Van HvA tot Tokio: ‘Een studentenleven? Dat heb ik niet’

20 mei 2021
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Andrea Huntjens
Op
20 mei 2021

Maanden trainen voor een persoonlijk record, of misschien wel een medaille. Deze HvA’ers reizen binnenkort af naar de Olympische Spelen in Tokio. Maar hoe kun je tegelijk student en atleet zijn? Deze week: basketballer Kiki Fleuren.

Dé tip om je voor te bereiden op een wedstrijd? Kiki Fleuren (20, Oefentherapie) heeft al jaren hetzelfde ritueel: pannenkoeken eten. Voor iedere wedstrijd, al speelt ze er meerdere in een week. ‘Ik ben bang om ziek te worden van eten, en pannenkoeken zijn veilig voor mijn maag’. En ja, het is ook een beetje bijgeloof geworden. ‘Tijdens de play-offs speelde ik drie wedstrijden per week, dus at ik zo’n vijftig pannenkoeken. Maar als ik ze zou skippen, weet ik dat ik spijt krijg.’

 

Voor de uit Limburg afkomstige Kiki is het nog helemaal niet zeker of ze komende zomer naar de Olympische Spelen gaat. Haar kwalificatiewedstrijden zijn pas aan het einde van de maand. ‘En zelfs dan denk ik niet dat ik word geselecteerd. Ik ben de jongste van de groep, en ik focus me ook veel op mijn eigen club. De Spelen zijn niet mijn enige doel’, zegt ze.

Beeld: Daniël Rommens | Kiki Fleuren

Kiki speelt 3x3-basketbal: een snellere, kortere en – volgens Kiki – intensievere variant op het reguliere basketbal. Een wedstrijd duurt tien minuten in plaats van veertig, en wordt gespeeld op een half veld. In plaats van tien spelers heeft 3x3 er zes. En dat maakt de sport voor Kiki zo interessant. ‘Bij 3x3 kun je creatief zijn, en moet je snel schakelen. Als je een schot mist, kun je niet gaan balen, want je moet gelijk door. Bij 5x5-basketbal kun je je verschuilen achter betere spelers, bij 3x3 moet iedereen goed zijn’, zegt ze.

 

Kiki speelt met haar team Dozy BV Den Helder in de nationale competitie. En met haar 1 meter 70 valt ze er op. ‘Je mag gerust zeggen dat ik klein ben hoor, want dat ben ik natuurlijk voor een basketballer. Daardoor moet ik harder werken, en is het lastiger voor mij om te scoren. Een lang iemand denkt bij mij natuurlijk makkelijk te kunnen scoren, daardoor moet ik slimmer zijn.’

Ze traint twintig uur per week, en volgt ernaast haar opleiding Oefentherapie. Inmiddels zit ze in haar tweede jaar. Of dat te combineren is? ‘Eerlijk gezegd is dat heel moeilijk. De online lessen van afgelopen jaar vond ik daardoor best fijn, want dan kon ik de colleges in mijn eigen tijd terugkijken’, zegt Kiki. Haar laptop klapt ze ‘s ochtends open voor ze gaat trainen, of onderweg naar een wedstrijd. ‘Dat is vrij intens. Ik loop daardoor ook wel een beetje achter.’

Sneller, hoger, sterker
  • Met haar 1 meter 70 is Kiki niet lang voor een basketballer. Bij het afgelopen WK waren de vrouwen gemiddeld 1 meter 82. Bij de mannen ligt dit gemiddelde nog hoger: zij zijn tussen de 1 meter 97 en de 2 meter 2.
  • Er zijn verschillende maten basketballen. In vrouwencompetities wordt gespeeld met een maat 6, die is 72 tot 74 centimeter groot en weegt tussen de 530 en 550 gram. Een bal uit de Amerikaanse NBA-competitie is twee centimer groter en weegt 600 gram.
  • Bij regulier basketbal staan er 10 spelers op het veld; 5 per ploeg. Bij 3x3-basketbal zijn dat er – niet heel verrassend – maar 6.
  • Kiki scoorde ooit 26 punten in een wedstrijd. Dat was in een 5x5-wedstrijd, bij 3x3 gaat de score namelijk maar tot de 21 punten.
  • Een wedstrijd duurt 10 minuten en wordt daardoor ook wel een sprint genoemd.
  • Een basketbalveld is 28 meter lang en 15 meter breed. Bij 3x3 is dit 11 bij 15 meter.
  • Kiki haalt haar kracht uit de pannenkoeken die ze voor iedere wedstrijd eet.

Het vereist veel discipline en zelfstandigheid om naast een sportcarrière fulltime te studeren. Dat is iets dat Kiki al op jonge leeftijd heeft geleerd. Op veertienjarige leeftijd verhuisde ze – zonder haar familie – naar Amsterdam. Ze kwam er in een flat vol andere talentvolle basketballers terecht, die via een talentenprogramma naar de stad waren gehaald. De meisjes sliepen op hun eigen kamer, maar aten en trainden altijd samen. Hun maaltijden werden bereid door koks en iedereen kreeg een begeleider toegewezen. ‘Alles draaide er om basketbal. Ik merkte nauwelijks dat ik in Amsterdam woonde, want we trainden twee keer per dag. Van de stad kreeg ik niks mee.’

 

Het is volgens Kiki een van de redenen dat ze zich als twintigjarige een stuk ouder voelt dan haar leeftijdsgenoten. ‘Ik leerde mezelf echt kennen doordat ik zo op mezelf was. En ik moest streng zijn: ik kon niet na school de stad in, of even bij iemand langs’, zegt ze.

‘In de middag een paar wijntjes op het terras drinken: dat kan niet’

Ook in haar studententijd merkt ze dat haar leven heel anders is dan dat van medestudenten. ‘Een studentenleven? Dat heb ik niet. Ik ben nog naar geen enkel feestje geweest. Soms vind ik dat wel lastig. Ik leef de hele dag naar mijn training toe, dan kan ik niet in de middag een paar wijntjes op het terras drinken.’

 

Kiki ziet zichzelf daardoor ook niet echt als student. ‘Daarvoor ben ik ook te weinig op school. Ik wil graag mijn diploma halen zodat ik iets achter de hand heb.’ Maar bij haar keuze voor Oefentherapie zat basketbal opnieuw in haar achterhoofd. ‘Het is heel interessant om te weten hoe het lichaam werkt. Zo kan ik bijvoorbeeld mijn blessures beter begrijpen. Na mijn basketbalcarriè zou ik graag werken achter de schermen van de sport.’ Maar voor nu kijkt ze nog naar de doelen die ze zelf nog zou willen behalen. ‘De Spelen van 2024 en 2028, en spelen op het hoogste Europese niveau.’

 

Dit is aflevering twee van een zesdelige serie, die tot stand kwam in samenwerking met de Topsport Academie Amsterdam.