Droombaan: Erva is op weg naar de Tweede Kamer
Wat wil je later worden? Die vraag leek als kind nog ver weg, maar straks ga je toch echt aan de slag. In Droombaan spreken we studenten over hun ambities. Deze keer: Erva Calkin (19), die in de Tweede Kamer met haar partij wil strijden voor economische gelijkheid.
Hoi Erva, wat is jouw ultieme droombaan?
‘Ik wil als volksvertegenwoordiger voor de Partij van de Arbeid de Tweede Kamer in. Ik ben nu actief in de lokale politiek om daar ervaring voor op te bouwen. Zo ben ik voorzitter van de Jonge Socialisten in Noord-Holland (JS), de onafhankelijke jongerenorganisatie van de Partij voor de Arbeid. Als voorzitter heb ik een plek aan tafel in het stadhuis bij de redactievergaderingen van de PvdA in Amsterdam.’
‘Ik bezoek al geregeld activiteiten van de landelijke politiek, waar ik dan ook met politici in gesprek ga. Inmiddels zijn er al Kamerleden die mij herkennen en ik word ook uitgenodigd bij andere partijen. Dat vind ik erg leuk. Als ik met de politiek bezig ben, dan straal ik. Klasgenoten zeggen dat vaak ook tegen mij: dat ze mij zien schijnen als ik aan het werk ben. Dat voel ik ook en ik vind het leuk dat dat te zien is.’
Naam: Erva Calkin
Leeftijd: 19
Studie: Lerarenopleiding maatschappijleer (jaar 2)
Hobby’s: Debatten volgen, protesten bijwonen, musea bezoeken en afspreken met vrienden.
Werkervaring: Voorzitter Jonge Socialisten Noord-Holland, kandidaatstellingscommissie Provinciale Staten PvdA
Wist je altijd al dat je de politiek in wilde?
‘Op de basisschool, in groep 7, deed ik eens een spreekbeurt over Prinsjesdag. Ieder jaar op Prinsjesdag denk ik daar aan terug: tien jaar geleden was ik dus al bezig met politiek! Ik vind het heel leuk dat mijn interesse in de politiek al vroeg zichtbaar was.’
‘Ik ben iemand die niet bang is om in discussie te gaan, maar benader onderwerpen wel altijd met respect voor mijn gesprekspartner. Ik weet goed wat ik wil zeggen, maar doe dat zonder brutaal over te komen. Dat zat er al vroeg in.’
Waarom dan in de Tweede Kamer?
‘Ik heb altijd al sterk het gevoel gehad dat ik voor anderen wil opkomen. Zelf heb ik het namelijk goed, ik wil andere mensen die kansen ook bieden. De Tweede Kamer is een goede plek om economische ongelijkheid in probleemwijken aan te pakken. In de lokale politiek werken, zou ik ook heel mooi vinden, maar de Tweede Kamer is mijn doel. Daar worden de wetten gemaakt: dé plek om mijn stem te laten horen.’
Denk je dat je iets aan je studie gaat hebben als je dit werk wil doen?
‘Ja, de lerarenopleiding maatschappijleer sluit goed aan op wat ik later wil doen, denk ik. Tijdens de lessen leer ik theorie en begrippen die terugkomen in debatten van de Tweede Kamer die ik bezoek.’
‘Er wordt te veel op de man af gedebatteerd: het zou weer over de inhoud moeten gaan’
‘Het lesgeven op scholen tijdens mijn stage vind ik belangrijk. Ik wil kinderen dezelfde kennis van begrippen en de middelen geven om de politiek te begrijpen. Ook moedig ik ze aan om later te gaan stemmen. Als kinderen begrijpen hoe de politiek in zijn werk gaat, kunnen ze een goed doordachte keuze maken. Ook als het hun keuze is om juist niet stemmen.’
‘Mijn achtergrond als docent maatschappijleer vind ik ook een goede basis voor de gastlessen die je zou kunnen geven aan klassen op het moment dat je Kamerlid bent. Veel politici doen dat om kinderen te leren over de politiek. Ik ben opgeleid om met kinderen te werken en ik weet hoe ik de leerlingen informeer, maar ook ruimte laat voor hun eigen politieke opvattingen.’
Waar zit voor jou de uitdaging?
‘Het lastige is dat ik met mijn opleiding geen stage kan lopen in de politiek. Daarom ben ik in mijn vrije tijd veel bezig ervaring op te doen. Dit kost veel tijd en het is daarom moeilijk om een goede balans te vinden met mijn studie. Debatten duren vaak lang of zijn laat afgelopen. Soms kom ik tijd te kort om goed uit te rusten.’
‘Mocht ik aan het werk gaan in de Tweede Kamer, dan zie ik daar een belangrijke uitdaging voor mijzelf én de politiek. Ik zou graag zien dat debatten weer over de inhoud gaan. Er wordt nu op de man af gedebatteerd. Het debat zou niet over iemands privéleven moeten gaan. Veel van wat er nu in de Kamer gezegd wordt, lijkt erop gericht om wantrouwen te creëren over de tegenpartij. Maar ben je Kamerlid om een nummertje te scoren of daadwerkelijk de problemen op te lossen?’
Wie uit Den Haag is jouw voorbeeld?
‘Ik vind het lastig om een iemand te noemen. Wel zijn er Kamerleden die ik bewonder. Esther Ouwehand, bijvoorbeeld. Zij strijdt in de Tweede Kamer écht voor de principes van de partij en haar stemmers.’
‘Mijn moeder is overigens geen Kamerlid, maar ook zij is wel een inspiratiebron voor mij. Ze doet wat ze leuk vindt en streeft haar idealen na. Dat vind ik het belangrijkst.’