Gevluchte docenten via HvA weer voor de klas: ‘Het is een roeping’

8 maart 2022
Beeld:

Rosa Tromp | Mahboubeh Qasemzadeh (links) en Faihaa Alhammoud

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
8 maart 2022

Ze waren docent in hun eigen land, moesten vluchten en hopen nu in Nederland weer te gaan lesgeven. Via een HvA-opleiding speciaal voor gevluchte bètadocenten bouwen Mahboubeh en Faihaa aan hun toekomst in Nederland. ‘Docent worden, dat is alles wat we nu willen.’

‘Wiskunde is alles’, glimlacht de Iranese Mahboubeh Qasemzadeh. ‘Je kunt elk probleem ermee oplossen. Dat zag ik een Nederlandse professor laatst heel mooi uitleggen in een grappig Valentijnsfilmpje. Ze zei: als je maar de juiste wiskundige formule gebruikt, kun je zelfs de man van je dromen vinden, haha.’

 

De kans om weer les te geven in dit vak, grijpt ze met beide handen aan. Mahboubeh probeert via de HvA opnieuw als docent aan de bak te komen, als deelnemer van het oriëntatietraject Statushouders voor de Klas. Samen met andere gevluchte bètadocenten wordt ze bijgeschoold om straks in Nederland weer les te kunnen geven. 

Statushouders voor de Klas?

In samenwerking met de Gemeente Amsterdam en het UAF, een stichting voor vluchteling-studenten, biedt de HvA sinds 2018 het leertraject Statushouders voor de Klas aan. In dit programma leren zo’n vijftien statushouders in een jaar tijd de taal, krijgen ze theorie over ons onderwijssysteem en lopen ze wekelijks twee dagen stage.

 

Het gaat specifiek om docenten voor wis-, natuur- en scheikunde, vertelt Mayke Rameckers, afdelingshoofd Taalteam bij Studentenzaken. ‘Dit traject is tot stand gekomen omdat er voor deze tekortvakken dringend leraren nodig zijn, deze gevluchte docenten helpen tegen het lerarentekort. Bovendien is de kennis over deze vakken universeel en hoeven ze dus niet veel meer over hun vakgebied te leren. Maar vooral willen we deze mensen hier een toekomst laten opbouwen die bij hun kwaliteiten past. Te veel vluchtelingen komen hier onder hun niveau terecht, namelijk.’

Ronden ze het programma af, dan wacht een werkplek of vervolgopleiding als docent, afhankelijk van of de statushouder al een eerder erkend lerarendiploma op zak heeft. Zelf werkte Mahboubeh al als wiskundedocent op een middelbare school in de Iranese stad Shiraz, maar moest ze haar baan opgeven. Haar man was daar niet veilig en vluchtte naar Nederland, zij kwam hem achterna. Dat was ruim drie jaar geleden. 

 

Zo zijn er meer indrukwekkende verhalen in de klas, zoals ook die van Mahboubehs studiegenoot Faihaa Alhammoud. Ook zij kwam noodgedwongen in Nederland terecht: zes jaar geleden ontvluchtte ze de oorlog in Syrië en zei ze haar baan als docent op een middelbare school in Aleppo vaarwel. Maar dat is nog altijd haar droombaan: ‘Wat kan ik zeggen, het is mijn passie. Ik houd van de wiskunde en het lesgeven, deze baan is mijn roeping.’

‘In mijn eigen land staan alle leerlingen meteen op als ik de klas binnenkom’

Ze is blij met de kans die het traject Statushouders voor de Klas haar nu biedt. Door de oorlog in Syrië ligt haar toekomst namelijk hier, maar in Nederland is het lastig om zelfstandig je draai te vinden, vertelt ze. ‘In Nederland begon ik helemaal op nul, en sprak ik geen woord van de taal. Deze opleiding helpt me om weer te doen waar ik zelf goed in ben.’  

Beeld: Rosa Tromp/HvanA | Mahboubeh Qasemzadeh

Aan hun motivatie zal het niet liggen, wel blijkt het leren van de taal een flinke kluif. Zeker door corona, vertelt Faihaa. ‘Ik moest de taal leren via boeken en TV.’ En Nederlands is nu eenmaal een lastige taal, vult Mahboubeh haar aan. ‘Ik loop nu stage op het Gerrit Rietveld Technasium in Utrecht. Als die leerlingen snel of met een accent praten, dan wordt het voor mij lastig.’

 

Anders lesgeven

Ook is het onderwijs hier een stuk anders ingericht, vertelt Mahboubeh. ‘Ik merk het vooral in de omgang met leerlingen. In Iran is het allemaal veel afstandelijker: de leerlingen staan direct op als je de klas binnenloopt, zeggen allemaal u tegen je en zien je als dé autoriteit in het klaslokaal. Hier kom je veel dichterbij de kinderen. De Nederlandse manier is persoonlijker, die ligt mij beter.’ 

Beeld: Rosa Tromp/HvanA | Faihaa Alhammoud

‘Ik had in Syrië soms klassen van zestig kinderen, omdat iedereen daar naar “de beste school” wil’, vertelt Faihaa. ‘Veel leerlingen worden daardoor niet gezien en vallen uit. En zorg er als leraar maar eens voor dat zo’n klas stilzit. Je moet streng zijn en stevig in je schoenen staan daar, want als ze even niet onder controle hebt, dan ontploft de klas’, grinnikt ze.

 

Via dit oriëntatietraject van de HvA hopen Mahboubeh en Faihaa straks een werkplek of vervolgopleiding als docent te vinden. ‘Ik denk dat het wel goedkomt, ook wat betreft de Nederlandse taal,’ zegt Faihaa. ‘Dat hopen we’, zegt Mahboubeh met een knipoog. Elk nemen ze straks hun eigen route om hun droom te verwezenlijken. Faihaa zal eerst nog een opleiding als docent gaan volgen, Mahboubeh denkt eraan meteen als onderwijsassistent aan de slag te gaan en zich vanuit die rol te ontwikkelen tot zelfstandig docent. Hebben ze er een beetje zin in? ‘Voor de klas staan, dat is alles wat wij twee nu willen.’