Van HvA tot Tokio: ‘De eerste keer rennen op een blade was niet te beschrijven’
Maanden trainen voor een persoonlijk record, of misschien wel een medaille. Deze HvA’ers reizen binnenkort af naar de Olympische Spelen in Tokio. Maar hoe kun je tegelijk student en atleet zijn? Deze week: paralympisch verspringer Joël de Jong.
‘Mama, hij groeit toch wel weer aan?’ Op vijfjarige leeftijd besefte Joël de Jong (19, Fysiotherapie) niet wat er gebeurde toen hij zijn been kwijtraakte aan botkanker. Zijn moeder had al een scootmobiel besteld, maar de revalidatiearts zei bij het eerste consult: ‘Afschaffen dat ding, hij gaat gewoon lopen.’
En lopen deed hij. Rennen zelfs, en springen. Op zijn blade springt Joël nu al zes meter veertig ver, maar liefst zestig centimeter verder dan de paralympische limiet: het aantal meters dat hij moet springen om naar de Paralympische Spelen te mogen.
Maar het is nog even afwachten of hij echt naar Tokio gaat. Er zijn maar een paar plekken beschikbaar en als er meer Nederlanders de limiet halen, kan hij door hen nog van de lijst geduwd worden.
Dat weerhoudt Joël er niet van om keihard te trainen: wel tien keer per week zo’n anderhalf à twee uur. Samen met Team Para Atletiekeen team met para-atleten die iets soortgelijks als Joël hebben meegemaakt ging hij een maand naar Tenerife op trainingsstage.
Ondertussen is hij het afgelopen jaar naar Amsterdam verhuisd en gaat hij nog bijna elk weekend naar Harlingen om zijn ouders en vrienden van de middelbare school te zien. Oh ja, en tussendoor studeert hij ook nog fysiotherapie. ‘Dat was best wel ingewikkeld’, zegt Joël. ‘Dit jaar is er veel veranderd en fysiotherapie is een zware opleiding.’
Samen met zijn sportcoördinator op de HvA besloot hij de eerste helft van het jaar alle theorievakken te doen en de tweede helft de praktijk. Al werd dat nog even lastig toen hij naar Tenerife ging, want die praktijklessen zijn niet zo makkelijk in te halen. ‘Maar de andere atleten in het team zeiden: oefen maar op mij.’
Elk jaar vooruit
Vanaf dat ene moment bij de revalidatiearts is Joël alleen maar vooruit gegaan. Eerst moest hij leren lopen met een prothese, na veel aandringen mocht hij weer voetballen. Dat verliep niet altijd soepel, want de prothese ging regelmatig kapot en je kunt er niet zo hard op rennen.
- Een blade zoals Joël gebruikt, kan wel zo'n 7.000 euro kosten. Hij kreeg een blade via een prothesemaker van een oudere vrouw die graag een sporter wilde sponsoren.
- Sinds 2016 heeft Joël 3 blades versleten. Hij heeft daarnaast momenteel 1 dagelijkse prothese in gebruik, en er ongeveer 8 versleten in zijn hele leven.
- Er bestaan blades in 8 hardheden. Welke een sporter kiest, hangt af van het lichaamsgewicht en de sport.
- In de para-atletiek bestaan 6 classificaties: voor blinden- en slechtzienden, verstandelijk gehandicapten, hersenverlammingen, geamputeerden, rolstoelen en overige handicaps.
- Deze zijn elk weer opgedeeld in 3 categorieën: veld (F), baan (T) en meerkamp (P). Aan deze letter wordt een cijfer gekoppeld, dat gerelateerd is aan de mate van handicap. Joël gaat meedoen in de categorie T63.
- In deze categorie houdt Léon Schäfer het wereldrecord verspringen: 7,24 meter.
- Joël moet nog minstens 0,75 meter verder springen om Schäfers record te verbreken.
- Op zijn snelst doet Joël 12,65 seconden over 100 meter. Dat betekent dat hij 28,6 km per uur rent. Als hij nog 0,05 seconden sneller is, heeft hij ook voor dit onderdeel de paralympische limiet behaald.
Tot hij voor het eerst een blade mocht proberen: een soort boog gemaakt van carbon, die heel sterk en elastisch is en inveert wanneer je je lichaamsgewicht erop zet. ‘De eerste keer rennen op een blade was niet te beschrijven’, zegt Joël. ‘Dat voelde zo goed, dat wilde ik vaker doen.’
Zo kwam hij bij atletiek terecht. Helemaal niet met topsport als doel, alleen om gewoon lekker te rennen. En dat gaat steeds harder. ‘Verschil merken in mijn prestaties, mezelf iedere keer verbeteren, dat vind ik er mooi aan.’
Een uitdaging voor Joël is nu om symmetrischer te gaan lopen. ‘Met één volledig been en het ander geamputeerd tot boven de knie, kun je je voorstellen dat het hele been veel sterker is dan dat kleine stukje been. Daarom houd ik soms speciale trainingssessies waarbij ik alleen dat stukje train.’
Tokio
Hij kijkt ernaar uit om zijn paralympische voorbeelden in Tokio te ontmoeten, zoals Scott Reardon. ‘Ik vergeet nooit meer dat hij me vorig jaar een berichtje stuurde uit Australië. Via de telefoon heeft hij me tips gegeven over hoe je de blade onder je been kan zetten, voorop of achterop, zodat je op de tenen loopt of juist helemaal achterover.’
Langzaam begint het idee dat hij naar de Spelen gaat een beetje te leven. De wedstrijdkleding wordt gepast, hij wordt gevaccineerd. ‘Ik kom van best ver, ik dacht niet dat het nog voor mij weggelegd zou zijn dat ik kon sporten. Dus als ik ga, is dat supertof, natuurlijk.’
Dit is aflevering vier van een zesdelige serie, die tot stand kwam in samenwerking met de Topsport Academie Amsterdam.