HvA’ers op de Paralympics: gouden plak en rauwe kip
Eerder sleepten drie HvA’ers al twee gouden en een zilveren medaille binnen op de Olympische Spelen. En ook op de Paralympische Spelen boekten ze succes. Drie HvA’ers vertellen over hun paralympisch avontuur.
Het tandemduo Larissa Klaassen (medewerker Studentenzaken) en Imke Brommer (Johan Cruyff Academy) sleepte goud binnen op de 1000 meter tijdrit. ‘Het eerste wat ik dacht was: Ah, mijn benen!’, vertelt Imke lachend. ‘De 1000 meter fietsen betekent standaard pijn lijden. Het echte besef dat we hadden gewonnen kwam pas toen ik na vier uur weer op mijn kamer was.’ Larissa ziet de gouden plak vooral als een bevestiging van hun goede samenwerking. ‘We voelen elkaar feilloos aan en dat is denk ik ons succes geweest.’
Toch zat de passie voor het wielrennen er bij beide niet van jongs af aan al in. Larissa, die kamt met een visuele beperking, heeft eerst veertien jaar geturnd. ‘Ik zie alleen het verschil tussen licht en donker, kleuren en contouren. Tot een aantal jaar geleden verergerde dit nog. Ik belandde steeds vaker bij de eerste hulp, waardoor ik moest stoppen.’
Larissa kon haar droom om ooit op de Paralympische Spelen te staan alleen niet loslaten. ‘Mijn moeder zag niet veel later een oproep voorbijkomen waarin wielrenster Kim van Dijk aangaf een nieuw fietsmaatje te zoeken voor achterop de tandem. In eerste instantie was ik cynisch: was wielrennen wel iets voor mij?’ Maar Larissa besloot het te proberen. ‘Ik heb echt moeten leren om het fietsen leuk te vinden.’
Imke, die vroeger schaatste, is sinds 2018 de piloot van Larissa. Vanwege Larissa’s visuele beperking fiets Imke voorop mee om ervoor te zorgen dat ze netjes op de baan blijven. ‘Een aantal jaar nadat ik begon met fietsen, werd mij gevraagd of ik mee wilde doen met para-cycling. Het was een mooie kans voor mij om al zo snel naar de Spelen te gaan. Bovendien ben ik een zorgzaam type, een eigenschap die goed past bij deze sport omdat ik ook een beetje op Larissa moet passen.’
Inmiddels zijn Imke en Larissa een ruime week terug in Nederland en genieten ze volop van hun overwinning. Dinsdag werd het duo gehuldigd door de koning en werden ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Eind september staat er nog een huldiging gepland op Texel, de geboorteplaats van Larissa. ‘De bewoners leven heel erg met ons mee. Binnen de paralympische sport moet je zelf je financiën regelen. Negentig procent van onze sponsoren is afkomstig van Texel. Zonder het eiland hadden we nooit mee kunnen doen aan de Spelen, dankzij hen hebben we de fiets kunnen kopen waar we goud mee gewonnen hebben.’
Verspringer Joël de Jong (Fysiotherapie) moest Tokio helaas verlaten zonder medaille op zak. ‘Natuurlijk is dit balen. Ik ging er met hoge verwachtingen heen, want ik was derde op de wereldranglijst. Maar tijdens mijn eerste wedstrijd werd al duidelijk dat sommige concurrenten boven zichzelf uitstegen. Zij waren gewoon beter. Zelfs met mijn persoonlijke record kon ik niet van hen winnen.’
Of dit iets te maken had met het avondeten van een paar dagen ervoor? Het hielp in ieder geval niet mee. Twee dagen voor zijn eerste wedstrijd liep Joël voedselvergiftiging op doordat zijn kip niet goed was doorbakken. ‘Ik werd gelijk een dag in isolatie geplaatst, want ze wisten niet meteen wat ik had en ik mocht natuurlijk geen andere sporters aansteken.’
(Tekst loopt door onder de afbeelding.)
Ook na zijn eerste wedstrijd waren de geluksgoden niet met hem. Toen Joël om elf uur ’s avonds terugreed naar het olympisch dorp, botste de bus tegen een betonnen muur. ‘Ik hoorde het kraken en schuren; de chauffeur had de bocht iets te ruim genomen.’ Uiteindelijk was Joël pas ruim na middernacht terug in het hotel. Lachend: ‘En dat terwijl ik de volgende dag alweer een nieuwe wedstrijd had. De voorbereidingen hadden wat dat betreft beter gekund.’
Ondanks alle hobbels en tegenslagen was het eerste paralympisch avontuur van Joël er een om nooit te vergeten. ‘Het was altijd al mijn grote droom om mee te mogen doen aan de Spelen. Om daar in een enorm stadion naast allerlei andere grote sporters te staan, is echt onbeschrijfelijk.’ Joël is dan ook vastberaden om er over drie jaar in Parijs weer bij te zijn. ‘Hopelijk val ik dan wel in de prijzen.’