Aan het werk – Fedde Tinga
Hoewel we het liefst het zo lang mogelijk uitstellen, moet iedereen eraan geloven: werken na de studie. Wat vinden oud-studenten van hun werk en hoe kwamen ze aan hun baan? Dit is Fedde Tinga en hij is mbo-docent op roc Top Almere.
Naam: Fedde Tinga
Leeftijd: 26
Functie: docent
Studie: pedagogiek en lerarenopleiding pedagogiek
Afgestudeerd: 2017
Wat doe je?
‘Ik geef les, coach leerlingen, bereid lessen voor en bedenk welke toetsvorm het beste aansluit bij wat ik de leerlingen wil bijbrengen. Daarnaast kijk ik hoe ik de inhoud van de les het beste kan afstemmen op wat leerlingen in de praktijk tegenkomen. Ik sta twee keer per week voor de klas en geef voornamelijk communicatieve vakken, maar ook vakken zoals burgerschap en diversiteit. In het vak diversiteit leer je hoe je omgaat met verschillende doelgroepen en andere gebruiken. Het gros van mijn leerlingen is tussen de vijftien en twintig jaar, maar er zitten ook een paar tussen die van mijn leeftijd zijn.’
‘Een paar van mijn leerlingen zijn van mijn leeftijd’
Hoe ben je aan dit werk gekomen?
‘Mijn docent aan de HvA, die ook mijn stagebegeleider was, werkt bij roc Top. Zij wist dat de locatie in Almere nog iemand zocht voor na de zomervakantie. Dus zij stuurde die vacature naar me door en zei: als je hierop solliciteert, weet ik zeker dat je een goede kans maakt. In september kon ik vier dagen in de week beginnen, waarvan ik drie dagen een andere docent verving. Die kwam in februari terug, maar toen kon ik er nog een dag bij krijgen. Dus nu heb ik twee dagen in de week.’
(De tekst loopt door onder de video.)
Wat leerde je hier wat je niet op je studie leerde?
‘Vooral om op een andere manier overzicht te houden. Als student heb je een vast doel: je wil een voldoende halen. Als docent denk je meer: wat is dan die voldoende, hoe bepaal ik dat iemand een voldoende heeft? En je houdt een overzicht van wat er wanneer getoetst moet worden en welke onderwerpen wanneer aan bod komen. Ook ben je als docent meer bezig met de opbouw van een opleiding en voel je verantwoordelijkheid om daar over mee na te denken. Ik merk dat ik kritischer nadenk over het beleid. Als stagiair deed ik dat niet zo.’
‘Eerstejaars die net van het vmbo komen moet je eerst opvoeden voordat je aan je vak kan beginnen’
Wat vind je leuk aan dit werk?
‘Werken met deze leeftijdsgroep. Ik ben zelf ook nog best jong, dus je hebt snel een connectie met je leerlingen. Ik werk op een vrij kleine locatie met 150 leerlingen. Dus ik ken iedereen bij naam. Dat contact is heel leuk. Daarnaast is het mooi om zelf veel te kunnen beslissen over hoe ik mijn lessen inricht. En ik heb vaak echt gemotiveerde studenten, met wie ik in discussie kan gaan over de lesstof.’
Wat vind je minder leuk?
‘Als studenten minder gemotiveerd zijn. Dan moet ik ze soms overtuigen of zelfs een beetje opvoeden. Dat is lastiger. Eerstejaars die net van het vmbo komen moet je eerst opvoeden voordat je aan je vak kan beginnen. Dan moet ik uitleggen dat een telefoon niet in het klaslokaal hoort en dat het handig is om af en toe dingen op te schrijven die de docent vertelt. Echt schoolse vaardigheden.’
Hoe zie je je toekomst?
‘Ik wil graag zowel iets met mijn pedagogiekdiploma als mijn lerarendiploma doen. Ik ben net begonnen als freelancer bij een bedrijf waar ik mensen met een persoonsgebonden budget ga coachen. Dat coachen zou ik in de toekomst graag blijven doen. Dan heb ik ook weer meer praktijkervaring die ik in mijn lessen op het mbo kan gebruiken. Op mijn huidige werkplek blijven is voor mijn wel een pré, maar geen must. In het onderwijs is het toch altijd zo van: hoeveel leerlingen komen er per jaar binnen, waar kun je als docent blijven.’