Gamen als sport: HvA-studenten organiseren hun eerste e-sportstoernooi

Op de E-lympics laten HvA’ers van de minor ‘Future of e-sports’ studenten competitief tegen elkaar gamen. Het gametoernooi is een voorproefje van de toekomst:
e-sports wordt namelijk de grootste sport ter wereld, weten deze studenten. ‘Professionele gamers zijn atleten.’

Racen als Max Verstappen in Formule 1, virtueel tegen elkaar trefballen met het spel HADO of strategisch om je heen schieten in Valorant. Dat zijn de electronic sports (e-sports) die op het menu staan bij de E-lympics, het gametoernooi dat dit jaar voor het eerst wordt georganiseerd door studenten van de nieuwe HvA-minor ‘Future of e-sports’.

In de organisatie zitten Lars Kamp (Creative Business), Marvin van der Sluis (HBO-ICT, richting Game Development) en Stijn Smit (Commerciële Economie). Fanatieke gamers, die zich bij de minor een halfjaar lang hebben verdiept in de wereld van e-sports. De E-lympics is hun eindopdracht, en een uitnodiging aan ieder die dat leuk vindt uit om elektronisch te komen ‘sporten’.  

De grootste sport ter wereld

Wacht even: gamen als sport? Wie de twintigste eeuw gewend is, moet nog even aan het idee wennen. Maar kijk maar naar grote landen als de Verenigde Staten, China en Zuid-Korea: daar wordt elektronisch sporten allang als een ‘echte sport’ beschouwd. Kwestie van tijd voordat Nederland volgt, weet Marvin, die zelf al voor een professioneel e-sportsteam werkt.

‘In 2032 is het de grootste sport ter wereld, let maar op’, belooft hij. ‘Groter dan voetbal, groter dan basketbal, groter dan cricket. Daar is al onderzoek naar gedaan. De industrie van e-sports boort namelijk een publiek van kinderen en jongeren aan. Dat doen ze heel slim: die generatie is straks opgegroeid met het idee dat e-sports heel normaal zijn.’

Clichés over gamen
Ook de E-lympics hebben veel weg van een klassiek sportevenement. In de H20 Esports Campus, waar het evenement plaatsvindt, hangen grote schermen waarop het toernooi te volgen is. Er is publiek dat de spelers aanmoedigt, commentators die verslag doen van de wedstrijden, en een livestream op Twitch. ‘Kans zit erin dat er zelfs een scout aanwezig is’, vertelt Lars tussen neus en lippen door. 

Clichés over gamers mogen dan ook steeds meer de prullenbak in: wie echt goed is, wordt binnen het wereldje als een topatleet beschouwd. ‘Het beeld dat over de gamer bestond, was altijd dat van een of andere veertigjarige obesitaspatiënt die twaalf uur per dag in de garage van zijn oma voor het scherm zit. Nou, dat klopt niet meer’, stelt Marvin. ‘De grootste gamers zijn internationale sterren, worden als zodanig behandeld en als topsporters gezien. Of ik die mensen als atleten beschouw? Jazeker, want je moet extreem goed zijn.’ 

Voor de studenten die meedingen in het toernooi wordt het dan ook geen kwestie van neerploffen op een poef en urenlang stilzitten voor het scherm. Zie ze HADO spelen, een soort trefbal à la 21e eeuw, waarbij de deelnemers een VR-bril opdoen en de virtuele ballen heen en weer schieten. ‘E-sporters moeten fit zijn’, vertelt Stijn. ‘Zo doet vrijwel iedere professionele gamer aan warming-ups, om bijvoorbeeld de polsen los te maken of de hand-oogcoördinatie scherp te krijgen.’

Nog zo’n cliché: was gamen niet alleen maar een ding voor mannen? ‘Van de zestig mensen die vanavond komen, schatten we in dat ongeveer de helft vrouw is. Steeds meer vrouwen gamen, al is het wel zo dat binnen onze minor de meeste studenten man zijn.’ Stijn vult aan: ‘Als we het hebben over de top in e-sports, zie je nog weinig vrouwen. Terwijl e-sports wel gemengd gespeeld kunnen worden. Dat moet dus nog beter.’