Droombaan: Lola wil graag een vertrouwenspersoon zijn

19 september 2022
Beeld:

Maja de Goede | Lola Spier

Geplaatst door
Maja de Goede
Op
19 september 2022

Wat wil je later worden? Die vraag leek als kind nog ver weg, maar straks ga je toch echt aan de slag. In Droombaan spreken we studenten over hun ambities. Deze keer: Lola Spier (21) die een vertrouwenspersoon wil zijn. ‘Ik vind het belangrijk om de ander een veilig gevoel te geven.’

Wat is jouw ultieme droombaan?

‘Het liefst ben ik een vertrouwenspersoon voor mensen die ergens mee zitten. Ik ben vrijwilliger bij de Kindertelefoon en bel elke week met kinderen tussen de acht en achttien jaar die willen praten over iets wat hen dwars zit. Een diepgaand gesprek voeren met iemand vind ik heel interessant. Er zit altijd meer achter dat wat iemand in eerste instantie vertelt.’

 

‘Bij wat voor bedrijf of in welke omgeving ik als vertrouwenspersoon later wil werken, weet ik nog niet precies. Voor nu wil ik mij als psycholoog in opleiding verder blijven ontwikkelen bij de Kindertelefoon. Het mooiste aan dat werk is dat elke dialoog anders is. Ik krijg veel vrijheid en mag elk gesprek op mijn eigen manier voeren.’

 

‘De Kindertelefoon staat natuurlijk bekend om de heftigere onderwerpen, maar veel kinderen bellen mij ook over hele andere thema’s. Het kan zijn dat ik een kind aan de lijn krijg dat te maken heeft met huiselijk geweld en even later een kind dat een vraag heeft over de liefde. Soms zijn het ook hele praktische dingen: ik ben ongesteld, en nu? Dat contrast vind ik heel leuk.’

CV

Naam: Lola Spier
Leeftijd: 21
Studie: Toegepaste Psychologie (jaar 4)
Hobby’s: Kleren maken, hardlopen, Spaans leren
Werkervaring: Vrijwilliger bij de Kindertelefoon, stage in de ouderenzorg, winkelmedewerker bij Parcls.

Wist je altijd al dat je dit wilde gaan doen?

‘Nee, ik heb een studiekeuzetest moeten doen om erachter te komen dat ik Toegepaste Psychologie wilde gaan studeren. Het was niet alsof dit van jongs af aan een grote droom van mij was.’

 

‘Wel was ik als kind altijd al het aanspreekpunt van mijn vrienden. Als zij ergens mee zaten, kwamen ze vaak naar mij toe. Ik denk dat dat komt omdat ik van nature goed kan luisteren. Het verbaast mensen vaak, maar ik zie mezelf niet als helper. Als ik iemand help, ga ik niet in de startblokken staan. Ik laat het over me heen komen, luister en probeer niet direct met een oplossing te komen.’

 

Maakt dat jou geschikt als vertrouwenspersoon?

‘Ja, ik denk dat ik rust uitstraal. En vertrouwen. Dat heb ik ook bij de Kindertelefoon geleerd: het is belangrijk om de ander een veilig gevoel te geven. Kinderen vinden het vaak eng, of zijn bang om over iets te praten. Ik ben goed geworden in het creëren van een prettige en veilige sfeer. Ik ben me daar erg van bewust.’

Hoe ben je eigenlijk op het idee gekomen om vrijwilligerswerk te gaan doen?

‘In mijn eerste studiejaar begon de coronapandemie. Ik zat thuis en lessen vielen uit. Ik had veel tijd over en las in het nieuws dat kinderen het moeilijk hadden. De Kindertelefoon werd veel gebeld. Toen dacht ik: misschien kan ik daar iets betekenen.’

 

‘Na een aantal maanden werken voor de Kindertelefoon, werd het ook mijn stageplek. Ik kreeg steeds meer taken. Zo gaf ik trainingen en leerde ik nieuwe vrijwilligers gesprekstechnieken aan. Ook droeg ik bij aan het opzetten van de ‘Alles Oké?’ supportlijn voor achttienplussers.’

‘Mijn ouders stimuleerden me altijd al om vrijwilligerswerk te doen. Mijn vader heeft een drukke baan, maar heeft ook altijd iets voor een ander gedaan. En ook mijn broer werkt een ochtend in de week als vrijwilliger. Het is dus met de paplepel ingegeven. Zelf probeer ik er nu drie uur in de week voor vrij te maken. ’

 

‘Ik vind dat mensen over het algemeen vrij veel aan zichzelf denken. Ik wil liever niet zo zijn. Maar vrijwilliger zijn geeft me ook een goed gevoel, daar ben ik heel eerlijk in.’

 

Op welke manier past je studie bij dit werk?

‘Bij Toegepaste Psychologie leer ik over verschillende gesprekstechnieken. Technieken die ik kan inzetten tijdens een een-op-een gesprek, maar ook bij groepsgesprekken. Iets waar erg op wordt gehamerd tijdens de opleiding, en wat ik absoluut meeneem in de praktijk, is dat ik niet moet oordelen. Het is heel belangrijk dat wanneer iemand iets vertrouwelijks vertelt, je daar op een socratische manier naar kan luisteren. Laat jouw oordeel niet het gesprek bepalen.’

 

Welke uitdagingen heb je gekend?

‘Vroeger vond ik het verschrikkelijk om iemand te bellen. Ik had erge belangst. Als ik de huisarts moest bellen, bijvoorbeeld, oefende ik het gesprek wel tien keer. Ik schreef soms zelfs op wat ik wilde zeggen. Daar heb ik nu een stuk minder last van. Ik stap graag uit mijn comfortzone.’