In Tokio wilde Sherine zich bewijzen, toen raakte ze opnieuw geblesseerd
Haar turncarrière afsluiten op de Olympische Spelen in Tokio, waarbij dit toernooi eindelijk wél een succes zou worden. Zo zag Sherine El Zeiny het voor zich. In de voorbereiding raakte ze geblesseerd aan haar rug.
De afgelopen weken waren zwaar, vertelt Sherine El Zeiny (30, Sportmarketing) vanuit haar slaapkamer in Egypte. Achter haar hangen de Olympische ringen, die ze zelf tekende op papier. Ze brengen haar hoop, zegt ze.
In 2007 verruilde Sherine het Nederlandse turnteam voor Egypte, waar haar ouders vandaan komen. Door de vele talenten was er veel concurrentie in Nederland, dat maar een turner naar de Olympische Spelen in Peking mocht sturen. In Egypte maakte ze meer kans. Sherine is de eerste vrouwelijke turner die voor het land naar de Spelen afreisde.
Vlak voor de wedstrijd scheurde ze haar enkelbanden. Van Peking weet ze bijna niks meer. ‘Het ging als in een waas voorbij. Alles gebeurde er zo enorm snel. Ik was net zeventien, en voelde me zo alleen.’
‘Elke dag ging ik met een grote glimlach naar de turnzaal, elke avond huilde ik mezelf in slaap’
Het was voor Sherine het begin van een reeks blessures. Ze somt op: in Peking scheurden haar enkelbanden, in Londen viel ze op de grond na een dubbele salto, in Rio had ze veertig graden koorts. ‘Als je me vraagt waarom de Spelen zo belangrijk voor mij zijn: hierom. Ik weet wat ik kan en ik wil gewoon dat het nu eindelijk in één keer goed gaat. Dat het lukt, ik misschien de meerkampfinale haal, en dan stop’, zegt Sherine. ‘Zodat ik aan heel de wereld kan laten zien dat ik het kan.’
Dat was dan ook haar doelstelling voor de Olympische Spelen van deze zomer. Op dertigjarige leeftijd zou dit haar laatste grote wedstrijd kunnen zijn. Maar vanwege een blessure aan haar rug kan ze er dit jaar opnieuw niet bij zijn. De afgelopen anderhalf jaar trainde ze dagelijks. ‘Elke dag ging ik met een grote glimlach naar de turnzaal, in de hoop dat vandaag de dag was dat ik genezen was en alles zou lukken. Dat gebeurde niet, en dan huilde ik mezelf ‘s avonds in slaap. De volgende dag gebeurde dat opnieuw.’
Sherine vertelt rustig over haar carrière, die zachtgezegd alles behalve soepel verliep. Kalm en bijna afstandelijk noemt ze alle blessures op en vertelt ze over de pijn. Het moment dat ze een halfjaar niet kon lopen, de maanden dat ze dagelijks haar knie in moest tapen, het moment in Londen dat ze de turnzaal uit gedragen moest worden, omdat ze viel. ‘Oh ja, daar heb ik nog wel een filmpje van, dan kun je het goed zien.’
‘Ik kan het goed wegstoppen. Toen ik zeker wist dat Tokio er voor mij niet in zat, stortte ik in. Ik heb een week in bed gelegen, geen enkele mail beantwoord, en alleen maar gehuild. Maar daarna dacht ik: kom op, en ging ik weer naar de sportschool.’
Het is – naast dat ze haar studie wil afronden – de reden dat ze in Egypte blijft tot het einde van de lockdown. ‘Hier kan ik fitnessen, hardlopen en zwemmen. Als ik dat niet kan doen in Nederland, zou ik gek worden. Ik hou zo veel van sport.’
Ze probeert met rustige oefeningen haar rugblessure te herstellen. En ondanks haar leeftijd heeft ze het turnen nog niet uit haar hoofd gezet. ‘Realistisch gezien waren dit mijn laatste Spelen, maar zeg nooit nooit. Ik weet zeker dat wanneer ik genezen ben, ik de volgende dag de turnzaal in stap. Om op deze manier je carrière te beëindigen, dat doet gewoon pijn.’