‘ICT moet de docent dienen en niet andersom’

29 oktober 2021
Beeld:

iStock, bewerking: HvanA

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
29 oktober 2021

Als het aan de HvA ligt moet het onderwijs een mengsel van fysiek en digitaal worden: blended learning. Maar worden studenten er beter van en helpt het docenten hun werk goed te doen? ‘Het is een middel, niet een doel.’

Nee, de HvA zal nooit helemaal digitaal worden, benadrukt Ivo van der Werk, digital transformation officer bij de HvA. ‘We zijn en blijven een campushogeschool,’ verzekert hij. Maar als het aan hem en het hogeschoolbestuur ligt, krijgen HvA’ers wel steeds meer te maken met blended learning. Oftewel: digitaal onderwijs waar mogelijk, fysiek waar noodzakelijk. ‘Al blijft fysiek absoluut de basis.’

 

Themaweek
Rector Geleyn Meijer verscheen tijdens de speciale ‘Week van Blended Learning’ in een promotievideo om uit te leggen waarom de HvA blended wil worden. Zijn insteek is: als het niet per se on campus hoeft, wat kunnen we dan voortaan online doen? Door corona heeft dat idee een boost gekregen. Online colleges, gelivestreamde lessen, elkaar beoordelen, feedback geven en toetsen op afstand: de coronacrisis maakte het normaal, nu is de HvA er zelfs enthousiast over.

 

Zoals in Pakhuis de Zwijger bij de kick-off van de themaweek, die, geheel in stijl, niet alleen fysiek maar ook via een livestream was bij te wonen. Er werd gesproken over de noodzaak van een ‘agenda’, een zogenoemde ‘stip aan de horizon’ van blended learning. Want hoe ver de HvA moet doordigitaliseren, bij welke opleidingen, wat je redelijkerwijs mag vragen van docenten of hoe positief studenten er precies in staan, dat weten we nog niet. Maar dát we digitaliseren, lijkt een no-brainer.

 

In het kamp digitale innovatie zijn ze het erover eens: de wereld digitaliseert steeds sneller, dus de HvA ook. We moeten mee. Maar als corona iets heeft duidelijk gemaakt, is het dat leren via een scherm niet de heilige graal was. Studenten kwakkelden in coronatijd met hun welzijn. Zij verloren hun motivatie en concentratie, docenten hadden achter de laptop moeite hun studenten te bereiken. ‘Corona was een ramp. Ik wist op afstand niet of ze het meekregen, en ik zag niet of ze de lesstof snapten.’ 

Beeld: Eigen foto | Paul Disco

Het zijn de woorden van Paul Disco, docent Creative business en lid van de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR). Vraag je hem wat digitalisering toe te voegen heeft, dan antwoordt hij resoluut: ‘Helemaal niets. Want hard bewijs dat studenten beter van het gebruik van ICT of digitale programma’s gaan leren, ontbreekt.’

 

‘Daarom vind ik het best schandelijk dat we zo onkritisch met blended learning bezig zijn. We rossen nu van alles online waarvan we denken dat het zin heeft, maar niet op basis van onderzoek. Je wilt toch eerst weten of het echt zin heeft?’ Dat het onderwijs snel digitaal moet worden omdat de wereld dat ook doet, vindt Disco dan ook een dooddoener. ‘De wereld verandert helemaal niet snel, hij verandert snel omdat wij willen dat hij snel verandert.’

 

Digitaal is wel zo flexibel

Aan de andere kant: waar was de HvA zonder Brightspace of programma’s als Zoom geweest? Digitaal bleek een redmiddel in coronatijd. Studenten konden online samenwerken, docenten hun feedback geven. Zo ziet ook Ivo van der Werk de meerwaarde van digitalisering: je hebt extra opties in huis. Hij vindt dat het onderwijs flexibeler moet worden; digitalisering helpt geweldig in dat proces. Nu kun je vanachter je scherm gemakkelijk colleges vanuit huis bijwonen, op afstand snel even hulp krijgen van de docent of makkelijker je rooster indelen, om maar een paar voordelen te noemen. 

‘De vonk tussen leraar en leerling springt pas over op het moment dat je elkaar in de ogen kijkt’

Hoe blended moet de HvA dan worden? ‘We zoeken nu een optimale mix,’ benadrukt Van der Werk. Geen volledige onlinemakerij dus, maar een nieuwe balans tussen digitaal en fysiek. ‘Want jonge mensen leren ook juist door elkaar op de campus te ontmoeten. En uit mijn ervaring als leraar weet ik: de vonk tussen leraar en leerling springt pas over op het moment dat je elkaar in de ogen kijkt.’ Paul Disco herkent die vonk. ‘Ik weet zeker dat als ik studenten online iets uitleg, de boodschap minder bij hen landt dan wanneer ik ze in de klas heb.’

 

Maar een prioriteit?

Voor de HvA is digitalisering een groot speerpunt, maar voor iemand als Disco is het ‘een middel, niet het doel’. Hij wil goed onderwijs, niet per se flexibel onderwijs. Technologie maakt onderwijs efficiënter, maar studenten gaan er volgens hem niet beter van leren. Dat blijft afhankelijk van de docent. ‘Dat bewijst onderwijsonderzoek keer op keer,’ weet Disco.

Beeld: Eigen foto | Ivo van der Werk

En: digitaler onderwijs vraagt om ‘digitaligere’ docenten. Maar dan moet je die wel in huis hebben, of opleiden. Docenten en hun studenten schieten niets op met online colleges, feedbackprogramma’s, quiz-apps of Kahoot!s als ze daar niet goed mee om weten te gaan. Van der Werk is zich daarvan bewust: ‘professionalisering van de docenten is hierin key’, weet hij. ‘We gaan dus nooit zomaar iets in de markt gooien.’

 

‘Wat mij betreft blijft ICT de docent dienen en niet andersom’, stelt Van der Werk, die overigens ook mogelijkheden ziet voor ICT om taken van mensen helemaal over te nemen. ‘Commerciële partijen onderzoeken al hoe en waar ICT de docent zou kunnen vervangen. Zo wordt de technologie voor chatbots steeds beter. Ik zie bijvoorbeeld wel voor me dat chatbots voortaan de honderd standaardvragen van eerstejaarsstudenten zouden kunnen beantwoorden. Maar docenten helemaal vervangen, zover is de technologie nog niet.’

 

Tot die tijd geeft Disco alleen digitaal onderwijs als daarvan bewezen is dat het een positief effect heeft op studenten. ‘Anders doe ik het liever zelf, in de klas.’