Docenten willen eerst zien, dan geloven in het Jakoba Mulderhuis

30 maart 2022
Beeld:

Het Klikt Fotografie

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
30 maart 2022

September dit jaar opent het Jakoba Mulderhuis haar deuren voor de Faculteit Techniek. Toch leven onder docenten nog twijfels over de ‘moderne’ inrichting van het pand: kunnen zij in dit ‘open’ gebouw wel goed lesgeven? ‘Het wordt chaos als we door elkaar heen moeten brullen.’

In een lokaaltje op de vierde verdieping van de Leeuwenburg vangt opleidingsmanager Erwin Borgmeier (Engineering) zijn collega’s op. Hij heeft docenten die nog met vragen zitten over de aanstaande verhuizing naar het Jakoba Mulderhuis (JMH) en besloten dat ze vier dagen lang bij hem kunnen binnenlopen om die te stellen.

 

Zelf is hij enthousiast over de verhuizing. ‘Zien en gezien worden, daar draait het allemaal om in het nieuwe Jakoba Mulderhuis’, zegt Borgmeier, tikkend tegen de geblindeerde ruiten van een typisch Leeuwenburglokaal. ‘Hier zag je helemaal niets van wat voor moois er allemaal achter de deur gebeurt. Maar in de open inrichting van het Jakoba Mulderhuis kun je straks alle techniek aan het werk zien.’

 

De juiste sfeer?

Vraag onder sommige docenten is wel: komt die moderne inrichting ons en onze studenten wel ten goede? Zij zijn de Leeuwenburg gewend, een blok beton bomvol lokalen achter dichte deuren. Nu verkassen ze naar een gebouw dat juist uitgaat van een ‘mix’ van afgescheiden en open ruimtes. Zo bestaat het hart van het nieuwe gebouw waar ze straks moeten lesgeven uit een atrium met zes verdiepingen waar niet alleen muren, maar ook gordijnen dienst zullen doen als geluidsbarrière. Maar is die ruimte dan wel geschikt om college te geven? 

‘Ik zeg niet dat het ons niet gaat lukken om daar goed les te geven, maar ik heb er wel zorgen over’, stelt bijvoorbeeld Christel Hofmans, docent Product Ontwerpen. ‘Hoe gaat het zijn als we in dat atrium tussen de gordijnen met meerdere docenten lesgeven? Ik ben benieuwd of we daar wel de juiste sfeer kunnen creëren.’

 

Bulderen

Hofmans is niet de enige die nog twijfelt over de akoestiek in het atrium. Zo zegt collega-docent Kyra Rowell uit ervaring te weten dat die gordijnen het geluid wel dempen, maar niet tegenhouden.

 

‘Op de vierde verdieping van de Leeuwenburg is al met zulke gordijntjes geëxperimenteerd. Bij onze opleiding niet als lesruimte; meer als een plek waar studenten zich even kunnen terugtrekken. Maar zodra daar een luidruchtige groep gaat zitten, zie je alle studenten vertrekken. In dat soort ruimtes moeten studenten straks dus les gaan krijgen.'

 

Laat Rowell nu net een paar mannelijke collega’s hebben die nogal kunnen bulderen met hun stem. ‘Daar gaat dus geen gordijn tegen helpen, kan ik je uit ervaring zeggen. Het wordt chaos als we daar straks door elkaar heen staan te brullen.’

Beeld: Het Klikt Fotografie | De open verdiepingen in het atrium

Ook zou er in het open atrium veel visuele afleiding zijn, denkt Rowell, en komt haar afdeling terecht bij een luchtcorridor met ‘veel heen en weer lopende studenten. Ik ben bang dat dit enorm gaat storen.’ Daarnaast vreest ze dat er een gebrek aan kleinere afgesloten ruimtes is in het JMH. ‘Die zijn namelijk ook van belang bij het spreken over persoonlijke zaken met studenten.’

 

Nieuwe visie op hbo

Decaan Esther Ras van de Faculteit Techniek wil docenten geruststellen door hen te wijzen op de moderne visie achter het gebouw. Volgens Ras past het ontwerp van de open verdiepingen ‘bij hoe wij vinden dat er in het hbo van de toekomst onderwijs moet worden gegeven: in samenwerking met onderzoek en de maatschappij. Het idee is dat studenten van verschillende opleidingen elkaar binnen dit gebouw makkelijker ontmoeten en in openheid met elkaar, onderzoekers en het bedrijfsleven aan maatschappelijke vraagstukken kunnen werken.’

 

Dat vraagt volgens Ras om werkruimte die flexibel te benutten is, in plaats van enkel afgescheiden lokalen die alleen maar voor lesactiviteiten of vergaderingen zijn bedoeld. ‘Als je gaat turven zijn er in het nieuwe gebouw inderdaad minder lokalen beschikbaar’, vult Katelijne Boerma, directeur Onderwijs bij Techniek haar aan. ‘Maar als het atrium eenmaal gestoffeerd is en de planten zijn geplaatst, komt het met de akoestiek echt wel goed. Sommige docenten zijn echt enthousiast, ongeruste docenten zullen we het gebouw moeten laten zien om eventuele vooroordelen die nu nog bestaan, weg te nemen. Wij blijven de dialoog voeren.’

‘Het gebouw ziet er echt geweldig uit, maar is wel veel verpakte lucht’

Docenten zullen moeten beleven hoe het JMH hun werk en studenten loont. ‘Het gebouw ziet er echt geweldig uit, maar is wel veel verpakte lucht’, zo reageert Hofmans op de visie achter het gebouw. ‘Ik zie nu nog niet in hoe die lege, niet-gebruikte ruimte bijdraagt aan ons onderzoek en het leren van studenten. Ik hoop dus maar dat er voldoende vanuit praktisch “onderwijsoogpunt” naar het nieuwe gebouw is gekeken.’

 

Dat de HvA het gesprek hierover voert, is wat Hofmans betreft een stap in de juiste richting. ‘Al voelt het voor mij wel een beetje als mosterd na de maaltijd’, meent ze. ‘En weet je, misschien ligt dat ook aan ons. Misschien hadden wij als docenten voordat het gebouw er stond al moeten zeggen: ho eens even, is er in het JMH wel genoeg ruimte voor fysiek contact? Goed, ik wil niet zo achteraf nog eens te negatief doen; ons team is hard aan het brainstormen, we zullen genoeg creatieve oplossingen verzinnen als die nodig zijn.’