Bas doet onderzoek op Schiphol: ‘Zonder vingerafdruk kom ik niet binnen’
Onderzoek doen op Schiphol, dat willen veel Aviation-studenten. Maar er was dit semester maar plek voor zes, onder wie Bas Broekstra (21). Hij onderzoekt een half jaar de capaciteitsmanagement bij evenementen zoals militaire oefeningen. ‘Het leuke is: mijn onderzoek belandt niet in een kast.’
Je komt er niet zo gemakkelijk en je komt er ook niet zo gemakkelijk in: de hoofdvestiging van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Met het openbaar vervoer moet je eerst naar Schiphol en vanaf daar met de bus naar Knooppunt Schiphol-Oost. Eenmaal aangekomen bij het grote grijze gebouw moet je voor toegang eerst vooraf zijn aangemeld en je ID overhandigen. Vanaf hier worden vliegtuigen die van, naar en over Schiphol vliegen begeleid, dus mag er niemand in die mogelijk kwade plannen heeft.
Iedereen in deze zaal is gecheckt door de AIVD
Maar Aviation-student Bas Broekstra kan er gewoon in. Wel met zijn pasje én vingerafdruk – en nadat hij een Verklaring Omtrent Gedrag heeft ingeleverd om te kijken of hij geen criminele achtergrond heeft. Hij doet samen met vijf medestudenten een half jaar onderzoek bij het Knowledge & Development Centre (KDC). Hierin werken KLM, Schiphol, LVNL, HvA en TU Delft samen aan innovatieve oplossingen voor de ontwikkeling van Schiphol.
Bas hoort bij de tweede lichting HvA-studenten die hun hoofd breken over het thema capaciteitsmanagement. Want niet alleen Schiphol wordt steeds drukker, ook het luchtruim boven Nederland raakt voller en voller.
(De tekst loopt door onder de afbeelding.)
Urban Jungle
Na de toegangscontrole volgt een meeting in de centrale hal. Als ergens het Urban Jungle-concept tot in de puntjes is doorgevoerd, dan is het hier. Overal in de enorme ruimte staan planten en zelfs bomen. Hier kunnen de luchtverkeersleiders tot rust komen na een paar uur puzzelen om alle vliegtuigen zo te laten vliegen dat ze niet botsen.
Naast Bas zijn we vandaag met Rob Bezemer, Area Control Centre Supervisor en docent-onderzoek Frenchez Pietersz van de HvA. Rob overziet het werk van de luchtverkeersleiders in de operationele zaal. Frenchez begeleidt afstudeerstudenten en doet zelf ook onderzoek binnen het KDC.
AIVD-check
Het voordeel van onderzoek doen op deze locatie is dat Bas regelmatig spreekt met de specialisten uit het werkveld, zoals Rob. Vandaag stelt hij hem vragen over zijn onderzoek én staat er voor het eerst voor Bas een kijkje in de operationele zaal op het programma. Daar mag je namelijk niet zomaar in.
Te veel mensen in die ruimte zorgen voor afleiding. En de luchtverkeersleiders moeten zorgen dat vliegtuigen genoeg afstand hebben tot elkaar – daarvoor is concentratie nodig. Ook is iedereen in deze zaal gecheckt door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Zeker nu sinds december ook het leger hier het militaire luchtruim beheert, zijn de regels extra aangescherpt.
Bas is alvast begonnen met zijn vragen, want Robs tijd is spaarzaam. Zo praat hij ook een beetje: alsof hij het beste wil halen uit het korte moment dat hij met Bas heeft. Al snel heeft hij zoveel informatie verteld dat alle vragen van Bas beantwoord zijn. Voor een buitenstaander is er soms weinig te maken van alle technische termen en afkortingen die om je oren vliegen. Flow control, ATM, CFMU, ATC… Gelukkig knikt Bas begrijpend.
(De tekst loopt door onder de afbeelding.)
De vierdejaars Aviation-student doet een afstudeeronderzoek naar de effecten van evenementen in het luchtruim. Een voorbeeld daarvan is de Frisian Flag, een militaire training met straaljagers vanuit de vliegbasis in Leeuwarden. ‘Ik wil kijken wat de impact is van zo’n evenement op het normale luchtverkeer en wat er moet gebeuren om zoiets efficiënter te laten verlopen,’ vertelt Bas. ‘Moet het luchtruim voor het andere vliegverkeer bijvoorbeeld worden verkleind of moeten er minder vliegtuigen de lucht in?’
Bas is blij met deze afstudeerplek. Op de zes vacatures bij het Knowledge & Development Centre reageerden zo’n 45 Aviation-studenten van de HvA. Dat is een kwart van alle studenten die dit jaar afstuderen. ‘En zij weten nog niet eens over de goede bonenkoffie, de gratis sportschool en de recreatieruimte met pooltafels en X-boxen.’
Operatiekamer
Dan is het tijd voor het spannendste gedeelte van de dag. We gaan richting de operationele zaal. Als je erover nadenkt staan hier eigenlijk net als in een operatiekamer in een ziekenhuis mensenlevens op het spel. Rob: ‘Maar ik realiseer me niet bewust dat de vierkantjes op mijn scherm vliegtuigen zijn met honderden man erin. Dan zou ik gek worden.’
(De tekst loopt door onder de afbeelding.)
Eerst gaan we een verdieping hoger om in de zaal te kijken vanuit de skybox. ‘Oftewel de vissenkom,’ zegt Rob. Het is een kleine ruimte met ramen die uitkijken op de zaal. Ook hier mogen normaliter geen mensen zonder begeleiding staan. ‘Het leidt enorm af als je steeds wordt bekeken.’
Ondanks dat veel mensen denken dat luchtverkeersleidingscentra in het donker zijn gehuld, werken we hier redelijk in daglicht, vertelt Rob. Bas luistert geïnteresseerd. ‘Daar zitten sinds kort de militairen.’ Rob wijst. ‘Maar ze zijn gecamoufleerd, dus misschien zie je ze niet.’ Je mag voor het serieuze beroep van luchtverkeersleider gelukkig wel humor hebben.
‘Ik realiseer me niet bewust dat de vierkantjes op mijn scherm vliegtuigen zijn met honderden man erin’
Geen stress
Dan is het tijd voor het echte werk: de zaal in. Er is wederom een dubbele controle bij de ingang: pasje en vingerafdruk. De tassen moeten we bij de ingang laten staan. Waar er overal in het gebouw opvallende kunst hangt, zijn hier juist zo min mogelijk prikkels. Er staan alleen her en der wat palmplanten. Ook galmt het niet door de goede akoestiek.
Verder zijn er vooral veel schermen waarop de contouren van delen van Nederland te zien zijn met daarop kleine groene vierkantjes en streepjes. Dat zijn de vliegtuigen en de luchtwegen. Erachter zitten de luchtverkeersleiders rustig te werken. ‘Je ziet hier geen stress. Het is alleen druk in de hoofden,’ zegt Rob.
Ook hier beantwoordt hij uitgebreid alle vragen van Bas, die ze ijverig neerpent in zijn kladblok. Hij heeft nu weer genoeg input om verder te gaan met zijn onderzoek. ‘Het leuke aan hier onderzoek doen is dat je niet hoeft te denken vanuit het belang en beleid van één organisatie,’ vertelt Bas. ‘Ik moet rekening houden met alle betrokken partijen. Bovendien heb ik het idee dat ik een echte bijdrage kan leveren aan de sector.’