Van HvA tot Tokio: ‘De Spelen zijn niet belangrijker dan mijn club’
Maanden trainen voor een persoonlijk record, of misschien wel een medaille. Deze HvA’ers reizen binnenkort af naar de Olympische Spelen in Tokio. Maar hoe kun je tegelijk student en atleet zijn? Deze week: hockeyer Felice Albers.
De concurrentie is voelbaar op het veld. Maar zodra Felice Albers (21, Bedrijfskunde) en haar teamgenoten na de wedstrijd de kleedkamer binnenstappen, is dit binnen het team verdwenen. ‘We beleven alles samen: van juichen tot huilen. Dat creëert een sterke band. We gunnen het elkaar daarom ook zo om naar de Olympische Spelen te gaan.’
Van de drieëntwintig spelers uit het team mogen er maar zestien mee naar Tokio. De selectie wordt halverwege juni bekendgemaakt, dus Felice weet nog niet zeker of ze mee mag. ‘Natuurlijk is dit spannend, maar ik probeer er niet te veel mee bezig te zijn en me vooral te focussen op mijn spel. Als ik het beste van mezelf heb laten zien, kan ik niet boos worden als ik niet word uitgekozen’, zegt ze.
Hart voor de club
Het zou de eerste keer zijn dat Felice naar de Spelen gaat; een bijzondere mijlpaal in de sportwereld. Toch betekent haar club in Amsterdam ook veel voor haar. ‘Ik vind de Spelen, hoewel het technisch gezien een stapje hoger is, niet belangrijker. Ik zet me net zo hard in voor mijn club. Uiteindelijk is die toch de basis geweest voor alles.’
Dat Felice nu aan de top speelt van een van Nederlands grootse sporten, was niet vanzelfsprekend. Als kind in een voetbalfamilie, was het logisch dat ook zij voetballer zou worden. Maar toen Felice op vijfjarige leeftijd een open training zag van het plaatselijke hockeyteam, was ze verkocht. ‘Voetbal was ineens geen optie meer.’
Met Naomi van As als haar grote voorbeeld, werd Felice steeds beter in het hockeyen. Op haar twaalfde werd ze gevraagd om in Amsterdam te komen spelen. Vier jaar lang brachten haar ouders haar iedere werkdag op en neer naar de training. ‘Onderweg zong ik liedjes met mijn vader of haalden we ergens een koffietje.’
- Tijdens een wedstrijd legt Felice gemiddeld zo’n 11 kilometer af. Gedurende een sprint haalt ze snelheden tot wel 30 kilometer per uur.
- Bij iedere wedstrijd gebruikt ze haar eigen hockeystick. Per jaar verslijt ze er twee tot drie.
- Een hockeybal weegt tussen de 156 en 163 gram en rolt gemiddeld met zo’n 120 kilometer per uur over het veld.
- Felice speelt bij de Oranje Dames met rugnummer 35 op de positie van middenvelder.
- Ze trekt altijd eerst haar linkerschoen en -kniebeschermer aan, daarna is de rechterkant pas aan de beurt.
- De grootste uitslag waar ze ooit mee won was 12-0. Ze speelde toen met haar club Amsterdam tegen de Bredase Hockey Vereniging Push.
- Het hockeyen is niet zonder gevaar. Felice haalde meerdere keren haar gezicht open doordat er een bal of stick tegenaan vloog. Op haar knieën zitten inmiddels ontelbaar veel littekens door alle valpartijen.
- In Tokio gaan Felice en haar team niet voor minder dan goud.
Met de scooter
Vanaf haar zestiende reisde Felice een uur op en neer met de scooter, later nam ze de auto. ‘Nu kan ik gelukkig met de fiets op en neer naar de club, heerlijk is dat.’ Sinds een jaar heeft ze namelijk een eigen woonplek in de stad, wat vooral fijn is in extra drukke trainingsperioden, zoals nu.
Om topfit te zijn, hockeyt Felice iedere dag anderhalf tot drie uur. Daarnaast is ze regelmatig met haar teamgenoten in de sportschool te vinden voor een sessie krachttraining. Tussen al dit trainen door volgt ze ook nog een voltijdopleiding Bedrijfskunde.
Krakende hersenen
‘Soms is dat erg druk, maar ik vind het juist fijn om naast het hockeyen een andere uitdaging te hebben.’ Ze ziet het studeren als een goede afleiding tijdens inspannende periodes richting wedstrijden. ‘Ik vind het heerlijk dat ik soms een dag niet met hockey bezig ben, maar juist mijn hersenen kan laten kraken.’
‘Hierna wil ik doorstuderen aan de universiteit’
Felice wil dan ook doorstuderen wanneer ze haar studie aan de HvA afrondt. Wat de volgende opleiding wordt? ‘Rechten aan de Universiteit, en daarna wil ik waarschijnlijk nog een master doen.’ Zo lang ze hockeyt, laat haar drukke schema het niet toe om daarnaast al te gaan werken.
Maar voordat het zover is, gaat Felice eerst een drukke zomer tegemoet. Ze heeft net de landelijke clubcompetities achter de rug en in juni moet ze alweer schitteren op het EK. Daarna hoopt ze gelijk door te gaan naar de Olympische Spelen in Tokio. En als ze niet wordt geselecteerd? ‘Dan zou ik zeker balen. Maar ik ben nog een jonge speelster, dus dit wordt zeker niet mijn laatste kans om naar de Spelen te gaan.’
Dit is aflevering drie van een zesdelige serie, die tot stand kwam in samenwerking met de Topsport Academie Amsterdam.