De wetenschapper als activist: lijmen HvA-onderzoekers zich ook vast voor het klimaat?

9 november 2022
Beeld:

Tim van den Broek | Een HvA-docent, tevens Extinction Rebellion-activist, toont de staat van de Nederlandse klimaatpolitiek (2019)

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
9 november 2022

Op Schiphol fietsen de klimaatactivisten rondjes, in talkshows lijmen ze zich aan de tafel vast. Wat vinden klimaatwetenschappers van de HvA: is het nuttig, dit activisme? En hoe ver zijn zij zélf bereid te gaan voor een beter klimaat? Vier HvA-onderzoekers, vier stellingen.

Fletsj, flatsj. Onder de tomatensoep zaten ze, de Zonnebloemen van Vincent van Gogh die het museum van Londen sieren. Jonge klimaatactivisten van Just Stop Oil trakteerden het met glas beschermde schilderij op soep, beelden daarvan gingen de wereld over. Sindsdien lijkt activisme voor het klimaat steviger, en meer verstorend te zijn dan ooit tevoren. 

 

Ook in Nederland is het klimaatactivisme in oktober aangezweld. Zo besmeuren activisten ook hier museumstukken met soep en lijmen ze zich aan allerlei dingen vast, zoals aan de talkshowtafel van Beau. Ook fietsten honderden mensen – pubers, soms nog – rond op Schiphol, waar ze privéjets verhinderden op te stijgen. Nuttig, nutteloos, goed, fout? Wat vinden de klimaatwetenschappers van de HvA er eigenlijk van? 

 

Stelling: ‘Ik juich het als wetenschapper toe dat klimaatactivisten zo te werk gaan.’

 

Absoluut, vindt Loes Kreemers, onderzoeker bij het HvA-lectoraat Psychologie voor een duurzame stad. Als je het Kreemers vraagt, is het goed dat klimaatactivisten zich laten gelden. ‘Ik heb er immens respect voor’, stelt ze, ‘zolang de acties maar geweldloos blijven’.

‘Ik juich het niet toe, maar zie wel het nut in van wat klimaatactivisten momenteel doen’

‘Dit zijn namelijk mensen die met lef en liefde opkomen voor het leven op onze aarde. En of het nuttig is? Zeker. Dit soort burgerlijke ongehoorzaamheid kan heel wat sociale verandering bewerkstelligen. Daar zijn in de geschiedenis tal van voorbeelden van aan te wijzen, zoals recentelijk nog de Kick Out Zwarte Piet-acties of de boerenprotesten.’ 

 

Maar of je de huidige klimaatacties per se moet toejuichen? Reint Jan Renes, lector Psychologie voor een duurzame stad, antwoordt iets voorzichtiger. ‘Toejuichen, dat is wel heel enthousiast. Al ben ik het zeker eens met de stelling. Vanwege het gebrek aan ambitie en maatregelen van de overheid om de klimaatcrisis op te lossen, zie ik wel degelijk het nut in van dit soort acties.’ Kreemers heeft namelijk gelijk, weet Renes. ‘Disruptieve acties kunnen heel effectief zijn, als je iets wil veranderen.’ 

Stelling: ‘Ook ik ben als wetenschapper bereid tot dit soort burgerlijke ongehoorzaamheid.’ 

Jeroen Kluck, lector Water in en om de Stad, twijfelt. ‘Deze vraag is me nog niet zo vaak gesteld. Het doel vind ik natuurlijk goed: meer actie krijgen vanuit de politiek voor het klimaat. Maar of ik dit soort acties zou doen? Ik ben er nog niet over uit. Het hangt van de activiteit af, denk ik.’  

 

Reint Jan Renes is stelliger. Hem zal je niet gauw zien rondscheuren op Schiphol, of museumstukken met verf bekliederen. ‘Nee, want ik voel me daar persoonlijk niet comfortabel bij. Als wetenschapper houd ik me bij mijn kracht: onderzoek doen. Niet dat ik verder niets doe. Ik probeer het onderwerp klimaat constant te benadrukken bij overheden, bedrijven en burgers. Maar ik laat me niet gelden met disruptieve acties.’

‘Ik wil niet langer toekijken: wat zijn mijn idealen waard als ik niet bereid ben ernaar te handelen?’

Toch zijn andere HvA-wetenschappers wel over de streep: zij denken dat je je ook als onderzoeker, hoe objectief je ook bent, moet committeren aan activisme. Loes Kreemers stelt de volgende vraag: ‘Want wat zijn mijn idealen waard als ik niet bereid ben ernaar te handelen? Ik wil niet toekijken vanaf de comfortabele zijlijn: de feiten zijn te confronterend.’

 

Ook Lisette Klok, docent-onderzoeker Klimaatbestendige stad, vindt dat de noodtoestand om een andere rol vraagt, als je wetenschapper bent. ‘Ik geef klimaatonderwijs en doe klimaatonderzoek, maar zie dat dit op dit moment niet voor de verandering zorgt die past bij het tempo dat nodig is. Er is nu een noodtoestand en ja, daarin ben ik bereid om over te gaan tot acties en burgerlijke ongehoorzaamheid. Zelf heb ik nog niet zo’n soort actie gedaan, maar ik steun al wel de acties van burgerklimaatbewegingen of neem daaraan deel.’

Beeld: HvA | Wetenschappers en studenten van de HvA liepen in juni 2022 mee met de klimaatmars in Rotterdam

Stelling: ‘Onderzoek doen is als wetenschapper niet langer genoeg: de tijd is gekomen om wat met onze kennis te dóén.’

Daarover lijken alle vier ondervraagde HvA-onderzoekers het dan wel weer eens. Nee, je kunt niet alleen meer rapporten schrijven of proeven doen; je moet op basis daarvan actie ondernemen. Of je nu dingen vies maakt, enquêtes verspreidt of je tenminste flink politiek uitspreekt. 

 

‘Want als je nu alleen nog rapporten schrijft, dan heb je echt oogkleppen op’, vindt Loes Kreemers. ‘Wie in deze klimaatcrisis alleen maar keurig haar beroep doet, loopt slaapwandelend mee de afgrond in. Het is alsof je naast iemand staat in een brandend huis en je diegene een rapport overhandigt dat het huis in de brand staat. Dan houd je jezelf voor de gek.’

‘Iedere klimaatwetenschapper moet ook een klimaatdrammer willen zijn’

Reint Jan Renes: ‘Deze crisis vraagt van ons dat we verder gaan dan een artikel schrijven in een wetenschappelijk tijdschrift. Goed, misschien hoeven we ons niet meteen allemaal massaal vast te lijmen aan de tafels van beleidsmakers of grote bedrijven, maar we moeten er wel in ieder geval alles aan doen om onze kennis actief onder de aandacht te brengen. Iedere klimaatwetenschapper moet ook een klimaatdrammer willen zijn.’

 

Lisette Klok wijst nog maar eens op een quote van een de meest invloedrijke onderzoekers uit de vorige eeuw. ‘Einstein, ook een activist, zei: “Those who have the privilege to know, have the duty to act.” Kennis leveren is inderdaad niet langer genoeg.’

Stelling: ‘Als de HvA niet duurzamer wordt, ga ik als wetenschapper dan ook op zoek naar een andere werkgever.’

‘Nee, oneens’, vindt Jeroen Kluck. ‘Want ik zie dat de HvA bezig is om duurzaam te worden, en daar helpen wij als onderzoekers ook bij.’ Een proces dat zich overigens wel moet doorzetten, stelt Kluck. 'Want als de HvA plots zou zeggen: duurzaamheid is niet langer een issue, of als de verduurzaming hier greenwashing zou worden, dan zou ik wel vertrekken.’

 

De andere wetenschappers zijn het met hem eens: geen van de vier zou de HvA op dit moment zomaar verlaten. Lisette Klok: ‘Ik draag graag bij aan het duurzaamheidsbeleid van de HvA en wil dat juist verder vormgeven, de lat nog hoger leggen.’ Ook Loes Kreemers is het oneens met de stelling: ‘Juist doordat ik werk bij de HvA, waar het nog duurzamer kan, kan ik meer impact maken. Dat is steeds mijn uitgangspunt.’

‘De veranderingen die ik nu zie bij de HvA vallen nog te veel binnen het redelijke’

Kreemers vind echter wel dat de HvA nog niet genoeg een voortrekkersrol pakt. ‘Dat vind ik verwijtbaar. We bereiden onze studenten nog onvoldoende voor op de gevolgen die klimaatopwarming in hun leven heeft. De veranderingen die ik nu zie binnen de HvA? Die vallen nog te veel binnen het redelijke.’