hoe kijkt een onderzoeker naar deze kwestie? Jaap Draaisma, die bij de HvA onderzoek doet naar de woningmarkt in Amsterdam, begrijpt ergens wel waar de opstelling van de gemeente vandaan komt.
‘Dat je met een convenant an sich de productie van woningen niet vergroot: die verklaring snap ik wel. In een convenant kun je immers niet wonen’, vertaalt Draaisma de kwestie.
Toch blijft ook Draaisma onduidelijk wat de gemeente dan wél voor studenten gaat doen. ‘Gaan ze dan stoppen met het bouwen van nieuwe woningen voor studenten? Het lijkt er bijna wel op, als je hun uitleg leest. Wat gaat de gemeente dan doen om het kamertekort op te lossen? Verkamering weer toestaan? Beleggers onteigenen? Dat blijft nu allemaal onduidelijk.’
Draaisma vermoedt dat stopzetten van het convenant toch slecht nieuws is voor studenten. ‘Het lijkt erop dat de gemeente hiermee een voorzet geeft voor aanzienlijk minder prioriteit voor studentenhuisvesting.’