Van HvA tot Tokio: ‘Tranen over mijn wangen, daar wil ik staan’
Maanden trainen voor een persoonlijk record, of misschien wel een medaille. Deze HvA’ers reizen binnenkort af naar de Olympische Spelen in Tokio. Maar hoe kun je tegelijk student en atleet zijn? Deze week: kogelstoter Jessica Schilder.
Jessica Schilder (22) wist niet waarom ze op achtjarige leeftijd al zo geraakt werd toen ze voor het eerst de Olympische Spelen op tv zag. De tranen liepen over haar wangen. ‘Die openingsceremonie: wauw. Later had ik het ook met andere wedstrijden, en toen wist ik: ik wil daar ook staan.’
Veertien jaar vooruit en we staan aan de vooravond van de eerste ‘eigen’ Olympische Spelen van deze jonge kogelstoter uit Volendam. In maart haalde ze bij een toernooi in Polen de Olympische limiet en zette hiermee gelijk haar persoonlijke record: ze stootte de kogel 18,69 meter ver.
Ondertussen zit ze in haar vierde jaar van de Johan Cruyff Academy en studeert ze dit jaar af, misschien zelfs al voordat ze naar Tokio gaat. Hoe houdt ze al die kogels – eh, ballen – eigenlijk in de lucht?
Roze wolk
‘Dat was niet gelukt zonder de juiste begeleiding, dat zeg ik eerlijk,’ zegt Jessica. ‘Ik krijg 150 procent medewerking van mijn school. Als ik zie dat er problemen komen, stuur ik een mail en wordt het voor me geregeld.’
Bijvoorbeeld toen ze op een roze wolk terugkwam uit Polen. Focussen op een verslag zat er niet in, gelukkig kreeg ze drie dagen uitstel. Maar ook haar dagelijkse trainingen zijn soms zo heftig dat ze geen letters meer kan lezen.
Jessica traint vijftien tot twintig uur per week. Tijdens een stoot moet er binnen een paar milliseconden een enorme krachtexplosie plaatsvinden, vertelt ze. Daarom traint ze haar spieren en haar ‘explosiviteit’ met gewichtheffen, sprintjes trekken, over hordes heen springen of door een zandbak rennen.
Verder zijn techniek en coördinatie belangrijk: je moet namelijk de kogel – bij vrouwen 4 kilo zwaar, bij mannen zelfs 7,25 kilo – precies op het juiste moment loslaten. ‘Als je net begint met stoten, moet iedereen aan de kant, want hij kan echt alle kanten opvliegen.’
Grapjes
Jessica begon als zevenjarig meisje met atletiek en mocht steeds vaker meedoen met competitiewedstrijden. ‘Daar bleek ik een van de beteren te zijn, later deed ik mee aan het NK en werd ik kampioen kogelstoten. Ik leerde mijn huidige trainer al kennen toen ik dertien was.’
- In 3 maanden trainde Jessica 9 kilo spieren bij elkaar, in 6 maanden uiteindelijk 12 kilo.
- De kogel die ze moet stoten weegt 4 kilo.
- Ze heeft geen eigen kogel. Er is altijd wel een kogel die ze fijn vindt om te gebruiken. Belangrijker zijn haar schoenen. Ze heeft 3 paar schoenen, in haar lievelingspaar heeft ze haar persoonlijke record gestoten.
- In Tokio hoopt Jessica het tot de finale te schoppen.
- Ooit wil ze 20 meter kunnen stoten. Het wereldrecord voor de vrouwen is net iets hoger dan 22 meter.
- Als Jessica haar kogel stoot, gaat-ie niet alleen ver, maar ook hoog: zo'n 4 à 5 meter.
- Ze is nummer 5 op de Europese ranglijst kogelstoten voor vrouwen.
- Doorzettingsvermogen en de drive voor haar sport zijn Jessica's grootste kracht.
- Ook haalt ze kracht uit haar vader, haar trainer en haar bondscoach.
Haar trainer is heel speciaal voor Jessica, hun band wordt elke wedstrijd sterker. ‘Hij is al 78, dus behoorlijk op leeftijd, en heeft veel ervaring in het coachen van vrouwen. Het is fijn als hij wat minder streng is tijdens de training als hij ziet dat ik wat witter ben en denkt dat ik misschien ongesteld ben.’
Maar ook tijdens wedstrijden is hij een steun: ‘Als hij merkt dat ik te gespannen ben, maakt hij grapjes over mijn concurrenten.’
Lust en leven
Met het kogelstoten op nummer 1, staan school, vrienden en familie bij Jessica vanzelf een treetje lager. Ze ziet ongeveer om de drie à vier weken een vriend van vroeger.
Haar sportvrienden ziet ze wel dagelijks. ‘Ik heb mensen nodig die begrijpen dat dit mijn lust en mijn leven is, mensen van wie ik weet dat zij mij gaan helpen de top te bereiken. Mijn vader gaat overal met me mee, die vindt alles mega interessant. Mijn moeder vindt die zware gewichten doodeng.’
Tatoeage
‘Het is moeilijk te beseffen dat ik echt naar de Spelen ga. Dit wordt de belangrijkste wedstrijd uit mijn leven.’ Jessica heeft zelfs een tatoeage van de Olympische ringen op haar pols. ‘Het is mijn droom van jongs af aan. Het is in de kogelstootwereld ook nog eens bijzonder dat ik dit al op vrij jonge leeftijd haal: mijn concurrenten zijn gemiddeld vijf jaar ouder.’
‘Ik denk dat ik straks op de Spelen echt sta te trillen’
De pandemie werkt bij de voorbereiding niet bepaald mee. ‘Om goed te presteren heb ik mensen nodig die verder stoten dan ik. Als je in een gezelschap staat waar iedereen minimaal 18,5 meter gooit, wil jij niet achterblijven. Maar er is niet zo veel concurrentie in Nederland en wedstrijden in het buitenland zijn moeilijk bereikbaar.’
De zenuwen voor Tokio moeten dan ook nog komen, zegt ze. ‘Ik denk dat ik daar straks echt sta te trillen. Nu ben ik vooral bezig met: hoe kan ik zorgen dat ik op topniveau ben?’
Toekomstplannen
Jessica hoopt dat ze over een paar jaar een mooie naam in de sportwereld heeft opgebouwd, zodat ze aan de slag kan bij een sportgerelateerd bedrijf, zoals NOC*NSF.
Haar sport wil ze het liefst zo lang mogelijk blijven beoefenen. Het enthousiasme en de liefde voor het kogelstoten spat er aan alle kanten af. ‘Je denkt: het kan niet dat-ie zo ver komt, maar je doet het toch. Dat vind ik er zo mooi aan.’
Dit is aflevering één van een zesdelige serie, die tot stand kwam in samenwerking met de Topsport Academie Amsterdam.