Droombaan: Isabelle wil een leuke én strenge juf worden
Wat wil je later worden? Die vraag leek als kind nog ver weg, maar straks ga je toch echt aan de slag. In de serie Droombaan krijgen studenten een podium om te pitchen waarom zij dé kandidaat zijn voor die ene baan. Dit keer: Isabelle Koning, die al van jongs af aan weet dat ze voor de klas wil staan.
Wat is jouw droombaan?
‘Leerkracht in het basisonderwijs. Ik hou ontzettend van kinderen. Ze zijn open, eerlijk en nog zo onschuldig. Je kunt ze van alles leren en ik vind het magisch om te zien hoe ze kunnen genieten, zoals van een sinterklaasfeest of kerst.’
Sinds wanneer heb je deze droom?
‘Ik denk dat ik zeven jaar was toen ik zei: ‘‘Ik wil juffrouw worden!’’ Mijn interesse gaat op dit moment uit naar groep 3. Dan zijn de kinderen geen kleuters meer en kun je ze concrete dingen leren, zoals schrijven. Dat vind ik heel leuk om te doen, zeker als je ziet hoe trots ze zijn als ze hun eerste woordje op papier hebben.’
Naam: Isabelle Koning
Leeftijd: 18
Opleiding: Onderwijsassistent op het ROC, maar met een voorbereidend traject op de HvA voor de versnelde Pabo.
Werkervaring: cassière supermarkt, krantenwijk en veel oppassen.
Hobby’s: ik zie oppassen ook als hobby, laat graag de honden uit van mijn oma en ik onderneem activiteiten met vrienden.
Uniek kenmerk: doorzetter, als het tegenzit weet ik het positief te bekijken.
Wat voor type juf wil je zijn?
‘Ik ben zachtaardig, maar door mijn stages leer ik ook een strenge kant van mezelf kennen. Op mijn eigen basisschool was vroeger een leerkracht die beide kenmerken had. Juf Eline was lief, maar kon ook grenzen stellen. Dan legde ze goed uit waarom ze zei dat iets niet mocht. Zo wil ik zelf ook graag zijn.’
Waarom ben jij geschikt voor deze baan?
‘Ik kan me gemakkelijk inleven en ook structuur bieden. Dat heb ik geleerd tijdens mijn stage op het speciaal basisonderwijs. Op een gegeven moment werd een jongetje boos, waardoor zijn klasgenoten ook van de rel raakten. ‘‘Dit gaan we niet doen’’, zei ik helder en maakte duidelijk welke verwachting ik van ze had. Ook heb ik aan hen gevraagd wat zij van mij verwachten. Dat is belangrijk, dat kinderen zich gehoord voelen.’
Denk je dat je iets aan je studie gaat hebben?
‘Ja, ik leer veel. Bijvoorbeeld op welke manier kinderen kunnen denken, welke ontwikkelingen ze doormaken en hoe je die kunt stimuleren. Ik zit in mijn derde jaar van de opleiding Onderwijsassistent. Hierna hoop ik door te kunnen naar de versnelde Pabo van de HvA. Daar kijk ik naar uit. Studiegenoten klagen weleens over dat ze naar een les moeten, maar om eerlijk te zijn vind ik school oprecht leuk.’
Wat heb je geleerd van eerdere baantjes en stages?
‘Ik heb veel gehad aan mijn bijbaan als oppasser. Daardoor heb ik ervaren hoe het is als kinderen bijvoorbeeld niet naar bed willen. Maar ook hoe je contact maakt met kinderen. Ik ben zelf bijvoorbeeld niet zo fan van een hoge stem opzetten, ik blijf liever mezelf en toon gewoon interesse. Bijvoorbeeld in wat ze die dag hebben gedaan.’
Wat is je grootste uitdaging?
‘Zelfvertrouwen. Ik ben bescheiden, mijn valkuil is de angst om dingen verkeerd te doen. Om die eigenschap te verbeteren heb ik er een leerdoel van geformuleerd. De kunst is om een mogelijke situatie in de klas niet alvast uit te werken in mijn hoofd, want de praktijk is toch altijd anders dan in theorie. Mijn stagebegeleider gaf het advies: ‘‘ga het eerst maar eens doen, daarna kijken we wel hoe het is gegaan’’. Daar ga ik me de komende tijd op richten.’