Raúl rommelt – Hoe zou het gaan met alle rare snuiters?
Raúl Inzaurralde is SIS-specialist op de HvA. Naast die zeer opgeruimde kantoorbaan rommelt hij wat aan in het leven en daarover schrijft hij voor HvanA. Deze week kijkt hij uit naar de heropening van de horeca, de plek om weer echte rare snuiters te ontmoeten.
Je weet niet wat je niet weet, en daardoor mis je ook niet wat je nooit hebt gehad. Toch vraag ik me weleens af wat we allemaal mislopen in het dichtgetimmerde leven dat wij nu leiden.
Neem de rare snuiters, die niet echt onderdeel uitmaken van je leven, maar er ook niet helemaal buiten staan. Omdat je ze altijd toevallig tegenkomt, maar wel herhaaldelijk. Ik heb het over die vreemde figuren, die niet helemaal in de samenleving passen, maar er ook zeker niet buiten vallen.
Ik heb het over die markante types, die hun leven niet kunnen managen, ronddolen in de stad en vage gesprekken aangaan met willekeurige voorbijgangers. Het zijn de eersten die je vergeet, maar waarschijnlijk ook degenen die je het meest onderschat; want zij zijn het die ongemerkt je leven jouw leven maken, en de stad de stad.
Zij zijn het die ongemerkt je leven je leven maken, en de stad de stad.
Denk bijvoorbeeld aan de gefrustreerde barpianist, die ooit droomde van volle concertzalen, maar nu slechts dronken gesprekken begeleidt in een buurtcafé. Halverwege een stuk staat hij op vanachter zijn piano. Hij trekt zijn te strakke gillet recht en kijkt strijdlustig uit zijn priemende ogen vanonder zijn slordige haardos. Hij wil het woord nemen; het geroezemoes verstomt. Hij begint opeens te schreeuwen: ‘Kunnen jullie dan niet vijf minuten stil zijn? Ik probeer hier kunst te maken, stelletje cultuurbarbaren! Mijn partner hier, deze bloedmooie Braziliaanse zangeres, probeert jullie iets ongehoords ten gehore te brengen, maar jullie willen zeker alleen maar hoempapa! Nou, dat zullen jullie krijgen!’ En hij begint als een bezetene op de piano te rammen.
Zijn partner probeert hem tot bedaren te brengen en strijkt hem door zijn wilde haren: ‘Liefje, ze begrijpen jou niet, maar dat is niet hun schuld.’ De pianist staat weer op. ‘Nee’, zegt hij, ‘zij begrijpen jou niet, en dat is wel hun schuld.’ De Braziliaanse zangeres kust zijn schouder, laat wat lippenstift achter op zijn blouse en zegt: ‘Johan, doe niet als vorige keer, laten we nog een keer zingen.’ En zij verzachten hun verdriet in een nieuw lied.
Vroeger zetten de stamgasten dan opgelucht hun gesprekken voort, maar straks, als de horeca weer open gaat, weten ze hopelijk beter. Zonder de rare snuiters leiden we een zoutloos bestaan. Laten we ze binnenkort verwelkomen met een staande ovatie.