Droombaan: Aziza wil minister van Onderwijs worden

21 februari 2022
Beeld:

Rosa Tromp

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
21 februari 2022

Wat wil je later worden? Die vraag leek als kind nog ver weg, maar straks ga je toch echt aan de slag. In Droombaan krijgen studenten een podium om te pitchen waarom zij dé kandidaat zijn voor die ene baan. Deze keer: Aziza Filal, die zich als politicus wil bemoeien met het onderwijs. 

Wat is jouw droombaan?

‘Ik wil de politiek in, en dan het liefst als beleidsmedewerker bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Mijn grootste droom is om van daaruit minister op het gebied van onderwijs te worden. Dat lijkt me ontzettend tof.’ 

 

‘Dat ik me met het onderwijs wil bemoeien, komt door wat ik persoonlijk als leerling en student heb meegemaakt. Ik kom van het vmbo-t en heb echt diploma’s moeten stapelen om op de HvA terecht te komen. Dat wil ik graag veranderen, want ik denk dat die lange route heel veel studenten demotiveert om door te groeien en dat dit de onderwijsniveaus te gescheiden houdt. Alle jonge mensen motiveren, daar gaat het juist om. Misschien wil ik trouwens ook nog weleens zelf voor de klas te staan als docent maatschappijleer, om op die manier jonge mensen te inspireren.’

CV

Naam: Aziza Filal 

Leeftijd: 22

Opleiding: Bestuurskunde

Werkervaring: medewerker bij Albert Heijn, callcentermederwerker voor de GGD 

Hobby’s: fitness, atletiek, pianospelen, en schrijven (ik werk aan een boek over het belang van diversiteit)

Uniek kenmerk: ik ben een doorzetter die nieuwsgierig is naar alles en iedereen. Voor mij is niets awkward en niemand raar: ik ben toegankelijk. 

Sinds wanneer heb je deze droom?

‘Dat begon met de politieke gesprekken die ik vroeger had met mijn vader, die inmiddels overleden is. Hij was best links, ik zat qua overtuiging meer in het midden. Het leverde prachtige gesprekken tussen ons op, waarbij we de confrontatie met elkaar niet schuwden. Ik leerde van en met hem dat conversatie de sleutel naar oplossingen is. En dat is ook waar mijn interesse voor de politiek vandaan komt, denk ik.’

 

‘Nadat mijn vader overleed, ben ik op aanraden van mijn moeder wat met die ambitie gaan doen. In 2017 belandde ik bij de Jonge Democraten, de jongerentak van D66. Toen begon het politieke balletje te rollen. Sindsdien houd ik me naast het onderwijs vooral bezig met diversiteit, een onderwerp waarover ik trouwens een boek schrijf. Het gaat over hoe de prestatiedruk in Nederland bijdraagt aan de eenheidsworst in dit land, en aan het verdwijnen van diversiteit. Voor mij is dat een heel interessant thema.’

Beeld: Rosa Tromp | Aziza Filal

Wat maakt jou geschikt voor deze baan?

‘Dat ik empathisch ben en nieuwsgierig naar anderen. Want als je nieuwsgierig bent naar de ander, kom je vanzelf in de positie om over verschillende onderwerpen mee te praten. Verder kan ik mijn punt goed verdedigen, wat nogal belangrijk is als je je in de politiek staande wilt houden.’

 

Denk je dat je iets aan je studie gaat hebben?

‘Ja, absoluut. Bij Bestuurskunde leren we bijvoorbeeld hoe je een motie indient, of op welke wetten je je kunt baseren bij het maken van beleid. Dat is bruikbare kennis voor straks. Ook ontmoet je hier veel mensen met dezelfde ambitie. Ze willen bijna allemaal de politiek in, dus de concurrentie is groot, haha. Studenten voeren veel discussies tijdens de colleges, je leert hier vrijwel alle politieke kleuren kennen.’    

 

‘Ik denk wel dat onze studie wat meer aandacht zou mogen besteden aan debatteren. Je ontwikkelt daar namelijk belangrijke politieke kwaliteiten mee, zoals naar elkaar luisteren, respectvol met elkaar omgaan en, vooral: je eigen mening verdedigen. Het gros van de mensen hier wil de politiek in, maar hier leren we nu niets over. Het is vooral theoretisch.’

‘Ik ben geen fangirl van één politicus; ze hebben namelijk allemaal wel iets te bieden’

Wat heb je geleerd van je eerdere baantjes?

‘Het callcenterwerk voor de GGD leerde me goed te anticiperen op wat mensen nodig hebben. Als ik de telefoon opnam kreeg ik achtereenvolgens boze, blije en verdrietige mensen die je troost, uitleg geeft of soms simpelweg moet afkappen. De eerste keer dat iemand me woedend opbelde stond ik na afloop behoorlijk te shaken, na een tijdje ging dat veel beter. Het werk leerde me om te gaan met mensen en in te schatten waar ze behoefte aan hebben.’

 

Wat is jouw grootste uitdaging?

‘Geduld hebben en blijven samenwerken. In een groep kan ik soms best dominant overkomen, wat kan afschrikken of ervoor zorgt dat je anderen ten onrechte overstemt. Daar wil ik oog voor blijven houden: mensen de ruimte blijven geven, zodat ook zij hun ei kwijt kunnen.’

 

‘Wat soms ook lastig is, trouwens, is dat je in de politiek heel erg afhankelijk bent van anderen om vooruit te komen. Zelf zou ik het liever op eigen kracht willen maken, en niet mee willen doen aan de voor-wat-hoort-wat-mentaliteit die daar heerst. Maar misschien kijk ik over tien jaar op deze uitspraak terug en denk ik: dat was naïef om te denken, zeg.’   

 

Wie is jouw grootste inspiratiebron in Den Haag?

‘Om eerlijk te zijn, zie ik iedere politicus in Den Haag wel als een inspiratiebron. En dan bedoel ik iedereen, dus ook iemand als Geert Wilders. Hij gebruikt ontzettend veel humor in zijn debatten, hoe is hij daar zo goed in geworden? Of neem Thierry Baudet, die erin slaagt met zijn charisma ontzettend veel mensen te bereiken, hoe krijgt hij dat toch voor elkaar? Sigrid Kaag heb ik een paar keer ontmoet, zij weet letterlijk álles! Hoe dan, heeft ze elke encyclopedie gelezen? Kortom: ik ben geen fangirl van een bepaalde politicus. Liever blijf ik nieuwsgierig naar wat ze, ieder op hun eigen manier, te bieden hebben.’